Volgens Steiner is dit het belangrijkste vak in de lagere school. Zijn aanwijzingen zijn echter te summier om dit waar te maken. Het is aan de leerkrachten om vanuit beeldende beschrijvingen de leerlingen aan te zetten tot uitgebreide kennis van de wereld in al zijn aspecten en de rol van de mens daarin.
Haast ieder kind kent zijn sterrenbeeld; Dit wil zeggen: het weet onder welk sterrenbeeld het geboren is. In feite is dat astrologie, maar het blijft een geschikte insteek om met sterrenkunde ofte astronomie te starten in de lagere school. In 5e en 6e klas kun je beginnen met de sterrenbeelden: de mythische verhalen en de belangrijkste sterren. Eerst de sterrenbeelden ten noorden van de dierenriem. Dan de 13 dierenriemsterrenbeelden en tot slot enkele grote sterrenbeelden ten zuiden van de dierenriem. Astrologie komt niet aan bod, het zonnestelsel en de planeten wel.
BAKKEN EN KOKEN
Een periode van twee weken waarin de kinderen van de zesde klas al doende kennismaken met de vegetarisch-biologische keuken. Dagelijks maken ze een driegangenmenu: voorgerecht - hoofdgerecht - nagerecht. Ze zorgen ook voor de nodige omkadering: tafels mooi dekken, menukaarten tekenen en schrijven, opdienen en afruimen zoals het hoort. De kinderen van de vijfde klas zijn hun gasten en schuiven mee aan aan tafel. In ruil daarvoor doen zij 's namiddags de afwas.
Ter gelegenheid van de schoolfeesten bakken de kinderen van de zesde klas brood, broodjes, taart, pannenkoeken, afhankelijk van de geplogenheden van het feest.
Vanzelfsprekend zijn de lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen een en al beweging. Maar een evenwichtig opgebouwde schooldag bevat tal van bewegingsmomenten. Na de muzikale opmaat, waarmee de schooldag idealiter begint, volgt de mondelinge herhaling met daarin tal van kleine bewegingsmomenten. Later op de dag - bij aanvang van de periodeles of tussen twee lessen door - volgen er ritmische oefeningen: dit zijn bewegingsmomenten waarin taal en rekenen verwerkt zijn.
Een goede leerkracht zorgt er ook voor dat in elke les ruime mogelijkheden zijn voor de kinderen om in beweging te komen.
BIOLOGIE
Biologie als onderdeel van het vak wereldoriëntatie bestaat uit vier delen: plantkunde, schimmelkunde (mycologie), dierkunde en menskunde. In de steinerpedagogie is voorzien dat mens- en dierkunde in de 4e klas gegeven worden, plantkunde en schimmelkunde in de 5e klas. Deze opdeling van het vak hangt volgens Steiner samen met de ontwikkelingsfase van het kind zoals hij dat in zijn antroposofisch mensbeeld ziet, maar pedagogisch gezien is deze opdeling niet zo gunstig. Dit vak heeft dringend een update nodig.
Meer uitleg bij elk onderdeel van dit vak.
Van in de kleuterschool mogen de kinderen met bijenwas en klei aan het werk gaan. In de lagere school kun je dit op verschillende manieren verderzetten. Vanaf de vierde klas kun je het boetseren als vak apart geven met daarin ook aandacht voor het werk van beeldhouwers en andere kunstenaars.
Vele leerkrachten zien er tegenop om regelmatig opstellen te laten schrijven omdat er zoveel verbeterwerk bij komt kijken. Hoe meer opstellen kinderen schrijven, hoe minder verbeterwerk dit vergt. Inhoudelijk is het best om de kinderen te laten schrijven aan de hand van vertelde verhalen, voorgelezen teksten en eigen waarnemingen. KLassieke opstellen als Mijn vakantie enz. laat je best achterwege.
