BAS KUNSTLER VERTELT
DE VERHALEN VAN DE DIERENRIEM
In de steinerpedagogie (vrijeschoolpedagogie) worden de verhalen uit de Griekse mythologie verteld in de vijfde klas. Meestal worden deze verhalen dan niet meer verteld in de zesde klas en komen ze ook niet in lagere klassen aan bod. Dat is jammer, want sommige van de Griekse verhalen kun je in ook in andere klassen vertellen als illustratie bij onderdelen van de leerstof.
Om de Griekse verhalen te kaderen in een groter geheel heb ik een aantal verhalen gekoppeld aan de sterrenbeelden.
Waarom?
Omdat de meeste kinderen tegenwoordig van huis uit de naam van hun sterrenbeeld kennen en soms ook de naam van het sterrenbeeld van hun broers en zussen en ouders. Daarom vind ik het zinvol om hun meer achtergrond te geven bij die namen. Men spreekt hierbij wel over sterrenbeelden, maar eigenlijk bedoelt men sterrentekens.
De namen van de sterrentekens zijn weliswaar afgeleid van de sterrenbeelden, maar vallen er niet mee samen. Sterrentekens zijn namelijk verbonden met de astrologie; sterrenbeelden horen thuis in de astronomie. Sterrenteken en sterrenbeeld zijn niet congruent. Terwijl de sterrentekens allemaal even groot zijn, verschillen de sterrenbeelden in grootte. Elk sterrenteken beslaat 30 graden op de hemelboog van de dierenriem en er bestaan buiten de dierenriem geen andere sterrentekens. Sterrenbeelden daarentegen heb je zowel in de diereniem als daarbuiten en sommige sterrenbeelden bestrijken een veel groter oppervlak aan de hemel dan andere; zo is bijvoorbeeld het sterrenbeeld Maagd véél groter dan het sterrenbeeld Weegschaal, terwijl de sterrentekens Maagd en Weegschaal exact even groot zijn.
Er bestaan slechts 12 sterrentekens in de astrologie tegenover 88 sterrenbeelden in de astronomie. De astrologische dierenriem bevat 12 sterrentekens, de astronomische dierenriem heeft 13 sterrenbeelden. De zon beweegt in de loop van een jaar doorheen 12 astrologische tekens en door 13 astronomische beelden. De maan doorloopt in één maand 12 tekens (= astrologisch) en 16 beelden (= astronomisch) en sommige planeten bewegen door nog meer sterrenbeelden terwijl je ze maar in 12 sterrentekens kunt vinden.
Voor een periode (projectweken of themaweken) astronomie voegde ik de vijfde klas en de zesde klas samen. Eerst behandelde ik de sterrenbeelden van de dierenriem, omdat de namen daarvan algemeen bekend zijn. Daarna kwamen de sterrenbeelden tussen dierenriem en Poolster en tot slot enkele sterrenbeelden tussen dierenriem en de zuidelijke sterrenhemel. Ik begon altijd met het verhaal. Daarbij paste dan de afbeelding van de hoofdfiguur uit het verhaal zoals die in astronomische boeken gebruikt wordt. Daarmee maakte ik de link met het sterrenbeeld, waarna ik de meest opvallende sterren binnen het sterrenbeeld besprak. De namen van die sterren leerden de kinderen uit het hoofd.
In het boek De mythische dierenriem lees je de verhalen uiit de Griekse mythologie waaruit de namen van de sterrenbeelden afkomstig zijn. Het zijn deze verhalen die je in de klas vertelt. In het boek vind je echter ook verhalen die uit andere culturen komen en verbonden zijn met de sterrenbeelden. Zo lees je ook verhalen uit de Romeinse periode, de Mesopotamische cultuur, de Egyptische mythologie, de Hebreeuwse religie en de christelijke godsdienst. Deze verhalen zijn niet bedoeld om in de klas te vertellen, maar als deze verhalen op een of andere manier in de leerstof opduiken, kun je wel verwijzen naar de erbij horende sterrenbeelden.
DE MYTHISCHE DIERENRIEM
Luc Cielen
Verhalen over de 13 sterrenbeelden van de dierenriem uit de Griekse, Romeinse, Mesopotamische, Egyptische, Bijbelse en christelijke mythologie en legenden.
Ram
Stier
Tweelingen
Kreeft
Leeuw
Maagd
Weegschaal
Schorpioen
Slangendrager
Boogschutter
Steenbok
Waterman
Vissen
154 bladzijden
Talrijke illustraties zwart/wit + 13 paginavullende afbeeldingen van de sterrenbeelden in kleur
15,00 euro
STERRENBEELDEN
In de Weekberichten van De Wingerd (1985-1996) en in de Rinkkrant (1997-2005) schreef ik regelmatig verhalen over de sterrenbeelden. In het vijfde en zesde leerjaar van Rinkrank kregen de leerlingen deze verhalen te horen en te verwerken tijdens een periode (projectweken) astronomie. De sterrenbeelden zijn opgedeeld in drie grote groepen:
1. De circumpolaire sterrenbeelden en sterrenbeelden tussen Poolster en Dierenriem
Voerman (nog niet beschikbaar)
Zwaan (nogniet beschikbaar)
Lier (voorlopige tekst + afbeeldingen). pdf
Hercules (nog niet beschikbaar)
2. De sterrenbeelden van de Dierenriem.
3. De sterrenbeelden buiten de Dierenriem
Orion + Grote Hond + Kleine Hond
ASTRONOMIE IN DE LAGERE SCHOOL
Waarom astronomie als leerstof in de lagere school?
