Luc Cielen Lukemieke Ward de Beer De Wingerd Rinkrank Contact Links

      

 LUC CIELEN

 

 

  Pedagogie    Lesvoorbereidingen     Leren lezen     Leren schrijven    Gedichten     Toneelstukken

  Schoolfeesten    Heiligenlegenden     Sterrenbeelden     Muziek     Lezingen    Info-Cielen   

 

 

 

Sterrenbeelden

 

SCHORPIOEN


 

Nederlands          Schorpioen

Latijn                   Scorpio

Frans                   Scorpion

Engels                  Scorpion

Duits                    Skorpion

Italiaans                Scorpione

Spaans                 Escorpión

Portugees             Escorpião

 

 


 

De Schorpioen in de Griekse mythologie

 

Dit sterrenbeeld verwijst naar de schorpioen die de grote jager Orion in de hiel bijt. Het verhaal komt in het kort hierop neer - het volledige verhaal komt later aan bod bij het sterrenbeeld Orion:

 

Orion, die een zoon van de zeegod Poseidon was, was de knapste man die ooit op aarde had geleefd. Hij werd verliefd op Merope, maar om  haar te mogen huwen, moet hij het eiland Chios volledig van wilde dieren bevrijden. Als Orion dat gedaan heeft en zijn bruid in ontvangst verlangt te nemen, weigert Oinopion, vader van Merope om het huwelijk te laten doorgaan.

 

Orion is daarover zeer verdrietig en zoekt zijn heil in de wijn. Hij drinkt echter teveel en in zijn roes verkracht hij Merope. Haar vader is daarover zo woest, dat hij Orion de ogen uitsteekt. Orion wil graag van zijn blindheid genezen en gaat naar het orakel van Helius. Dat zegt hem dat hij naar het oosten moet gaan en de eerste zonnestralen op zijn dode ogen moet laten schijnen.

 

Na vele omzwervingen lukt het Orion om, gezeten bij de rotsen in het oosten van het land de eerste zonnestralen op te vangen. Hij kan weer zien en keert naar huis terug. Maar onderweg ontmoet hij Artemis, godin van de jacht. Artemis, die beloofd had om nooit ofte nooit met een man om te gaan, wordt verliefd op Orion. Apollo vreest dat van het een het ander zal komen en stuurt een grote schorpioen om Orion aan te vallen. Orion ziet de schorpioen komen en valt haar aan met pijl en boog, maar vergeefs: de schorpioen is onkwetsbaar. Orion wordt gebeten en zal moeten sterven. Maar dan komt Asclepius, die Orion geneest, en de schorpioen met zijn hiel vertrappelt.

 

De dappere jager Orion staat nu aan de hemelkoepel als sterrenbeeld, maar hij staat ver verwijderd van de schorpioen, waar hij nog steeds bevreesd voor is.

 

 


 

De Schorpioen in de Mesopotamische mythologie

 

In het verhaal van Gilgamesj, koning van Uruk in Mesopotamië, die ongeveer 4700 jaar geleden leefde, wordt verteld hoe twee schorpioenmensen de zonnebaan bewaken.

 

Gilgamesj treurt om de dood van zijn vriend Enkidu. Hijzelf wil de dood niet ontmoeten en gaat daarom op zoek naar Utnapisjtim (Utanapisjtim of Zi-udsudra), die het eeuwige leven bezit. Hij wil hem gaan vragen hoe hij het eeuwige leven kan verkrijgen. Op zijn toch naar het eiland Dilmoen, waar Utanapisjtim leeft, komt hij bij de berg Masjoe (= Tweelingberg). De twee toppen van de berg zijn als een port waar doorheen de zon elke dag opkomt en onder gaat. Aan weerszijden van deze poort staan twee wachters: de twee schorpioenmensen, man en vrouw. Wie hen aankijkt raakt verblind en uit hun ogen straalt de dood. Gilgamesj bedekt zijn ogen en nadert de zonnepoort, bevend en bleek nadert hij. Hij groet de twee wachters. Reuzegroot zijn ze. Dan hoort hij hoe de schorpioenman tegen zijn vrouw roept:

