schrijven
Klik om een aantal bladzijden te bekijken


BAS KUNSTLER SCHRIJFT

Leren schrijven

&

schrijven en spellen

in de lagere school

klassen 1 - 6



Van kleutertekenen tot vormtekenen

Van vormtekenen tot schrijven van het

verbonden schrift.



Creatief schrijven

Spellen op drie niveaus

Anderen over leren schrijven en spellen

Schrijven in de vrijeschool



172 bladzijden

225 illustraties in kleur








Bas Kunstler= acroniem van Basisonderwijs Kunstzinnig Leren

BAS KUNSTLER SCHRIJFT

INHOUD

In de lijst hieronder kun je elk hoofdstuk in pdf-formaat openen.

Wil je het hele boek in geprinte versie, stuur me dan een e-mail, dan zend ik je het afgewerkte boek als paperback tegen kostprijs (afdrukken + verzending in België en Nederland).  

(Door de lage resolutie van deze pdf is de kwaliteit van de lay-out en de illustraties minder goed dan in het boek)


VOORWOORD


LEREN SCHRIJVEN

Ieder kind tekent

Het schrijfgerief

De potlood- of pengreep

Van rechten en krommen tot friezen

Friezen worden letters

Van letters tot verbonden schrift

De hoofdletters

Vier verschillende lettertypes

Van kleuter tot zesdeklasser en verder


SCHRIJVEN

Creatief schrijven (opstel, verslag, boekbespreking ...)

Overschrijven (kopiëren)

Woordenreeksen

Korte berichtjes en brieven

Dictee


SPELLEN

Drie spellingniveaus

Lettergrepen

Corrigeren (verbeteren)


ANDEREN OVER SCHRIJVEN

Zo leer je kinderen lezen en spellen (José Schraven)

Dwaalspoor dyslexie + de Alfabetcode (Erik Moonen)

Toelichting bij de leerlijn spelling

Een woord te zijner tijd (Hans ter Beek)

De natuurwetten van het kind (Céline Alvarez)


SCHRIJVEN IN DE VRIJESCHOOL

Een taalles in de derde klas

Een dagschema

Overzicht schrijfopdrachten per klas


TOEMAAT

autisme in augustus (een au-rijm)

VOORWOORD uit BAS KUNSTLER SCHRIJFT


Toen de vierjarige Lisa hoorde dat oma boodschappen ging doen, rende ze naar de keuken, nam papier en potlood, zette zich aan tafel en begon te ‘schrijven’.

‘Wat schrijf je?’ vroeg oma.

‘Patatjes,’ antwoordde Lisa.

‘Ga jij het boodschappenlijstje maken?’

‘Ja. Wat gaan we nog kopen?’

‘Bloemkool.’ Oma wist dat Lisa dat heel graag lustte.

Lisa schreef vlijtig op.

‘Wat nog?’

‘Appelen.’ Lisa noteerde.


Al wat Lisa lekker vond kwam op de lijst en toen het blad vol krabbels stond, moesten een tweede en een derde blad eraan geloven. Zo zag het gekrabbel er uit:









Schrijven ging wel, maar lezen? Nee, hoor. De patatjes waren blijkbaar leesbaar, maar de volgende krabbels werden volstrekt willekeurig benoemd.

Het geschrijf van Lisa kwam volledig voort uit de nabootsing; zo doen de volwassenen nu eenmaal vóór ze naar de supermarkt gaan. Nabootsing is de eerste sterke impuls die we gebruiken om de kinderen te leren schrijven in de eerste klas.

 

Later beperkte het schrijven van Lisa zich tot het tekenen van haar naam en dat bleef zo tot ze naar de eerste klas ging. Ze was erop uit, want nu ging ze eindelijk echt leren lezen en schrijven. Eerst lezen, want dat stond bovenaan op haar verlanglijstje voor de eerste klas. Toch beweren pedagogen dat schrijven het lezen vooraf moet gaan omdat het historisch zo gelopen is en omdat het voor het brein het beste is om de klank-tekenkoppeling via het schrijven te oefenen, al zijn er ook jonge kleuters die perfect woorden als bijvoorbeeld VOLVO en OPEL en andere automerken kunnen lezen, lang voor ze de motorische vaardigheden om te schrijven ontwikkeld hebben. Zo komen we bij de tweede impuls voor het leren schrijven: bij de kinderen moet de fijne motoriek voldoende ontwikkeld zijn. Vierjarige kleuters zijn zover en hebben dan ook baat bij sturing door de volwassene: goede potloodgreep en gepast schrijf- en tekengerief zijn nu aan de orde naast vele oefeningen om de fijne motoriek verder te ontwikkelen: vingerspelletjes, kralen rijgen enzovoort. 