Godsdienst vind je niet als vak in Rinkrank, de steinerscholen en de vrijescholen. In de plaats daarvan is er het vak cultuurbeschouwing. Dit vak vullen leerkrachten hoofdzakelijk in met het vertellen van en werken rond verhalen. Deze verhalen zijn sprookjes, fabels, legenden, mythologieën uit verschillende culturen (waaronder ook christelijke en islamitische).
Elke les lichamelijke opvoeding bevat een onderdeel dans. Dit is hoofdzakelijk volksdans. Maar het kan evengoed flamenco zijn of - in de hogere klassen van de lagere school - klassieke groepsdansen als menuet, troika enz.
Op een respectvolle manier kennismaken met de dierenwereld is de essentie van dit vak. Kleuters en lagereschoolkinderen hebben grote belangstelling voor de dierenwereld. In de steinerpedagogie komt dit vak helaas slechts één keer aan bod, namelijk in de 4e klas. Maar er zijn mogelijkheden om dit vak meer aan bod te laten komen.
Vanaf de eerste klas kunnen twee vreemde talen gegeven worden. Meestal gaat in Vlaamse scholen de voorkeur naar Frans en Engels. Duits wordt in sommige scholen ook gegeven.
Je kunt de vreemde talen op een speelse, levendige manier geven en rijkelijk aanvullen met liederen, gedichten, aftelrijmpjes, tongbrekers, korte vertel- en leesteksten, toneelstukjes en eenvoudige zinnen voor het dagelijks gebruik.
Vanaf de eerste klas kunnen twee vreemde talen gegeven worden. Meestal gaat in Vlaamse scholen de voorkeur naar Frans en Engels. Duits wordt in sommige scholen ook gegeven.
Je kunt de vreemde talen op een speelse, levendige manier geven en rijkelijk aanvullen met liederen, gedichten, aftelrijmpjes, tongbrekers, korte vertel- en leesteksten, toneelstukjes en eenvoudige zinnen voor het dagelijks gebruik.
EURITMIE
Euritmie is een exclusief steinerscholenvak. Niet op alle steinerscholen wordt dit vak gegeven, maar elementen ervan kom je wel tegen in ritmiek (ritmische oefeningen) en in bewegingsmomenten in andere vakken. Een korte beschrijving van wat euritmie is, vind je op Wikipedia.
Vanaf de eerste klas kunnen twee vreemde talen gegeven worden. Meestal gaat in Vlaamse scholen de voorkeur naar Frans en Engels. Duits wordt in sommige scholen ook gegeven.
Je kunt de vreemde talen op een speelse, levendige manier geven en rijkelijk aanvullen met liederen, gedichten, aftelrijmpjes, tongbrekers, korte vertel- en leesteksten, toneelstukjes en eenvoudige zinnen voor het dagelijks gebruik.
Het vak waarover de kinderen veruit het meest enthousiast zijn op voorwaarde dat ze veel zelf mogen experimenteren. Aandachtig waarnemen, exact noteren en nauwkeurig tekenen zijn de basiselementen om tot een goede wetenschapper uit te groeien. In de lagere school kunnen meer aspecten aan bod komen dan Steiner in 1919 heeft opgegeven.
GASTRONOMIE
Een periode van twee weken waarin de kinderen van de zesde klas al doende kennismaken met de vegetarisch-biologische keuken. Dagelijks maken ze een driegangenmenu: voorgerecht - hoofdgerecht - nagerecht. Ze zorgen ook voor de nodige omkadering: tafels mooi dekken, menukaarten tekenen en schrijven, opdienen en afruimen zoals het hoort. De kinderen van de vijfde klas zijn hun gasten en schuiven mee aan aan tafel. In ruil daarvoor doen zij 's namiddags de afwas.
Ter gelegenheid van de schoolfeesten bakken de kinderen van de zesde klas brood, broodjes, taart, pannenkoeken, afhankelijk van de geplogenheden van het feest.
