Luc Cielen Lukemieke Ward de Beer De Wingerd Rinkrank Contact Links

      

 LUC CIELEN

 

 

  Pedagogie    Lesvoorbereidingen     Leren lezen     Leren schrijven    Gedichten     Toneelstukken

  Schoolfeesten    Heiligenlegenden     Sterrenbeelden     Muziek     Lezingen    Info-Cielen   

 

 

 

Schoolfeesten

Teksten over de verschillende schoolfeesten en jaarfeesten. Over de wijze van vieren, over de inhouden en over de achtergronden.

 

Eerste schooldag

Herfstfeest

Sint-Maartensfeest of Lantaarnfeest

Adventsvieringen

Sinterklaas

Kerstfeest

Driekoningen

Lichtmis

Carnaval

Palmpasen (Palmzondag)

Paasfeest

Pinksterfeest

Midzomerfeest

Afscheidstoneel zesde klas

Laatste schooldag

 

FEESTEN IN RINKRANK

 (Luc Cielen, tekst gedeeltelijk overgenomen uit de Rinkkrant)

 

15 schoolfeesten waren er jaarlijks voorzien in Rinkrank.

12 van die feesten hebben te maken met de jaarkring en zijn seizoensgebonden.

De meeste daarvan hebben een christelijke betekenis maar zijn van oorsprong natuurfeesten en als dusdanig veel ouder dan de christelijke feesten. Ze kunnen dus door iedereen gevierd worden, of men nu christelijk is of niet.

 

Het zijn op school in de eerste plaats pedagogische feesten en ze worden steeds met de hele schoolgemeenschap gevierd: kleuters, kinderen van de lagere school, leraren, ouders, grootouders, familieleden, vrienden en kennissen, buren.

 

Deze feesten zijn belangrijk:

Het zijn grote ankerpunten in de loop van het jaar. Dankzij die feesten ontstaat er een duidelijk ritme in de jaargang. Voor kleine kinderen is dat een grote houvast. De tijd krijgt er structuur door. In de klassen wordt er steeds naar een feest toe gewerkt. En stilaan worden de kinderen zich bewust van de tijd en de opeenvolging van de feesten.

 

Voorbeeld : Als het herfstfeest gedaan is, beginnen stilaan de liederen voor het volgende feest (Sint-Maarten) geoefend te worden. De kinderen herkennen aan de liederen al dat volgende feest. Dan komt het verhaal over Sint Maarten. Dan komen de knutselwerkjes (lantarens) aan bod, er wordt toneel geoefend en de muziek wordt afgewerkt. En dan is het grote moment van het feest daar, het is het hoogtepunt. Maar de voorbereiding is in feite veel belangrijker dan het feest zelf.

 

Deze feesten zijn toonmomenten. Omdat elk feest een pedagogische inhoud heeft, is er ook steeds een grote inbreng van kinderen en leraren. En omdat het kunstzinnige de basis is van deze pedagogie zijn al deze toonmomenten ook kunstzinnig: koor, orkest, toneel, verhaal, theater, poppenspel ... zijn mogelijke ingrediënten van het feest.

Waarom kunstzinnig ? Omdat in het kunstzinnige ieder kind zichzelf kan uiten. Ieder heeft wel op een of ander vlak een gave en dankzij zang, muziek, toneel, knutselen, schilderen, tekenen, dansen kan ieder zichzelf zijn en zich tonen. Het kunstzinnige is de meest directe weg om gedifferentieerd te werken.

 

Elk feest is een sociale activiteit. De hele schoolgemeenschap is daarbij verbonden. De inbreng van de ouders is dan ook groot. Samen plannen, samen versieren, samen aan tafel. Daarom is er bij elk feest ook een culinair aspect. Feesten zonder eten en drinken: dat bestaat niet.

Voorbeeld : Het herfstfeest: ouders van bepaalde klassen versieren de zaal met herfsttakken en vruchten. Ouders van andere klassen krijgen bak- of kookopdrachten voor de ‘tafel van overvloed’. Iedere ouder kan zijn vaardigheden tonen: koude schotels, soepen, noten- en vruchtentaarten en -cakes. En zo verder. Het herfstfeest is culinair een hoogtepunt, want de herfst schenkt overvloed. Dat maakt ook een grote indruk op de kinderen.

 

Twee uitgangspunten staan bij elk feest voorop : natuur en christelijke impact. De natuur omdat elk feest in oorsprong een natuurfeest is. Er zijn dus elementen van oude voorchristelijke culturen aanwezig. Christelijk omdat we nu eenmaal in dit land een christelijke erfenis hebben, het behoort tot onze eigen cultuur.

 

Voorbeeld : Het Pinksterfeest is duidelijk een lentefeest met meiboom en reidansen en een overvloed aan bloemen. Dat is het natuuraspect van dat feest. Het christelijke aspect komt tot uitdrukking in het talenfeest dat daarbij hoort (de apostelen spraken in ‘talen’). Het christelijke ligt er echter niet vingerdik op, het is eerder inspiratiebron voor de inhoud van het feest.

Elk feest is drieledig in zijn opzet :

INHOUDELIJK-PEDAGOGISCH : een verhaal (bijvoorbeeld Lichtmis), een toneel (bijvoorbeeld Herfstfeest, Paasfeest), een poppenspel of een ander spel (bijvoorbeeld schimmenspel bij Sint-Maarten). Steeds ruim omkaderd met zang en instrumentale muziek.

 

Dit is de belangrijkste pedagogische inbreng bij elk feest. Het is ook het beschouwelijke deel van het feest. In het drieledige mensbeeld zijn we hier het meest met het DENKEN bezig, al is het VOELEN hier ook sterk bij betrokken. We zijn in elk geval met het HOOFD en HART bezig.

 

ACTIVITEIT : een wandeling (bijvoorbeeld lantaarntocht bij Sint-Maarten), vliegeren (Herfstfeest), volksspelen (Midzomerfeest)

Zo komen we in beweging. We zetten de LEDEMATEN in werking. Het aspect DOEN is hier de hoofdzaak.

 

CULINAIR : bijvoorbeeld het herfstbuffet bij het Herfstfeest, pannenkoeken met Lichtmis, groenten en dipsausjes bij het Pinksterfeest, aardbeien en ijs bij het Midzomerfeest, paasbrunch bij het Palmpasenfeest.

Dit is het meest sociale element in elk feest.

De BUIK wordt hier het meest aangesproken, en daardoor ook ons GEVOELSLEVEN. Wie verzadigd is ervaart een soort geluksgevoel. En dat hoort toch zéker op een feest.

Dankzij de drieledige aanpak kunnen we telkens de HELE MENS bij elk feest betrekken.

En tot slot mogen we niet vergeten dat elk feest MOOI moet zijn. En dat is dan weer het religieuze element in elk feest. Schoonheid geeft ons de meest religieuze ervaring. En dat is de rode draad doorheen elk feest. Hierdoor stimuleren we eerbied en respect en dat werkt door in de hele pedagogie en in de ontwikkeling van elk kind.

 

cielen.eu 10-08-2007