 

Hoewel bij vijfjarigen de nabootsingsdrang nog sterk aanwezig is, kunnen zij ook zelfstandig opdrachten uitvoeren en kun je vragen: ‘Doe eens dit, doe eens dat,’ maar ook: ‘teken eens …’ waardoor gerichte tekenopdrachten in voorbereiding op het schrijven mogelijk zijn. Je hoeft daarmee niet te wachten tot de eerste klas; schoolrijpe kleuters zijn maar wat blij als ze zulke opdrachten krijgen. Dit is dan ook de derde voorwaarde die vervuld moet zijn om te leren schrijven: zelfstandigheid.

 

Iedere school kiest de schrijfmethode die ze het meest geschikt vindt. De ene kiest ervoor om te vertrekken van de kleine gedrukte letters om die via verbindingsstreepjes aan elkaar vast te hangen; de andere kiest voor een verbonden schrift dat uit de beweging voortvloeit. Ik kies voor een verbonden schrift dat uitgaat zowel van de beweging als van het kunstzinnige: twee elementen die ieder kind van nature meebrengt, zodat uit het krabbelen en het kleutertekenen het verbonden schrift ontstaat. Maar welke methode men ook kiest, altijd zal het leren schrijven uitmonden in een persoonlijk handschrift dat zeer afwijkend kan zijn van het schrift dat de school aanbiedt.

 

In het eerste deel van dit boek gaat het over de ontwikkeling van het kleutertekenen en hoe daarin twee basisvormen naar voren komen: ronde en rechte lijnen, later gevolgd door de opvulling van de vlakken die door de rechten en de krommen gevormd worden. In de eerste klas van de lagere school komen de kinderen via het vormtekenen tot het verbonden schrift dat ze in de tweede en derde klas intensief blijven oefenen met als doel: een eigen handschrift ontwikkelen dat aan minstens drie eisen voldoet:

                leesbaar

                vlot

                mooi.

 

Deel twee van dit boek gaat over de schrijfopdrachten in de lagere school.  Het creatieve schrijven is het allerbelangrijkst, want aan de hand daarvan leren de kinderen aandacht hebben voor:

                spelling

                zinsbouw

                grammatica

                stijl

                voorlezen

                begrijpend lezen.

 

Het kopiëren van teksten, waaraan men in vrijescholen veel tijd en aandacht besteedt, kan beperkt worden tot een vorm van illustratie.  Dictees daarentegen krijgen veel meer belang, want ze zijn niet alleen oefeningen en controles op de spelling, maar kunnen ook op een creatieve manier ingezet worden in verschillende vakken zoals rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde en andere.

 

Het derde deel focust op spelling en hoe deze op drie manieren kan benaderd worden:

                vrij en anarchistisch

                respectvol en democratisch

                dwingend en dictatoriaal.

 

In deel vier maak je kennis met mijn commentaren op vijf andere auteurs die het in recent verschenen boeken over het leren schrijven hebben:

                José Schraven (2004)

                Erik Moonen (2012)

                Scholengemeenschap Steinerscholen Basisonderwijs (2016)

                Hans ter Beek (2016)

                Céline Alvarez (2017).

 

In deel vijf mag je eens binnenkijken in een taalles in een vrijeschoolklas, lees je hoe een dagschema er kan uitzien en krijg je tot slot een ritmisch en rijmend toemaatje om de au-klank correct te spellen.

 

In dit boek haal ik regelmatig voorbeelden aan uit de lespraktijk van de vrijeschoolpedagogie, omdat dit, op één* uitzondering na, de enige onderwijsvorm is die kunstzinnig basisonderwijs aanbiedt. Vrijeschool is in Nederland de benaming voor de onderwijsvorm die in België bekend is als steinerschool en in Duitsland en andere landen meestal waldorfschool genoemd wordt. Deze scholen zijn gebaseerd op het antroposofische mens- en wereldbeeld van Rudolf Steiner.

* Rinkrank in Kalmthout is een kunstzinnige basisschool zonder antroposofische achtergrond en maakt geen deel uit van de internationale waldorfschoolbeweging.  Ze heeft onder andere het periodeonderwijs uit de vrijeschoolpedagogie overgenomen.  