 

“Hij die ons nadert, heeft godenbloed” En de schorpioenvrouw antwoordt: “Voor twee derde is hij goddelijk en voor een derde is hij mens!” Toen vroeg de man aan Gilgamesj: “Wie ben jij ? Waarom heb je zo’n verre reis ondernomen?” En Gilgamesj antwoordde: “Ik ben Gilgamesj, koning van Uruk. Ik treur om de dood van Enkidu. Samen versloegen wij Humbaba en de Hemelstier. Hij was de bijl aan mijn zijde, de kracht van mijn arm. Ik zag hoe de dood hem aan mij ontrukte en zelf werd ik bang om te sterven. Daarom ben ik op weg gegaan naar Utnapisjtim, want hij kent het geheim van het eeuwige leven.” De schorpioenman antwoordde : “Niemand kan het eiland Dilmoen bereiken. Want om daar te komen moet je afdalen in de berg Masjoe. Het pad is honderd twintig mijl lang en volkomen duister. Geen enkele lichtstraal dringt er in door. Zou jij deze weg durven gaan?” En Gilgamesj antwoordde : “Ik ben niet bang voor koude, noch voor hitte, niet voor smart, noch voor pijn. Ik zal afdalen in de berg. Open de poort.” De schorpioenman opende de poort en Gilgamesj verdween in het duister. Tien mijlen ver trok hij door het donker. Hij kon niets zien, niet voor, niet achter hem. Hij liep twintig mijl en het leek hem of de duisternis alleen maar dikker werd. Hij liep dertig mijl en hij rilde van de kou. Hij tastte met zijn handen langs de vochtige bergwand. Tachtig mijl liep hij als een blinde en hij schreeuwde het uit van angst. Toen hij negentig mijl had gelopen voelde hij de koude noordenwind. Na honderd tien mijl begon het te schemeren en ten slotte voelde hij de warme zonnestralen op zijn gezicht. Na honderd twintig mijl verliet hij de berg en stond Gilgamesj in de tuin van de goden.

 

Dit is het oudste verhaal waarin sprake is van schorpioenen.

 

 


 

Nog meer schorpioenen in de Griekse mythologie

 

In de Griekse mythologieën en sagen vinden we ook het verhaal van Phaëton. En daarin horen we hoe de schorpioenen ontstonden.

 

Phaëton was een zoon van de zonnegod Helios, maar woonde bij zijn moeder en zussen op het eiland Rhodos. Hij wilde aan zijn zussen tonen hoe moedig en sterk hij wel was en ging naar zijn vader Helius en vroeg hem of hij één keer de zonnewagen mocht mennen. Helius was zeer ontstemd over deze vraag, maar net voordien had hij tegen Phaëton gezegd dat hij mocht vragen wat hij wilde, dus kon hij niet anders dan toestaan. Phaëton besteeg de zonnewagen en mende het vierspan. Het waren vier hevige briesende paarden die de wagen trokken en Phaëton was niet bij machte hen op de rechte weg te houden. De zonnewagen dwaalde af en scheerde langs bergtoppen en over de velden en weilanden en zette alles in vuur en vlam. Zo ontstonden de woestijnen en werden de bewoners van Afrika zwart van huid. Daar ontstonden ook de schorpioenen.

 

 


 

Schorpioen is Adelaar?

 

Oorspronkelijk, lang voor onze tijdrekening, waren er slechts zes sterrenbeelden. In de oudheid, in de Romeinse tijd, haalde men als bewijs daarvoor het sterrenbeeld Schorpioen aan dat toen nog dubbel zo groot was als nu. Het omvatte destijds ook het sterrenbeeld Weegschaal (dat waren de klauwen van de schorpioen) en grensde dus aan het sterrenbeeld Maagd.

