DANS
Een van de bewegings- en kunstzinnige elementen is dans. Het is beweging omgezet in kunst.
Kinderen voelen al van jongs af ritmes aan en willen er op bewegen. Dat stellen we al vast bij kinderen tussen één en twee jaar oud.
Vele kinderen in de kleuterleeftijd willen spontaan dansen van zodra ze muziek horen.
Dat wordt dus onderhouden en verder ontwikkeld op school.
Kleuterschool
Elke dag zijn er kinderdansjes en bewegingsspelen
Lagere school
Elke les lichamelijke opvoeding wordt ingeleid door volksdans. Niet zozeer de oubollige volksdansen, maar mooie, waardevolle dansen, die ook een historische waarde hebben. De volksdans is er dus niet om het verleden kunstmatig in stand te houden. Volksdans wordt gebruikt omdat de bewegingen er steeds duidelijk voorgeschreven zijn en soms vrij ingewikkeld zijn, wat de nodige concentratie vereist. Bovendien gebeurt het volksdansen steeds in groep en dat bevordert dan weer het sociale.
De muziek bij deze dansen is, als het enigszins kan, door de kinderen ingespeeld en opgenomen op cd of een andere geluidsdrager. We willen er toe komen om uitsluitend zelf opgenomen muziek te gebruiken, wat een toegevoegde waarde geeft aan de volksdanslessen.
Schoolfeesten
Het pinksterfeest, dat een echt lentefeest is, is ook een dansfeest. Iedere klas brengt een volksdans rond de meiboom.
De muziek tijdens het feest is live, gespeeld door kinderen, ouders en leerkrachten.
Carnaval: Voor kleuters en kinderen van eerste en tweede klas is dit ook een dansfeest. Hier komen de kinderdansjes aan bod, zoals 'Papegaai is ziek' enz. Maar ook de kinderen van de hogere klassen, die vrij mogen kiezen wat ze brengen tijdens dit feest, kiezen meestal voor een of andere dansact.
Speeltijd (schoolplein)
Dikwijls gebeurt het dat kinderen uit verschillende klassen spontaan dansen tijdens de speeltijden. Het zijn meestal kinderen van vierde of vijfde, zesde klas die kleuters bij de hand nemen en een rondedans beginnen.