Iedere baby, peuter en kleuter en vele lagereschoolkinderen zijn geboeid door mooie stenen; velen hebben een verzameling. Het is dan ook zéér gepast om op het einde van de lagere school het vak geologie (Steiner noemt het mineralogie) te voorzien. Aardrijkskunde en meetkunde komen in dit vak samen, maar ook de eerste elementen van scheikunde komen aan bod. Maar in essentie gaat het toch om de schoonheid van de stenen.
De inhoud van de geschiedenislessen moest volgens Steiner gebaseerd zijn op de vijf Na-Atlantische cultuurperiodes. Dit is echter antroposofische leerstof en dus niet op zijn plaats in de lagere school. Wat wél geschikt is, is een diepgaande ontdekking van de verschillende culturen die tot in het heden doorwerken.
Het vak godsdienst bestaat niet in de steinerschool. Het heeft plaatsgemaakt voor het vak cultuurbeschouwing. Toch komen er tal van religieuze en godsdienstige elementen aan bod in de viering van de jaarfeesten, in het vak geschiedenis, in het vak aardrijkskunde, in het vak cultuurbeschouwing enz.
Met woordsoorten (taalkundige ontleding) en zinsleer (redekundige ontleding) kun je heel creatief en kunstzinnig aan het werk gaan. De werkwoordstijden en -vormen zijn aanleiding tot filosofische beschouwingen over tijd en ruimte.
HANDENARBEID
Knutselen, houtbewerking en tuinbouw zijn onderdelen van het vak handenarbeid in de steinerpedagogie. In de 6e klas (groep 8) komen beide vakken voor het eerst aan bod en ze worden voortgezet in 7e en 8e klas, al zal dat afhangen van de mogelijkheden van iedere school. Mijn insziens is het niet erg zinvol om tuinbouw en houtbewerking als aparte vakken te behandelen. Tuinbouw kan vanaf de kleuterschool in kleine groepen gedurende pauzes en lestijden gegeven worden. Houtbewerking kan net zo goed of zelfs beter als een tijdelijke namiddagactiviteit georganiseerd worden, al dan niet onder leiding van een vakman of kunstenaar. Handenarbeid kan ook in elke klas aan bod komen, zowel in de kleuterschool als in de lagere school.
HANDWERK
In elke klas - van kleuterschool tot middelbaar - is het vak handwerk voorzien. Voor de lagere school zal het vak in elke klas uit drie onderdelen bestaan:
1. Haken (in kleuterschool o.a. vingerhaken), breien.
2. Het maken van een pop (dierfiguur/mensfiguur).
3. Naaien (gobelinsteek, kruisjessteek enz.).
De kennis van de plaatselijke gebruiken, folkore en geschiedenis behoort tot de leerstof van de lagere school. Wat echter in steinerscholen onder heemkunde verstaan wordt is een vorm van fantasievolle en beeldrijke wereldoriëntatie. Het vak zou dan ook beter w.o. genoemd worden.
KOKEN EN BAKKEN
Een periode van twee weken waarin de kinderen van de zesde klas al doende kennismaken met de vegetarisch-biologische keuken. Dagelijks maken ze een driegangenmenu: voorgerecht - hoofdgerecht - nagerecht. Ze zorgen ook voor de nodige omkadering: tafels mooi dekken, menukaarten tekenen en schrijven, opdienen en afruimen zoals het hoort. De kinderen van de vijfde klas zijn hun gasten en schuiven mee aan aan tafel. In ruil daarvoor doen zij 's namiddags de afwas.
Ter gelegenheid van de schoolfeesten bakken de kinderen van de zesde klas brood, broodjes, taart, pannenkoeken, afhankelijk van de geplogenheden van het feest.
KNUTSELEN
Als vak is dit een onderdeel van handenarbeid (zie bij handenarbeid). Meestal wordt er vanaf de kleuterschool geknutseld in voorbereiding op de jaarfeesten.
Van sprookjesbeelden over letterbeelden via analyse- en syntheseoefeningen haast als vanzelf tot lezen komen. Dit is de ideale manier om kinderen vlot en enthousiast te leren lezen. Eerst tweelettergrepige woorden (meervoudsvormen) leren lezen, dan pas éénlettergrepige woorden. Met deze methode vermijd je tal van problemen.