 

Eén auteur vermeldt dat het sterrenbeeld vroeger Adelaar heette. Deze benaming werd door heel wat hedendaagse astrologen overgenomen, zij het dan steeds met de vermelding Schorpioen erbij, maar men hechtte veel betekenis aan het beeld Adelaar, en leidde daar ook heel wat uit af voor de karakter- en toekomstbepaling van hen die onder dit teken werden geboren. Zo kon men van dit sterrenbeeld toch weer een belangrijk beeld maken.

 

 


 

De Schorpioen in de Bijbel

 

In de Bijbel (Oude Testament) komt de schorpioen ook aan bod. In het prachtige, ontroerende boek Job wordt er over het sterrenbeeld gesproken, zonder het sterrenbeeld met naam te noemen.

Job is van rijkdom tot armoede vervallen. Aanvankelijk is hij vertoornd op Jahweh en geeft Jahweh alle schuld.  Bildad laat hem inzien dat vertrouwen op Jahweh altijd gerechtvaardigd is en Job antwoordt :

 

“Ja, ik weet het, je hebt gelijk,

tegenover God staat niemand in zijn recht, geen mens.

Treed je met Hem in het geding,

duizend tegen een dat geen verweer hebt.

Zo wijs is Hij en zo sterk

dat niemand Hem ongestraft kan weerstaan.

Bergen rukt Hij van hun plaats en ze weten het niet,

in zijn toorn stoot Hij ze omver.

Hij schudt de aarde: ze trilt los,

wankelt op haar zuilen.

Hij beveelt de zon en ze komt niet meer op,

Hij dekt de sterren af en ze schijnen niet meer.

Hij, en Hij alleen spant het hemelgewelf,

Hij schiep de Grote Beer en Orion,

de Plejaden en de sterren van het Zuiden.

Grote, ondoorgrondelijke dingen brengt Hij tot stand,

wonderen ontelbaar.”

 

De sterren van het zuiden, dat is de Schorpioen.

De sterrenbeelden die de auteur wel noemt zijn de sterrenbeelden die net tegenover Schorpioen aan de hemel staan. Die kende hij duidelijk beter. Of het kan natuurlijk ook zijn dat hij de naam van dit sterrenbeeld niet wilde vernoemen, omdat Schorpioen nogal eens in verband werd gebracht met de onderwereld, met de duivel.

 

 

Dan is Schorpioen

 

Bij de 12 zonen van aartsvader Jakob is er ook één die congrueert met het sterrenbeeld Schorpioen. Het is Dan, vijfde zoon van Jakob. Jakob had al vier kinderen verwekt bij Lea, de oudere zus van Rachel met wie hij door verplichting was getrouwd. Bij Rachel had hij nog geen kinderen, hoewel hij regelmatig met haar gemeenschap had. Toen bleek dat Lea geen kinderen meer zou krijgen bij Jakob, vond Rachel er een oplossing op om toch kinderen te krijgen die haar toebehoorden:

 

Toen Rachel zag dat zij Jakob geen kinderen schonk, werd ze jaloers op haar zuster en zei tot Jakob : geef mij toch kinderen, anders ga ik dood. Toen werd Jakob kwaad op Rachel en zei : Neem ik soms de plaats in van God, die je geen kinderen laat krijgen? Daarop zei ze: Hier is mijn slavin Bilha, heb gemeenschap met haar, dan kan zij op mijn knieën baren en kan ik kinderen krijgen door haar. Zij gaf hem dus haar slavin Bilha tot vrouw en Jakob had gemeenschap met haar. Bilha werd zwanger en schonk Jakob een zoon. Toen zei Rachel: God heeft mij recht gedaan. Hij heeft mijn gebed verhoord en mij een zoon geschonken. Daarom noemde zij hem Dan.

 

Als Jakob vele jaren later op sterven ligt, laat hij al zijn zonen bij zich komen en geeft hen zijn zegen. Voor elk heeft hij een woord. Over Dan zegt hij :

 

Dan is rechter over zijn volk,

Als één van Israëls stammen.

