2. De ontwikkeling van het tekenen bij
kleuters tussen 3 en 4 jaar.
Eerst is er de behoefte om te krassen en de resultaten van de beweging te
zien. De jonge peuter tekent de lijnen heen en weer en gaat zo dikwijls over
de vorige lijn heen, tot er een waar kluwen, een verdichting ontstaat:
De lijnen van de jongste kleuters zijn meestal kromme en gebogen lijnen,
zelden of nooit rechte lijnen. Dat is zo, omdat veel van die lijnen ontstaan
uit de beweging, vanuit een scharnierpunt in elleboog of schouder, later ook
uit de pols.
In deze tekening zie je dat de lijnen vanuit de elleboog getekend zijn:
Maar er is een ontwikkeling in twee richtingen in die lijnen vast te
stellen. Enerzijds ontwikkelen zich vanuit die beweging lijnen die tot
cirkels of kringen evolueren:
Anderzijds ontstaan er ‘rechte’ lijnen:
Soms komen de drie soorten lijnen in 1 tekening samen voor; zoals in de
tekening die nu volgt:
In deze tekening zien we van linksboven naar rechtsonder lijnen die
vanuit het ellebooggewricht getekend zijn. Als we ze even afzonderen uit de
tekening, zien we dat duidelijker:
Dan zien we in het midden van de tekening ook de gebogen lijnen die in
kringen verlopen:
En rechts op de tekening zien we de ‘rechte’ lijnen:
De in kringen of cirkels lopende lijnen gaan zich op een bepaald moment
sluiten en vormen een binnenruimte. Die wordt ofwel naar binnen gevuld met
rechte lijnen of naar buiten met lijnen die meer straalsgewijs vanuit de
cirkel weggaan. Daaruit ontstaan de eerste herkenbare figuren:
De rechtse tekening bevat twee figuren:
een bloem en een gezicht, lijkend op een stralende zon.
Apart genomen zien we dit :
Hieruit ontstaan dan de zogenaamde ‘kopvoeters’:
Ook de rechte lijnen kunnen aanleiding geven tot het vormen van vlakken.
In de tekening links zien we hoe vanuit de rechte lijn (die eigenlijk
bestaat uit een heen en weer gaan met het tekenkrijt) een vierhoek ontstaat,
in de rechtse figuur wordt de innerlijke ruimte verder opgevuld met lijnen
die naar het eerste ‘gekribbel’ met ‘verdichting’ verwijzen:
Al deze elementen zullen later gebruikt worden bij het vormtekenen.
3.
Voorbereidend schrijven of ritmisch (dynamisch)
tekenen
4.
De ontwikkeling van het gebonden (lopend) schrift