midzomer

MIDZOMERFEEST


Enkele dagen nadat de zon op haar hoogtepunt is gekomen, vieren we de geboorte van Johannes De Doper. Het is een speciale gebeurtenis, want er worden in de hele kerkelijke feestkalender slechts drie geboortedagen gevierd: die van Jezus (Kerstmis), die van Maria (8 september - in het sterrenbeeld Maagd) en die van Johannes de Doper (24 juni). Zoals vorige week al te lezen was: Jezus’ geboortedag staat in het jaar lijnrecht tegenover die van Johannes. Johannes is exact een half jaar ouder en loopt dus voor op Jezus, waardoor hij dus zowel in geestelijk opzicht als in de tijd de voorloper van Jezus is. In het Grieks heet hij daarom Johannes Prodomos, Johannes de Voorloper.

 

Is Johannes in werkelijkheid exact een half jaar ouder dan Jezus? En werd hij in de zomer geboren?

 

Zijn geboortedag is eerder symbolisch bepaald. Kerstmis werd pas enkele eeuwen na Christus’ geboorte bepaald op 25 december. Daarvóór viel het geboortefeest op een andere datum in winter of lente. Nu nog zijn er christelijke overtuigingen - bijvoorbeeld de Russisch-orthodoxe kerk - waarin Christus’ geboorte gevierd wordt op 6 januari. Ofwel werd Johannes’ geboortedag dan bepaald aan de hand van de kerstdatum, ofwel werd de kerstdatum bepaald aan de hand van de geboortedatum van Johannes. In elk geval is het zo dat we niet per se moeten vasthouden aan deze data als historisch correcte data. Het zijn eerder symbolische data, die waarschijnlijk te maken hadden met midwinter- en midzomerfeesten.

 

Waarom heeft men die twee geboortes dan op 6 maanden van elkaar geplaatst?

Omdat in het evangelie staat dat Elisabeth, de nicht van Maria, al in haar derde maand was toen Maria zwanger werd van Jezus. (Maria-boodschap). Elisabeth was dus nog 6 maanden verwijderd van de geboorte van haar kind Johannes. Maar wat blijkt nu? 25 maart is ook al zo’n datum als 25 december en 24 juni, vlak na het begin van de lente. We hebben dus al 3 verchristelijkte data die het begin van de seizoenen markeren. Zou er dan ook iets te vieren zijn op 24 of 25 september? Jammer genoeg niet. We moeten wachten tot 29 september, het feest van de aartsengelen, meestal Michaelsfeest genoemd. Maar die dag wordt ook de engel Gabriël gevierd en hij is het die - als goddelijke gezant - Maria zwanger maakte. (Opvallend detail: de onthoofding van Johannes wordt ook herdacht op 29 september) Op een paar dagen na wordt het herfstpunt dus toch ook gemarkeerd door een christelijke gebeurtenis die met de geboorte van de Heiland samenhangt. Wie in de kalender gaat grasduinen ontdekt al snel dat de christelijke kerk uit de eerste eeuwen van symboliek hield en de belangrijkste feesten nauw liet samenvallen met natuurlijke gebeurtenissen. Het is alsof deze vier feesten, die samenhangen met de geboorte, een groot kruis over het jaar maken en daardoor het jaar zegenen. Het is misschien wel de aanzet geweest om alle andere bestaande heidense (natuur-) feesten een christelijke tint te geven. Tweeduizend jaar later weten we dat dát gelukt is, zelfs beter dan het verchristelijken van de mensen. Het is zelfs zo goed gelukt dat vele feesten niet meer herkend worden als natuurfeesten.

 

Over Johannes zelf :

Al vrij jong trok hij zich terug in de woestijn. Dat was niet zo uitzonderlijk, de woestijn van Judea was een aantrekkelijke plaats voor mensen die om een of andere reden kluizenaar wilden zijn. Er waren grotten in overvloed en die werden door eenzaten maar soms ook door groepen van kluizenaars bevolkt. Veel te eten en te drinken was er niet, maar dat zorgde ervoor dat de meditatie des te beter kon verlopen. Johannes keert na enkele jaren uit de woestijn terug en begint aan de oever van de Jordaan mensen te dopen en hen op te roepen tot boetedoening en bekering. Hij noemt zichzelf daarbij de voorloper (prodomos) van iemand die groter zal zijn dan hij.