Vanuit het spontane tekenen van de kleuter kun je al in de kleuterklas beginnen met voorbereidende tekenoefeningen op het gebonden schrift. In de eerste klas ontstaat als vanzelf uit de vormtekeningen het gebonden schrift: eerst woorden, dan pas afzonderlijke letters.
LICHAMELIJKE OPVOEDING en SPORT
Twee lesuren lichamelijke opvoeding per week, wekelijks zwemmen, regelmatig een sportactiviteit (sportdag, rollerdag, joggen, voetbal, extra-muros...), dagelijks veel beweging tijdens de lessen met ritmische oefeningen, bewegingsmomenten, enz.
In deze school zitten de kinderen nooit te lang stil, maar worden ze voortdurend geprikkeld om in beweging te komen.
Meer over lichamelijke opvoeding (de pagina over lichamelijke opvoeding is nog in opbouw).
Uit het vak vormtekenen ontstaat enerzijds het gebonden schrift en anderzijds het vak meetkunde. Spiegel- en symmetrieoefeningen, veelhoeken, cirkelverdelingen, omtrek- en oppervlakteberekeningen en kunsthistorische voorbeelden wekken op tot precisie en concentratie, maar ook tot schoonheid.
Jammer genoeg komt dit vak in steinerscholen slechts één keer aan bod en dan nog als opmaat voor het vak dierkunde in de 4e klas. Bovendien brengt dit vak alleen het antroposofische mensbeeld, wat eigenlijk tegen Steiners principe ingaat. Menskunde moet een vak zijn dat grote aandacht krijgt in de hoogste drie klassen van de lagere school.
Iedere baby, peuter en kleuter en vele lagereschoolkinderen zijn geboeid door mooie stenen; velen hebben een verzameling. Het is dan ook zéér gepast om op het einde van de lagere school het vak geologie (Steiner noemt het mineralogie) te voorzien. Aardrijkskunde en meetkunde komen in dit vak samen, maar ook de eerste elementen van scheikunde komen aan bod. Maar in essentie gaat het toch om de schoonheid van de stenen.
Elke schooldag begint met muziek: zang en blokfluit. Vanaf de vierde klas meerstemmige vocale en instrumentale muziek en met instrumenten die de kinderen in de muziekschool leren.
Tussen de lessen: regelmatig zang.
Aparte muzieklessen, tweemaal per week.
Vanaf de derde klas notenleer maar de kinderen blijven zeer veel op het gehoor zingen en musiceren.
Muziek is een van de belangrijkste activiteiten op school.
MYCOLOGIE (Schimmelkunde ofte zwammenkunde)
Steiner ziet de schimmels en paddenstoelen als onderdeel van de plantkunde en beschouwt ze als de baby's van de plantenwereld. Sinds Steiners dagen worden de schimmels echter niet meer tot de plantenwereld gerekend. Het vak zal dus aangepast moeten worden.
De beste manier om de Nederlandse taal met respect te behandelen in de lagere school gebeurt via een kunstzinnige aanpak met overvloedig creatief schrijven, expressief lezen, toneelspel, liederen, gedichten, spreekopdrachten enz.
Steiner adviseerde om dit vak in de 5e klas te geven. De meeste steinerschoolleerkrachten doen dit ook en geven meestal twee periodes plantkunde in de 5e klas. Maar het is jammer dat het vak beperkt wordt tot deze klas. Het is zéér aan te raden ook in de andere klassen aandacht te besteden aan de plantenwereld. Dit gebeurt wel met een granen- en bomenperiode in sommige klassen. Inhoudelijk mag er aan dit vak een en ander aangepast worden aan de hedendaagse inzichten.
Het aanvankelijke rekenen steunt ten volle op beweging en gaat uit van verdelen: van het geheel naar de delen. Rekenen heeft tal van kunstzinnige aspecten. Historische wiskunde is een enthousiasmerende uitbreiding van het vak rekenen.
