STIER
Nederlands Stier
Latijn
Taurus
Frans
Taureau
Engels
Bull
Duits
Stier
Italiaans
Toro
Spaans
Tauro
Portugees
Tauro
De Stier in de Griekse mythologie
Poseidon, de god van de zee, had bij Libya de tweeling Agenor en Belos
verwekt. Toen hij volwassen was, verliet Agenor het land en vestigde zich in
de streek die toen Kanaän heette, en onder die naam ook via de Bijbelse
verhalen enige bekendheid verwierf. Daar huwde hij Argiope. Zij kregen vijf
zonen: Cadmus, Phoenix, Cilia, Thasus en Phineus. Eén dochter hadden ze ook:
Europa.
Cadmus zal de stichter worden van de Griekse stad
Thebe.
Phoenix wordt de stamvader van de Phoeniciërs
(Feniciërs of Puniërs).
Cilia geeft zijn naam aan de Klein-Aziatische
streek Cilicië.
Thasus geeft zijn naam aan het schiereiland Thasos
tussen de Zee van Marmara en de Zwarte Zee.
Phineus was een ziener, die echter zijn
zienersgaven misbruikt had en daarvoor door Zeus gestraft werd: de Harpijen
verpestten zijn eten en zijn leven, en hij leed vreselijke pijnen. Aan zijn
lijden komt pas een einde als de Argonauten de Harpijen op de vlucht jagen. De
enige dochter, Europa, zal haar naam verbinden aan een werelddeel.
Agenor werd koning over de landstreken rondom de steden Sidon en Tyrrus,
die dankzij de purperslakken tot grote rijkdom waren gekomen. In zijn burcht
groeide Europa op.
Reeds als jong meisje was zij de lieveling van iedereen. Zij was bijzonder
mooi en bevallig, was vriendelijk en lief. Iedereen werd door haar
verschijning bekoord, zo ook de hoogste der goden, Zeus.
Bij een van de vele wandelingen die Europa met haar vriendinnen langs de
zee maakte, waarbij ze nu en dan bloemen plukten en bloemenkransen vlochten en
daarmee getooid reidansen hielden, had Zeus haar opgemerkt. Hij was
ogenblikkelijk ten zeerste ingenomen met haar schoonheid en kon zijn ogen niet
meer van haar afwenden. Eros had Zeus heimelijk met zijn pijlen getroffen,
waardoor bij Zeus een hevig verlangen naar dit meisje werd opgewekt.
Zeus riep zijn bode Hermes en gaf hem de opdracht om naar de aarde af te
dalen en zich te begeven naar de landstreek van koning Agenor: "Daar is de
kudde van koning Agenor, zij graast op de heuvels, niet ver van de burcht,
dicht bij de zee. Ga erheen in de gedaante van een herder en drijf de kudde
naar de weiden bij de zee."
Amper was Hermes vertrokken of Zeus daalde zelf ook af naar de aarde en nam
de gestalte aan van een glanzend witte stier. De vacht blonk in het hevige
zonlicht en straalde als goud. De horens waren zo kunstig gedraaid als waren
ze door een kunstenaar vervaardigd en in het midden van de kop was er een bles
in de vorm van een maansikkel. In die gedaante begaf Zeus zich tussen de kudde
van koning Agenor. Hermes dreef de kudde langzaam in de richting van de weiden
die van de heuvel naar de zee afdaalden.
Diezelfde ochtend was Europa vroeg opgestaan. Zij was wakker geworden van
een droom. Twee vrouwen waren haar in die droom genaderd. De ene was oud en
tamelijk donker van huidskleur. Zij was moederlijk en bezorgd, haar naam was
Azië. De andere was blank en jong. De jonge kwam naar Europa en greep haar
vast. Ze rukte en trok om Europa naar zich toe te halen, maar de oude wijze en
vriendelijke vrouw beschermde haar. Maar wat Azië ook deed, ze kon niet
beletten dat de jonge vrouw Europa naar zich toe trok. Daarop was Europa
wakker geworden. Ze zweette en kon daarna de slaap niet meer vatten.
Lange tijd lag ze wakker voor zich uit te staren in het duister. Toen
eindelijk de ochtend aanbrak was Europa opgestaan en naar buiten gegaan. Ter
verstrooiing had ze al vele bloemen geplukt, hyacinten, lelies en vele andere.
Daarmee had ze bloemenslingers gemaakt.