 

Hij heeft heel wat leerlingen en vele Joden aanhoren hem en trachten te leven naar Johannes’ boodschap. Zelfs Herodes Antipas, de toenmalige vorst van Judea. Toen Herodes echter de vrouw van zijn eigen broer huwde, en daarover door Johannes aangesproken werd, was Herodes niet meer bereid te luisteren en liet hij die lastige Johannes in de gevangenis gooien. Naar het schijnt zou hij zelfs daar toch nog met eerbied en ontzag geluisterd hebben naar Johannes en wilde hij deze profeet niet echt kwaad berokkenen. Salome, dochter van zijn nieuwe vrouw, zijn stiefdochter dus, beschikte daar anders over. Toen zij tijdens een feest eens zo verleidelijk gedanst had, dat Herodes er helemaal ondersteboven van was, mocht zij een geschenk kiezen. Op aanstoken van haar moeder (Herodias) koos zij het hoofd van Johannes. Zo kwam hij aan zijn einde.

 

Johannes’ naam ging over op vele mensen en opvallend ook op planten en dieren.

Onder de planten kennen we in de eerste plaats het sint-janskruid of hertshooi (hypericum perforatum), dat bloeit omstreeks midzomer, en dat over nogal wat geneeskrachtige eigenschappen beschikt. Het meest gekend is de verwerking ervan in de sint-janskruidolie, die als massageolie gebruikt wordt. We kennen de sint-jansappel, een appelsoort die rond deze tijd rijpt (er is ook een sint-jacobsappel die een maand later rijp is - Sint Jan is niet de enige die in dit seizoen zijn naam aan planten verbindt). Er is de sint-jansbes, die wij beter kennen als aalbes en meestal bedoelt men dan de rode aalbes. Er is de sint-jansbloem, een andere naam voor de margriet en er is het sint-jansbrood, de vrucht van de sint-jansboom ofte johannesbroodboom. Nooit van gehoord? Kijk dan voortaan eens op de verpakking van heel wat voedingsproducten: je zal er regelmatig kunnen lezen dat er johannesbroodpitmeel in zit. Een meel dat gebruikt wordt als bind- en verdikkingsmiddel en bij de industriële bereiding van voeding (ook bio) vaak voorkomt. Dan hebben we ook nog het sint-jansschot of sint-janslot: een nieuwe scheut aan bomen en struiken die rond 24 juni uitgroeit. Het is de laatste scheut die bomen maken. De bladeren zijn dikwijls opvallend anders gekleurd dan die van de lentegroei. Ze hebben meer rood tussen het groen zitten. Er zijn sint-jansuitjes: dat zijn de kleine zilveruitjes die we opgelegd in azijn als specerij gebruiken. Dan is er de sint-janstros, een boeket dat op 24 juni aan de deur werd gehangen. Een gebruik dat zo goed als helemaal verdwenen is, maar door sommige natuurtijdschriften weer van onder het stof wordt gehaald. De sint-janstros of sint-jansboeket is de tegenhanger van de adventskrans.

 

Onder de dieren kennen we de sint-jansharing: het is de eerste haring die kort na midzomer gevangen wordt. Het is de opvolger van de maatjesharing. Er bestaat ook een sint-janskever uit de familie van de cantharidae, een keversoort die je vooral op schermbloemige planten vindt. En er is de sint-jansvlinder, de zygaena filipendulae, een klein vlindertje met een dik lijf en smalle vleugeltjes.

Een sin-jansziekte bestaat er ook, maar mensen zijn er niet gevoelig voor, erwten daarentegen wel.

 

Bij de mensen vinden we Johannes in verschillende talen: Johannes der Täufer heet hij in Duitsland, John the Baptist in Engeland, Jean le Baptiste of Jean Baptiste in Frankrijk, Giovanni Battista in Italië, Juan Bautista in Spanje en João Baptista in Portugal. Er bestaan ook heel wat afleidingen van zijn naam, in Nederland schijnen er grof geschat zo’n miljoen mensen rond te lopen die een of andere variatie op de naam Johannes dragen. We kennen er toch al enkele : Jan, John, Jens, Jo, Hannes, Hans, Wannes, Joop, Johan, Jehan, Janmaat, Jaan, Jean, Janke, Jana, Johanna, Hanna en zo meer. Ook familienamen komen in talloze variaties voor. Beginnen we maar met de meest voorkomende familienaam in Vlaanderen en Nederland: Jansen of Janssen en Janssens of Jansens en Jans, Jansse, Jensema, Jansenius, Verjans en veel meer. De mooiste familienaam in deze reeks vind ik toch ‘Van Sint-Jan’.

 

Als voornaam scoort een afleiding van Johannes nog steeds heel hoog. In België staat de naam Jens op de 18e plaats van de meest gebruikte voornamen, maar Jan hoor je toch niet meer zo dikwijls als voornaam bij pasgeborenen anno 2003. Jana bij de meisjes staat op de 25e plaats als meest gebruikte voornaam.