Een slang op de weg moet Dan zijn,

een adder op het pad,

hij bijt het paard in de hiel

en de wagenmenner slaat achterover.

Op uw redding hoop ik Jahweh !

 

Weer is er geen sprake van de schorpioen, maar volgens diverse auteurs wordt in astrologische context de slang, waarover hier sprake is, gelijkgesteld met de schorpioen. Soms wordt deze slang dan afgebeeld als een gekroonde slang, een basilisk.

 

 


 

De  Schorpioen in de christelijke hemel

 

De christelijke sterrenhemel bekeerde de Schorpioen tot de apostel Bartolomeus, die eigenlijk ‘Bar tolmai’ heette, ‘zoon van de groevenmaker’. Hij is ook bekend onder de naam Natanaël. Over hem lees je ook bij het sterrenbeeld Weegschaal. Daar kan je lezen hoe de apostel Philippus deze Bartolomeus naar Jezus bracht. Johannes de evangelist vertelt het als volgt:

 

Toen Jezus de volgende dag naar Galilea wilde vertrekken, trof hij Philippus aan en zei tot hem:

“Volg mij.” Deze Philippus was van Bethsaïda, de stad van Andreas en Petrus. Philippus ontmoette Natanaël en zei hem: ”Degene over wie Mozes in de Wet heeft geschreven en ook de profeten, hem hebben wij gevonden: Jezus, de zoon van Jozef uit Nazareth.” Natanaël smaalde : “Uit Nazareth, kan daar iets goeds vandaan komen?” Waarop Philippus antwoordde: “Kom dan kijken.” Jezus zag Natanaël en zei, doelend op hem: “Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is.” Natanaël zei tot hem: “Hoe kent gij mij ?” Jezus gaf ten antwoord: “Voordat Philippus u riep, zag ik u onder de vijgenboom zitten.” Toen zei Natanaël tot hem: “Rabbi, gij zijt de Zoon van God. Gij zijt de koning van Israël.” Jezus antwoordde:  “Omdat ik u zei dat ik u onder de vijgenboom zag, gelooft ge? Gij zult grotere dingen zien dan deze. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: gij zult de hemel open zien en de engelen Gods zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon.”

 

Na de dood en de verrijzenis van Christus werd Bartolomeus een wandelende predikant. Zijn schreden voerden hem naar Armenië, aan de Kaspische Zee. Naar het schijnt zou hij zelfs tot in Indië getrokken zijn om daar de leer van Christus te brengen, wat enkele eeuwen later gestaafd werd door het feit dat er in Indië mensen werden aangetroffen die reeds van Christus hadden gehoord.

 

Het einde van Bartolomeus (Bart) is niet zo navolgenswaardig, hoewel dat einde toch heel goed begon. Hij genas namelijk de dochter van de Armeense koning - Bartolomeus schijnt heel goed geweest zijn in het genezen, en vooral het genezen van bezetenen. Daarop liet de koning zich dopen en heel zijn familie met hem. Dat was niet naar de zin van de afgodenpriesters. Die beraamden een aanslag en kregen de broer van de koning zover dat hij de soldaten op Bartolomeus afstuurde. Bartolomeus werd gegrepen, gevangen genomen en kreeg ten slotte de Perzische doodstraf: hij werd eerst levend gevild en dan gekruisigd.

 

Sommigen beweren echter dat hij na het villen onthoofd werd. Het is dan ook te begrijpen dat Bartolomeus de patroon werd van de leerlooiers en van allen die met huiden en leer te maken hadden, zoals bijvoorbeeld de schoenmakers en de boekbinders.