Toen de vriendinnen haar op de weide vonden, kwamen ze bij haar. Ze wilden
samen met haar zingen en dansen, maar Europa had er geen zin in. Toen de
meisjes echter aandrongen en zelf aan het dansen gingen, kon Europa zich niet
langer bedwingen. Ze piekerde niet meer, maar gaf zich over aan dans en spel
en het vrolijke, onschuldige spel kon haar helemaal opbeuren. Weg was de
droom; weg de deprimerende gedachten. De zon scheen, de wereld was mooi. En
daar in de verte zag ze de kudde van haar vader, begeleid door een van de
herders. Snel viel het haar op dat daar in de kudde een stier was die
onvoorstelbaar mooi was. Dat trok haar aandacht. Ze leidde de meisjesgroep in
de richting van de herder, die op zijn beurt haar tegemoet kwam en de kudde
haar kant op dreef. Ten slotte liet hij de kudde rustig grazen en de prachtige
witte stier legde zich in het gras om te herkauwen.
Europa en de meisjes naderden de stier. Hij bleef rustig liggen. Europa
kwam dichterbij, de meisjes volgden haar. Ze streelde de sterke kop van het
dier, woelde met haar vingers door de haren die maanvormig over de kop vielen
en merkte dat de stier haar gewillig liet begaan. Er ging geen enkel teken van
gevaar van hem uit. Daardoor gesterkt nam Europa de bloemenkrans van haar
hoofd en hing hem rond een van de horens. De meisjes volgden haar voorbeeld en
versierden de stier met hun eigen bloemenkransen. De stier loeide zacht van
behagen en stekte zich nog verder uit in het gras. Hij hief zijn kop op, keek
achterom als wilde hij tegen Europa zeggen: "Klim maar op mijn rug". De
meisjes hadden het gemerkt en moedigden Europa aan.
"Hij is zo tam, klim maar gerust op zijn rug," zeiden ze.
Europa ging als een amazone op de rug van de stier zitten. De stier lag
doodstil neer, hij verroerde niet, bevreesd als hij was dat Europa weer weg
zou gaan. Het was een prachtig gezicht. De fiere prinses zittend op de rug van
zo’n machtig dier. De meisjes om haar heen dansten en juichten. De stier sloot
de ogen.
Langzaam, heel langzaam en uiterst behoedzaam kwam de stier recht. Europa
hield zich vast aan de met bloemen versierde horens. Toen stond de stier
helemaal recht, de kop fier omhoog, temidden van de kring dansende meisjes.
Hij bewoog heel rustig en ontspannen. Hij richtte zijn kop voorzichtig naar
links, dan naar rechts, en voelde hoe Europa de horens stevig vasthield.
Europa lachte om haar eigen moed, om de spanning van dit heerlijke moment.
Toen stapte de stier heel behoedzaam voorwaarts. De kring van meisjes ging
uiteen. Ze wierpen bloemen naar de stier. Europa zat rustig en ontspannen op
de rug. De stier bewoog zo gracieus dat ze niet geschokt werd. De stier volgde
de dansende meisjes. In een grote kring ging het, langzaam de heuvel af.
Opeens hield de stier halt, een kort moment slechts. De kop ging achterover en
hij loeide. Van schrik stoven de meisjes alle kanten uit. Europa lachte, en
haar stem klonk boven het loeien van de stier uit. Toen bleven de meisjes
staan en keken om. Ze zagen hoe de stier met Europa op zijn rug nu verder de
heuvel afliep. Majestatisch was de gang van het dier. Maar al snel veranderde
zijn stappen in lopen. Snel en sneller ging het naar beneden. De lange haren
van Europa wapperden achter haar. De bloemen aan de horens raakten los en
dwarrelden om het tweetal heen. Het was een onvoorstelbaar mooi beeld. De
meisjes volgden op een afstand; ook zij liepen, maar niemand van hen kon de
stier inhalen. Ze zongen en juichten nog. Maar opeens bleven ze staan. Hun
gezang stierf weg. Het dansen stokte. De stier liep zo snel, dat hij nooit nog
tijdig zou kunnen stoppen bij de zee.
Een weinig later zagen ze hoe het water hoog opspatte. De stier was in de
zee gegaan, met Europa op zijn rug. De meisjes konden niet meer zien hoe
Europa er aan toe was. Vol schrik had ze zich nu aan de horens vastgeklampt.