En de betekenis van al die namen komt van het Hebreeuwse Johannan wat wil zeggen: Jahweh is genadig. En dat was hij ook wel, want hij liet Elisabeth, die de vruchtbare leeftijd al voorbij was, toch nog een kind krijgen.

Er is nog iets dat de verspreiding van de naam in de hand heeft gewerkt. In elke kerk vind je een kruis en een beeld van Maria. Maar elke doopkerk (kerk waarin zich een doopvont bevindt) werd ook verplicht een beeld of afbeelding van Johannes de Doper te bezitten. Hij was dus alomtegenwoordig.

 

Na de onthoofding werden de relieken van Johannes door zijn leerlingen begraven in Sebaste in Samaria. Daar gebeurden tal van wonderen, zeer tegen de zin van keizer Julianus Apostata (361-363). Hij liet ze weer opgraven en verbranden en de as over de velden uitstrooien. Niet alles verbrandde: het hoofd en de wijsvinger waarmee hij ooit Jezus had aangewezen (met de woorden: Daar komt Hij die groter is dan ik. Ik moet afnemen, Hij moet groeien) bleven over en werden door monniken gevonden en bewaard. Zo komt het dat je nu in het Bretoense Saint-Mériadec (Saint-Jean-le-Doigt) een bedevaartsoord hebt, waar je de vinger kan gaan vereren. Het hoofd werd natuurlijk een bijzonder kostbaar reliek, maar zelfs in de middeleeuwen dreef men al de spot met deze reliekenverering omdat er heel wat hoofden van Johannes te vereren vielen.

 

Johannes is niet alleen bij de christenen bekend. De islamieten kennen hem onder de naam Jahja en vereren hem als een profeet.

 

* * * 


Het programma van het midzomerfeest in 2004 in Rinkrank

 

Start: Rond 9u op school verzamelen voor de kinderen die niet rechtstreeks naar Erik komen. De anderen verzamelen rond 9.15 uur bij Erik.

Toneel om 9.30 uur toneel door de vijfde klas: LOHENGRIN, gevolgd door zang en rondgang door de rozentuin. We eindigen met het aangezicht naar buiten. Pas als iedereen in de kring staat draaien we en dansen we Rosa, Rosa,… (knielen, buigen, kussen en dansen).

 

Na het dansen: paalklimmen; eerst de kinderen van de kleuterklassen en dan zo verder 1e-2e en 3e klas. 4-5-6 daarna ook. Alleen de kinderen die het kunnen mogen proberen. De leraren hebben een lijstje waarop staat wie mag proberen. De andere kinderen kijken toe en applaudisseren voor elke geslaagde en niet geslaagde poging.

 

Na het paalklimmen zal het ongeveer middag zijn. De kinderen eten achteraan in het bos in de paddock (eten tussen 12u-12.30 uur).

 

Na het eten is het bellenblazen op het tennisveld onder begeleiding van de kleuterjuffen.

 

Ondertussen wordt alles klaargezet voor de volksspelen en zoeken de kinderen van de zesde klas hun groepjes bij elkaar.

 

De volksspelen starten omstreeks 12u45. Er zijn 12 proeven en er zullen 12 groepen zijn. Hiervoor worden er ‘s morgens bereidwillige ouders aangesproken om de proeven te begeleiden. Elke groep krijgt zijn eigen kleur (cfr. sportdag). De spelen lopen van 12.45 uur tot 13.45 uur.

Na de spelen wordt er eerst touwgetrokken (1-2-3 in 2 groepen tegenover elkaar en dan 4-5-6 tegen elkaar en helemaal op het einde iedereen die wil in 2 groepen).

 

Dan wordt het vuur aangestoken en wordt er over het vuur gesprongen door de kinderen van de 6-5-4-3-2-1 klas en de oudste kleuters.

 

De kinderen van de zesde klas laten dan hun kleurrijke, zelfgemaakte warme luchtballonnen omhoog. Ondertussen komen de ouders rond met aardbeien.

 

Omstreeks 14.30 uur laten alle kinderen gelijktijdig hun luchtballonnen (met naamkaartje eraan, want het is een balonnenwedstrijd) op. Als alle ballonnen in de lucht verdwenen zijn, is het tijd voor een ijsje als afsluiter van het feest voor wie niet mee op nachtwandeling gaat. 


Om 23 uur vertrekken de nachtwandelaars. Dat zijn de kinderen van de 5e en 6e klas + ouders en al wie zin heeft. Kinderen van jongere klassen mogen mee als ze onder de hoede van hun ouder blijven). De wandeling gata langs de mooiste natuurplekken van de omgeving. Rond 6 uur 's morgens verzamelen alle wandelaars  op school rond een kampvuur voor een ontbijt.