 

Bij heiligen is het ook altijd boeiend om te weten wat er met hun lijk, in dit geval met het gebeente, gebeurde. Zo reislustig als Bartolomeus was bij leven, zo reislustig bleek ook zijn gebeente. Dat kwam eerst in Mijafarkin terecht, later in het Mesopotamische Daras. In 580 verhuisde het naar het eiland Lipari. Maar omdat er Arabische zeerovers dreigden, werd het gebeente veiligheidshalve overgebracht naar een klooster in Benevento. Toen de Duitse keizer Otto III in 983 bovenop de resten van een Aesculapiustempel op het Tibereiland in Rome een kerk liet bouwen ter ere van de heilige Adalbert, verplichtte hij de monniken om het gebeente van Bartolomeus af te staan en zo kwamen de relieken in Rome terecht. Na de dood van de keizer lieten de monniken weten dat ze een vals gebeente hadden geleverd en dat Bartolomeus nog steeds bij hen was in Benevento. Het kwam tot een proces dat door geen van beide partijen werd gewonnen : in 1740 besliste de paus dat beide plaatsen over een authentiek gebeente beschikten.

Blijkbaar was het niet voldoende om op twee plaatsen bijgezet te zijn, delen van zijn skelet werden naar andere oorden gebracht: in Frankfurt bijvoorbeeld bevindt zich een schedel van de heilige. In 1515 werd een deel van zijn gebeente zelfs naar Geraardsbergen in Oost-Vlaanderen overgebracht.

 

 


 

De Schorpioen in de middeleeuwen

 

Het sterrenbeeld Schorpioen was in de middeleeuwen een heel belangrijk sterrenbeeld, zeker voor de alchemisten. Alchemisten zochten naar de ‘Steen der wijzen’ (Magisterium) waarmee ze lood of ijzer in goud konden transformeren. Dat kon alleen gebeuren als de zon in het sterrenbeeld Schorpioen verbleef. Bovendien was voor de astrologen de plaats van dit sterrenbeeld het ‘huis van Mars’, de oorlogsgod. Ook voor hen was dit sterrenbeeld dus van groot belang. Dat komt hoogstwaarschijnlijk door de helderste ster van dit sterrenbeeld die door haar kleur aan Mars deed denken.

 

De Bosjesmannen in Zuid-Afrika kennen deze twee sterren als "de jonge vrouwen van de grote antiloop".

 


 

Ster en steen

 

Op de borstplaat van de Israëlische hogepriester waren 12 stenen bevestigd. Die correspondeerden met de 12 zonen van Jakob en daardoor ook met de 12 sterrenbeelden van de dierenriem.

 

Exodus 39, 8-14

Een kunstenaar maakte van hetzelfde materiaal als de efod de orakeltas: van gouddraad, paarse, karmijnrode en scharlaken wol, en van getwijnd linnen. Ze was vierkant als het doek dubbelgeslagen werd, een span lang en een span breed, en bestond uit twee stukken. Ze werd bezet met vier rijen edelstenen: een robijn, een topaas en een smaragd vormden de eerste rij; een granaat, een saffier en een aquamarijn de tweede rij. Op de derde waren een hyacint, een agaat en een amethist bevestigd. De vierde bevatte een chrysoliet, een kornalijn en een onyx. Ze waren gevat in gouden zettingen. Er waren twaalf stenen, zoals er twaalf namen zijn van de zonen van Israël. Op iedere steen was de naam van een der twaalf stammen gegraveerd, zoals men dat bij zegels doet. (1)

 

 

 

Steen (mineralogie): Saffier (tweede rij, tweede kolom)

Saffier is een heldere blauwe variëteit van het mineraal korund en is zeer gewaardeerd als edelsteen. De belangrijkste vindplaatsen zijn Birma (Myanmar), Sri Lanka, India en Thailan.

De link met het sterrenbeeld is hypothetisch. Er zijn in de literatuur linken met andere stenen te vinden.