Het water klotste en spatte om haar heen, maar wonderlijk genoeg viel niet één
druppel op haar. Ze trachtte om te kijken en toen haar dat eindelijk lukte
stelde ze tot haar ontzetting vast dat de stier verder en verder de zee in
zwom. Zonder vaart te minderen. Met vaste slagen van de poten zwom de stier.
Verder en verder naar het westen. Niets hield hem tegen. Europa wilde
schreeuwen, maar er kwam geen geluid over haar lippen. Angst beklemde haar
volledig. Ze zag niet meer, ze hoorde niet meer, ze dacht niet meer. Ze moest
zich overgeven aan wat met haar gebeurde.
De hele dag zwom de stier verder, ook de nacht en de daaropvolgende dag.
Toen kwamen ze bij een eiland. Daar ging de stier aan land. Europa was
uitgeput. Ze trilde op haar benen toen ze eindelijk de vaste grond onder haar
voeten voelde. Het leek zo onwerkelijk wat met haar gebeurde. Ze legde zich
neer op het hete zand. Toen verloor ze het bewustzijn.
De zon ging onder. Bloedrood, ver weg in de blauwe zee.
Toen Europa opkeek was de stier weg, maar naast haar stond de mooiste man
die zij ooit in haar leven had aanschouwd. Sterk en groot, fors gebouwd. Als
een god was hij, stralend en licht.
Hij leidde Europa tussen de wilgenbosjes, dicht bij een koel, klaterend
beekje. Daar nam hij haar en schonk haar zijn goddelijk zaad. Hij liet een
diepe slaap over haar komen.
Toen Europa de volgende ochtend wakker werd, bevond zij zich helemaal
alleen op het strand. Droefheid overviel haar en moedeloosheid. Nu was ze ver
weg van haar geboorteland, alleen op een vreemd eiland. Hoe moest het nu
verder met haar? Ze zette zich moedeloos neer en weende. Met haar blanke
handen bedekte ze haar gelaat. Haar haren vielen verward over haar handen en
schouders.
Opeens hoorde ze een wonderlijk zachte en lieve stem. Ze keek op. Naast
haar stond Aphrodite. Ze troostte Europa.
"Vrees niet, Europa. Jij was de uitverkorene van de hoogste der goden. Hij
heeft je naar hier gevoerd, want jouw lot zal vanaf nu met dit werelddeel
verbonden blijven. Het zal jouw naam dragen en uit jou zal een machtig
koningshuis voortkomen. Zo heeft Zeus het gewild. Schik je in alles wat hij
met je voorheeft."
Toen verdween Aphrodite, maar haar zilveren lichtglans bleef nog lang over
de zee hangen.
Het kind dat negen maanden later uit Europa werd geboren zal later koning
Minos worden. Hij zal de grote burcht bouwen en het labyrint in Cnossus. Later
zal Europa ook nog de moeder worden van Rhadamanthus, die koning zou worden
over Phaistus. Maar Minos zal Rhadamanthus van het eiland verjagen.
Het eiland waarop Europa werd gebracht was Kreta, de geboorteplaats van
Zeus en het eiland waar de eerste Europese cultuur tot stand kwam.
In een andere versie van deze mythe wordt verteld hoe Zeus Europa op Kreta
in de gedaante van een adelaar verkrachtte.
De Stier in de Bijbel
Reeds in Egypte werd het Israëlitische volk gerangschikt naar de afkomst
van de twaalf stammen, die verband hielden met de twaalf zonen van Jakob. De
stam van Levi echter werd, naar de wens van Jakob, verdeeld over de andere
stammen. In de plaats daarvan kwam de stam van Manasse, de oudste zoon van
Jozef die zelf de elfde zoon was van Jakob.
Kort voor zijn dood wil Jakob, die naar Egypte is geëmigreerd, zijn zegen
uitspreken over zijn zonen, en over de twee oudste zonen van Jozef.
Genesis 48, 8-22
Bij het zien van Jozefs beide zonen vroeg
Israël: 'Wie zijn dat?' Jozef zei tot zijn vader: 'Dat zijn de zonen die God
mij hier gegeven heeft.' Jakob zei: 'Laat ze bij me komen, ik wil hen mijn
zegen geven.' Jakobs ogen waren van ouderdom zo zwak geworden dat hij niet
goed meer kon zien. Toen Jozef hen bij hem had gebracht, kuste en omhelsde hij
hen. Jakob sprak tot Jozef: 'Ik had niet kunnen vermoeden dat ik je nog zou
terugzien; en nu laat God mij ook nog je kinderen zien.'