 

Voor lijntekeningen in lange stroken of banden gebruik ik  de namen bandversiering en fries, omdat ze in de sierkunsten voor dat doel gebruikt worden.

 

Verbonden schrift is de algemene benaming voor wat sommigen gebonden schrift en anderen lopend schrift noemen.

 

De fonetische weergave van woorden plaats ik in dit boek tussen rechte haken: bijvoorbeeld bouw wordt voorgesteld als [bɑu] en dauw als [dɑu]. Klanken geef ik weer tussen schuine strepen, bijvoorbeeld de korte /e/ in dek, de lange /ee/ in week en de stemloze (doffe) /ə/ zoals in de.

 

Luc Cielen

Kalmthout, juni 2019


Pen en Papier

Bij de kinderen die de letters leerden schrijven met pen en papier bleken er veel meer hersengebieden op te lichten...

Lees verder

Lees het volledige artikel


"Schrijven is blijven zitten tot het er staat" Kees van Kooten.


Uit het tijdschrift Onze taal (2019/4) interview met Kamagurka:

OT: Op de basisschool leren kinderen zogenaamd 'koordschrift': aaneenschrijven van woorden, omdat het goed zou zijn voor het aanleren van woordbeelden en de fysiek-motorische ontwikkeling.

Kamagurka, geestdriftig: "Lichaam en geest zijn nauw met elkaar verbonden. Sommige mensen hebben een mooi handschrift, andere een onleesbaar, maar het blijven tékeningen van letters; met de hand schrijven beschouw ik dan ook als een vorm van tekenen waaraan een hoop af te lezen valt. Wanneer ik aan een tekst werk, schrijf ik associatief voor me uit, zonder enige vorm van redactie; ik rijg de woorden aaneen die los horen te staan, maak letters van verschillende grootte... Pas daarna ga ik me afvragen of het taalkundig aspect klopt en of er woorden geschrapt moeten worden."


SCHRIJVEN


Vanaf de aanvang van de eerste klas krijgen de kinderen 4 lettertypes aangeboden:


1: De kapitalen.

De kinderen kennen dit letterype meestal al uit de kleutertijd en schrijven er doorgaans hun naam mee. Sommige kinderen kunnen de kapitalen ook verklanken (zij kennen de letters en spreken ze meestal uit zoals in de ABC). Dit lettertype mogen de kinderen bij aanvang van de eerste klas gedurende enkele weken nog tekenen. Zolang de kinderen de woorden in kapitalen tekenen, noemen we dat tekenen en niet schrijven.


2: De onderkastletter of leesletter.

Dit letterype wordt vanaf het begin gebruikt om te lezen. De kinderen schrijven of tekenen dit lettertype nooit.


3: Het gebonden schrift.

Dit lettertype ontstaat uit het ritmische tekenen van lijnvormen en wordt vanaf de kerstvakantie in de 1e klas gebruikt voor het schrijven.


4: De geschreven hoofdletter.

Zodra de kinderen het gebonden schrift voldoende beheersen komen de geschreven hoofdletters aan bod. Ze zijn echter al lang op voorhand geoefend via het ritmisch tekenen van lijnvormen.



Er zijn twee apecten aan het schrijven

1: Het leren schrijven van het gebonden schrift (verbonden schrift ofte lopend schrift). Het gaat vooral om de vorming van de letters en de verbinding tussen de letters. Kalligrafie is het kunstzinnige aspect en krijgt aandacht vanaf de derde klas.


2: De inhoud van het schrijven. Dit is het creatieve schrijven. Het kunstzinnige aspect daarvan is het zich vlot kunnen uitdrukken in een geschreven tekst.


In de steinerscholen is het de gewoonte om de kinderen gedurende de hele schooltijd veel teksten te laten overschrijven van het bord. Ik raad dit ten zeerste af. Het is veel beter om de kinderen hun eigen teksten te laten maken. Leerkrachten kunnen wel teksten dicteren (al dan niet met visuele ondersteuning). Een goede gewoonte is om vraagstukken te dicteren zodat spelling en rekenen tegelijk aan bod komen.

Op internetsites van scholen vind je soms heerlijke maar ook beschamende missers qua spelling. Het is vooral erg als er spelfouten staan in teksten over spelling. Soms hanteren scholen een zeer ambtelijke taal of publiceren ze teksten die een school onwaardig zijn. 


Hieronder enkele voorbeelden. 

Het is voor deze blogger een hele uitdaging om een eenvoudige tekst te schrijven.