In de kleuterschool ervaren de kinderen de kleuren dankzij het nat-in-natschilderen. Dit nat-in-natschilderen gaat de hele lagere school door , waarbij de kinderen de kwaliteiten van de kleuren intensief leren kennen. Naast het nat-in-natschilderen pleit ik er voor om vanaf de vierde klas ook andere schildertechnieken te gebruiken: aquarel, olieverf, acryl enz.
Spelling leer je best door zo veel mogelijk te schrijven, niet overschrijven zoals in de steinerscholen veel te veel gebeurt, maar creatief schrijven. Haast iedere dag de kinderen een opstel laten schrijven gedurende maximaal 10 minuten bevordert op korte tijd de aandacht voor een correcte spelling. Het geven van spellingregels en het eindeloos oefenen daarvan via dictees of op andere manieren en het oefenen woordpakketten met bastaard- en vreemde woorden werkt niet enthousiasmerend en kan beter achterwege blijven.
Haast ieder kind kent zijn sterrenbeeld; Dit wil zeggen: het weet onder welk sterrenbeeld het geboren is. In feite is dat astrologie, maar het blijft een geschikte insteek om met sterrenkunde ofte astronomie te starten in de lagere school. In 5e en 6e klas kun je beginnen met de sterrenbeelden: de mythische verhalen en de belangrijkste sterren. Eerst de sterrenbeelden ten noorden van de dierenriem. Dan de 13 dierenriemsterrenbeelden en tot slot enkele grote sterrenbeelden ten zuiden van de dierenriem. Astrologie komt niet aan bod.
De enige echte tekenlessen in steinerscholen gaan over het vormtekenen. Zie hieronder. Maar de kinderen tekenen veel meer dan alleen maar tijdens de tekenlessen. In de kleuterschool mogen de kinderen steeds vrij tekenen en krijgen ze diverse tekenmaterialen aangeboden. In de lagere school tekenen de kinderen meestal naar aanleiding van de verhalen in de lessen cultuurbeschouwing, maar maken ze ook vele illustraties bij de eigen teksten in de verschillende vakken.
In de kleuterschool spelen de kinderen regelmatig een toneelstukje naar aanleiding van een verhaal. Vooral in de kerstspelen kunnen de kleuters hun hart ophalen. In de lagere school speelt elke klas minstens één toneelstuk per leerjaar. Deze toneelstukken sluiten steeds aan bij de lesinhouden van de lessen cultuurbeschouwing of andere vakken. Ook toneelstukken in het Frans en het Engels of Duits komen aan bod.
TUINBOUW
Tuinbouw is een vak dat in de lagere school alleen in de zesde klas gegeven wordt. Maar in feite staat tuinbouw al van in de kleuterschool op het programma. In de lagere school (klassen 1-5) verdwijnt het jammer genoeg uit het programma, maar het is geen probleem om activiteiten in de schooltuin in elke klas te voorzien.
Het echte tekenonderricht is gebaseerd op de beleving van rechte en gebogen lijnen en de combinaties daarvan. Met spiegelingen en symmetrieoefeningen ontdekken de kinderen de verschillende meetkundige vlakken. Het vak leent zich uitstekend om de sierkunsten te beoefenen en dieper in te gaan op de cultuurgeschiedenis.
Vanaf de eerste klas kunnen twee vreemde talen gegeven worden. Meestal gaat in Vlaamse scholen de voorkeur naar Frans en Engels. Duits wordt in sommige scholen ook gegeven.
Je kunt de vreemde talen op een speelse, levendige manier geven en rijkelijk aanvullen met liederen, gedichten, aftelrijmpjes, tongbrekers, korte vertel- en leesteksten, toneelstukjes en eenvoudige zinnen voor het dagelijks gebruik.
Het pinksterfeest is niet alleen een lentefeest, maar ook een talenfeest. Een native speaker van een vreemde taal vertelt een verhaal tijdens dit feest. Alle mogelijke vreemde talen komen aan bod, elk jaar een andere taal.