Toen verwijderde Jozef hen van zijn vaders
knieën en boog met zijn gezicht tot op de grond. Daarop nam Jozef met zijn
rechterhand Ephraïm vast - voor Jakob was dat links - en met zijn linkerhand
Manasse - voor Jakob was dat rechts. Zo bracht hij beiden tot vlak bij hem.
Toen strekte Jakob de rechterhand uit en legde die op het hoofd van Ephraïm,
ofschoon hij de jongste was; en zijn linkerhand legde hij op het hoofd van
Manasse, ofschoon Manasse de eerstgeborene was; hij kruiste dus zijn handen.
Toen zegende jij Jozef en sprak: 'De God naar wie mijn vaderen Abraham en
Isaak hun schreden gericht hebben, de God die mij mijn leven lang tot op heden
geweid heeft, de engel die mij verlost heeft uit alle nood, moge deze jongens
zegenen. Moge in hen mijn naam en de naam van mijn voorvaderen Abraham en
Isaak voortleven, mogen zij talrijk worden in dit land.'
Toen Jozef merkte dat zijn vader de rechterhand
op het hoofd van Ephraïm gelegd had, vond hij dat verkeerd; hij greep de hand
om ze van Ephraïms hoofd te verwijderen en ze op het hoofd van Manasse te
leggen. Hij zei tot zijn vader: 'Niet zo, vader, want dit is de oudste; op
zijn hoofd moet u uw rechterhand leggen.' Maar zijn vader weigerde en zei: 'Ik
weet het mijn zoon, ik weet het. Ook hij zal tot een volk uitgroeien en groot
worden, maar zijn jongere broer zal groter zijn dan hij, en zijn nageslacht
groeit uit tot een menigte volken.' En hij sprak op die dag deze zegen over
hen uit: 'Met jouw naam zal Israël zegen afsmeken en men zal zeggen: God make
u gelijk aan Ephraïm en Manasse.'
Zo plaatste hij Ephraïm vóór Manasse.
Nu zei Jakob tot Jozef: 'Ik ga sterven; God zal
je beschermen en je naar het land van je vaderen terugbrengen. Aan jou geef ik
iets meer dan aan je broers: een bergrug die ik met zwaard en boog op de
Amorieten veroverd heb.'
De Stier in de christelijke hemel
Het sterrenbeeld Stier kreeg ook een christelijke variant. Het is de
apostel - alle sterrenbeelden van de dierenriem zijn apostelen - Andreas (Sint
Andries).
Wie was Andreas?
Hij was de broer van Simon, die later Petrus genoemd werd. Hij was net als
Petrus
visser. Andreas was in contact gekomen met Johannes de Doper en een
leerling van hem geworden. Toen Jezus bij Johannes kwam, verliet Andreas zijn
leermeester en liep achter Jezus aan. Jezus vroeg: "Wie zoekt gij?" Andreas
antwoordde: "Ik wil weten waar gij woont." Waarop Jezus zei: "Volg me."
Andreas was het die daarna zijn broer Simon bij Jezus introduceerde.
Het eerste contact duurde slechts één dag en daarna gingen Simon en Andreas
weer aan het werk. Maar op een dag zag Jezus hen vissen en zei: "Ik zal van u
vissers van mensen maken." Daarop lieten zij hun netten in de steek en bleven
als leerlingen bij Jezus.
Na Jezus’ dood predikte Andreas bij de Scythen en stierf daar de marteldood
aan een X-vormig kruis. Zo’n kruis wordt nog steeds gebruikt bij de spoorwegen
als verkeersteken bij een overweg.
In 357 werd zijn lichaam overgebracht naar Constantinopel en enkele
relikwieën kwamen enkele jaren later in Schotland terecht. Bij de kerk waarin
de relikwieën bewaard werden ontstond de stad St.-Andrews. Nog steeds is hij
de beschermheilige van Schotland.
Andreas is ook in onze streken een populaire heilige. Zijn naam is nu wat
minder modieus, maar er zijn toch nog heel wat mensen die André of Dré of
Dries heten. In de iconografie wordt Andreas steeds afgebeeld met het
X-vormige kruis. Daaraan is hij te herkennen.
Meer over
de heilige Andreas op www.cielen.eu
Ster en steen
Op de borstplaat van de Israëlische hogepriester waren 12
stenen bevestigd. Die correspondeerden met de 12 zonen van Jakob en daardoor
ook met de 12 sterrenbeelden van de dierenriem.