Omdat haast ieder kind interesse heeft in de sterrenhemel.
Omdat haast ieder kind weet onder welk sterrenbeeld het geboren is.
Astronomie of astrologie?
Het gaat wel degelijk over astronomie en niet over astrologie. Zolang we het over sterrenbeelden hebben die niet tot de Dierenriem behoren, is daarover geen misverstand te verwachten, maar van zodra we aan de beelden van de Dierenriem beginnen zijn er steeds weer ouders die denken dat we astrologie als vak geven op school. Er wordt in géén geval astrologie gegeven, wél astronomie.
Waarom het onderscheid tussen astrologie en astronomie?
Omdat astronomie een wetenschap is, met waarneembare en verifieerbare gegevens. Astrologie daarentegen is een geloof dat steunt op gegevens uit de overlevering. De sterrenbeelden in de astrologie zijn niet dezelfde als deze van de astronomie. Een klein voorbeeld mag dat duidelijk maken: de Dierenriem in de astronomie bevat 13 sterrenbeelden, de Dierenriem in de astrologie bevat 12 sterrenbeelden.
De astronomische sterrenbeelden zijn zeer verschillend van grootte, de astrologische zijn allemaal ongeveer even groot (het jaar bevat 12 min of meer even grote sterrenbeelden, die min of meer overeenkomen met maandperiodes van de 21e tot 21e van elke maand ).
Als astrologen zeggen dat de zon in de Leeuw staat, dan bedoelen ze daarmee niet de werkelijke stand van de zon in het sterrenbeeld Leeuw, maar een wiskundig becijferde stand in een theoretisch sterrenbeeld, die zeer sterk kan verschillen van de waarneembare stand in het werkelijke sterrenbeeld.
Astrologisch spreken we eerder over sterrentekens dan over sterrenbeelden. Een sterrenteken is een symbool, een sterrenbeeld is een groep van sterren die waarneembaar is aan de hemel. Sterrenteken en sterrenbeeld zijn niet steeds congruent.
Wat brengen we in een astronomieperiode?
We zitten nog in de lagere school, dus bevat zo’n astronomieperiode vooral verhalen. De hemelkoepel is een open boek, waarin prachtige verhalen staan te lezen, als je tenminste de taal van de verhalen kent. Die taal leren we in zo’n periode.
Ten eerste:
Het gaat er in de eerste plaats om dat de kinderen de verhalen krijgen waaraan de sterrenbeelden hun naam danken. Bij sommige sterrenbeelden zijn er verschillende verhalen, dus komen die, indien gewenst, ook aan bod. Beeld en verhaal zijn hier de essentie.
Ten tweede:
De sterrenbeelden herkennen op een sterrenkaart (planisfeer), een sterrenbol en zo mogelijk ook aan de hemelkoepel zelf.
Ten derde: De belangrijkste (helderste) sterren van de verschillende sterrenbeelden kunnen benoemen en zo mogelijk ook aan de hemelkoepel herkennen.
De periode (het project) astronomie is verdeeld in drie hoofdstukken:
Hoofdstuk 1:
De sterrenbeelden tussen Poolster en Dierenriem. Daarin vooral de circumpolaire en gedeeltelijk circumpolaire sterrenbeelden. Dit zijn de sterrenbeelden waarvan de sterren (of één of enkele ervan) steeds boven de horizon zijn en heel duidelijk zichtbaar de Poolster als centrum hebben waar ze omheen draaien. Om deze sterrenbeelden te zien richten we ons naar het noorden, naar de Poolster.
Hoofdstuk 2:
De sterrenbeelden van de Dierenriem. Dit zijn de sterrenbeelden waarlangs de zon, de maan en de planeten bewegen. Om deze sterrenbeelden te zien richten we ons naar het zuiden. De beweging van zon, maan en planeten is (meestal) tegengesteld aan die van de sterren. Er zijn 13 sterrenbeelden in de Dierenriem, maar 12 ervan hebben een speciale betekenis, omdat ze ook in de astrologie gebruikt worden en meestal door de kinderen van jongs af gekend zijn.
Hoofdstuk 3:
Enkele sterrenbeelden ten zuiden van de Dierenriem. Vooral die sterrenbeelden die in sommige perioden van het jaar - meestal de winter - duidelijk zichtbaar en goed herkenbaar zijn. Bijvoorbeeld Orion, Grote Hond (met Sirius) en Kleine Hond (met Procyon).