 


 

De helderste sterren van de Schorpioen

 

De rivaal van Mars

Antares, Alpha Scorpii, is een opvallende ster, die vooral in de zomer te zien is. De naam is uitzonderlijk niet van Arabische origine, maar van Griekse afkomst: Anti-Ares of Rivaal, Opponent van Mars. Naar het schijnt is die naam te wijten aan de kleur van deze ster: rood. Al fonkelt ze ook met smaragdgroene tinten.  Voor de Arabieren was deze ster het hart van de schorpioen, in het Arabisch: Kalb al Akrab, een naam die ook bij Romeinen en Grieken voorkwam: Cor Scorpii en Kardia Skorpion. Volgens sommigen is de naam afgeleid van de legendarische held Antar, over wie geschreven staat in een van de Gouden Mu’allakat. Dat zijn zeven Arabische gedichten die in gouden letters op zijde of Egyptisch linnen geschreven staan en opgehangen zijn in de Ka’bah van Mekka.

 

Antares was de eerste ster die bij dag door een telescoop werd waargenomen, al beweren sommige astronomen dat het niet Antares was, maar Arcturus uit het sterrenbeeld Boötes.

 

Voor de Perzen was Antares een van de vier Koninklijke Sterren. Deze sterren gaven de zonnewenden en nachteveningspunten aan op de ecliptica. Samen met Aldebaran in de Stier, Regulus in de Leeuw en Fomalhaut in de Waterman vormt Antares een groot kruis aan de hemel.

 

De ster zelf is een grote superreus, 300 maal groter dan de zon. Ze staat op 365 lichtjaar van ons verwijderd, wat wil zeggen dat het licht dat we vandaag zien bij deze ster vertrokken is toen West-Europa midden in de Dertigjare Oorlog was verwikkeld. In Nederland ging het toen heel wat beter en de rijken hadden er zich toegelegd op de handel in tulpenbollen. Er werd zelfs gespeculeerd op de prijszetting. Na een reeks faillissementen greep de overheid in en werd de handel weer normaal.

 

De krab

Bèta Scorpii heet ook Acrab. Het zijn eigenlijk twee sterren, waarvan de helderste ster dan ook nog eens een begeleider heeft. Dit drievoudig sterrensysteem staat 540 lichtjaren van ons verwijderd. De naam verwijst naar de linker schaar van de schorpioen, en verwijst tevens naar de krab die eertijds als voorvader beschouwd werd van de schorpioen. Tenminste dat kunnen we lezen bij Sint Augustinus.

 

De kop van de schorpioen

Delta Scorpii heet ook Dschubba. Het is de kop van de schorpioen. Het licht van deze ster doet er 990 jaar over om tot bij ons te komen. Als ik nu dus naar deze ster kijk, dan zie ik de aanvang van de 11e eeuw en kom midden in het feodale Europa terecht. De Vikingen beginnen andere horizonten te verkennen, richting Amerika. Maar in West-Europa hebben ze zich blijvend gevestigd en zijn stilaan minder allochtoon geworden. Zeker als we naar Willem de Veroveraar kijken, die de landstreek van Frankrijk waar hij verbleef tot op de dag van vandaag de naam van zijn afkomst heeft geschonken: Normandië. Zou zo iets nu ook nog mogelijk zijn? Hij was bovendien gehuwd met de Vlaamse Mathilde.

 

De staart van de schorpioen

Lambda Scorpii draagt de naam Shaula, wat niets anders wil zeggen dan ‘staart van de schorpioen’. Het is trouwens dat lichaamsdeel dat door deze ster aangeduid wordt. Deze ster staat 270 lichtjaar van ons verwijderd.

 


 

Astronomie: de zon vertoeft  in het sterrenbeeld Schorpioen van ± 22 tot ± 29 november.

Astrologie: de zon vertoeft in het sterrenbeeld Schorpioen van ± 21 oktober tot ± 20 november

 


 

 

 

 

De namen van de sterren in de belangrijkste sterrenbeelden

Een beknopt overzicht van de sterrenbeelden die in de lessen astronomie aan bod komen

 

 

29-09-07

cielen.eu 10-08-2007