Luc Cielen Lukemieke Ward de Beer De Wingerd Rinkrank Contact Links

      

 LUC CIELEN

 

 

  Pedagogie    Lesvoorbereidingen     Leren lezen     Leren schrijven    Gedichten     Toneelstukken

  Schoolfeesten    Heiligenlegenden     Sterrenbeelden     Muziek     Lezingen    Info-Cielen   

 

 

 

Sterrenbeelden

 

CEPHEUS

 


 

Nederlands          Cepheus

Latijn                   Cepheus

Frans                   Céphée

Engels                  Cepheus

Duits                    Cepheus

 

 


 

Het sterrenbeeld

 

Cepheus is een 'vorstelijk' sterrenbeeld, hoog aan de hemel. Het is in onze streken een van de circumpolaire sterrenbeelden, dus steeds boven de horizon.

 

Cepheus is de echtgenoot van Cassiopeia en mag ook als sterrenbeeld aan haar zijde vertoeven. We blijven bovendien, mythologisch en astronomisch in de buurt van de sterrenbeelden Draak, Kleine Beer en Grote Beer.

 

Cepheus wordt dikwijls genoemd: de zachtstralende. Omdat in dit sterrenbeeld geen enkele opvallend heldere ster te vinden is. Toch is het helemaal niet moeilijk om Cepheus aan de hemel te ontdekken. Het beeld is namelijk zeer regelmatig van vorm: een vierkant, met daarbovenop een driehoek. Het vierkant is lichtjes scheef, de driehoek is gelijkbenig. De top van de driehoek ligt ongeveer op de denkbeeldige lijn die loopt van de Grote Beer (de twee sterren die de achterzijde van de Wagen vormen) over de Poolster naar Cassiopeia.

 


 

 

Cepheus in de Griekse mythologie

 

Cepheus is koning van Ethiopië, gemaal van Cassiopeia en vader van de mooie Andromeda.

Onder het sterrenbeeld Cassiopeia  wordt verteld hoe Cassiopeia, door haar grootspraak, haar dochter in het verderf stortte.

 

In de Griekse mythe van Perseus treden Cepheus, Cassiopeia en Andromeda ten tonele op het ogenblik dat Perseus, op de terugweg van Atlas naar Griekenland, de Ethiopische kust overvliegt. (Perseus beschikte over gevleugelde sandalen.) Daar bemerkt hij plotseling een jong meisje, naakt aan een rots gekluisterd, omgeven door de golven van de zee. Het is Andromeda. Onmiddellijk strijkt Perseus bij haar neer. Hij ziet de tranen in haar ogen. Een grote bekommernis om haar lot maakt zich van hem meester.

"Waarom ben je hier vastgeketend? " vraagt hij, "Hoe heet je, en waar kom je vandaan?"

Andromeda's gemoed schiet vol, ze is niet bij machte te antwoorden. De tranen rollen over haar kaken. Geduldig wacht Perseus, tot het snikken mindert, en Andromeda stil en hortend vertelt welke rampspoed over haar gekomen is.

 

Amper is zij uitgesproken, of de golven om de rots beginnen hevig te schuimen en spatten hoger en hoger op. Weldra duikt uit de diepte van de zee een geweldig monster op, dat met zijn brede borst de hele zee-engte vult.

 

Perseus stijgt op, en bemerkt niet ver daar vandaan de vader en de moeder van Andromeda. Ze rennen naar het schuimende en kolkende water, bewust van hun schuld in dit drama. Perseus daalt bij hen neer en in korte bewoordingen stelt hij hen voor hun dochter te bevrijden, en het ondier te doden. Op voorwaarde dat hij daarna met Andromeda mag huwen.

 

Andromeda was echter al verloofd met Phineus, de broer van Cepheus. Maar Phineus had zich in het hele drama bijzonder onopvallend op de achtergrond gehouden, en niets gedaan om zijn verloofde te redden. Cepheus gaat dus ook maar al te gretig in op het voorstel van Perseus, vermits zijn dochter voor Phineus hoe dan ook verloren is. Cassiopeia geeft ook toe, maar in haar hart kan ze zich niet met de situatie verzoenen. Het zal dan ook weldra blijken dat zij nieuwe rampen over zichzelf en haar familie zal doen neerkomen.

 

Perseus doodt het zeemonster. Hoe dat gebeurt wordt verteld bij het sterrenbeeld Perseus.

 

Korte tijd later treedt hij in het huwelijk met Andromeda. Maar tijdens het huwelijksfeest komt Phineus binnen en eist zijn bruid op. Cepheus springt recht en roept: "Niet Perseus heeft je geliefde geroofd! Je hebt haar al verloren toen wij haar ten offer gaven aan het zeemonster. Toen heb je niets gedaan, al zag je hoe wij haar boeiden en aan de rots vastkluisterden. Waarom heb je haar toen niet bevrijd en met je meegenomen?"

 

Phineus grijpt zijn speer, twijfelt één ogenblik of hij zijn broer ermee zal treffen, maar werpt dan de speer in de richting van Perseus. Deze kan haar ontwijken, maar een hevige strijd ontbrandt in het feestvertrek. Ten slotte haalt Perseus het hoofd van de Medusa tevoorschijn, waardoor iedereen versteent. Behalve hijzelf en Andromeda.

 

 

Poseidon erbarmde zich later over Cepheus, en plaatste zijn beeld (net als dat van Cassiopeia) tussen de sterren, hoog aan het firmament.

 

 

 

De geschiedenis van Perseus wordt door verschillende auteurs verteld. De meest bekende van hen is wel Ovidius, die in zijn Metamorphosen de mythe aanhaalt.

Er is wel onenigheid tussen de diverse auteurs over de afkomst van Cepheus, en de rol van zijn broer Phineus.

 

Volgens Gunther Schwab, die de Griekse mythologieën gebundeld en bewerkt heeft, zijn Cepheus en Phineus broers. Hun andere broers heten Danaus en Aegyptus, en zijn ze afstammelingen van Io, die zelf een dochter was van Inachos, koning van de Pelasgen.

 

Deze Io was, als jonge herderin, door Zeus zwanger gemaakt. Hera, de gade van Zeus, veranderde de mooie Io in een koe. Slechts na lange tijd en na talloze kwellingen kreeg Io haar ware gedaante weer en baarde zij Zeus' zoon: Epaphus. Dat gebeurde aan de oever van de Nijl. Maar Hera liet het kind ontvoeren. Io zocht het en vond het bij de grens met Aethiopia. Ze keerde met hem terug naar de Nijldelta.

Later huwde Epaphos, die tezamen met Io over Egypte heerste, met Memphis. Uit dit huwelijk werd Libya geboren. Later werden Epaphos en Io door de Egyptenaren als Isis en Apis vereerd.

Libya kreeg een zoon: Belos.

De kinderen van Belos waren o.a. Aigyptus, Danaus, Phineus en Cepheus.

Aegyptos kreeg vijftig zonen: de Aegyptiden.

Danaus kreeg vijftig dochters: de Danaïden.

Maar omdat de Aegyptiden nogal opdringerig waren, vluchtte Danaus met zijn dochters naar Griekenland, naar de Peloponnesus, waar hij in Argos de burcht bouwde. Argos was de plaats vanwaar Io afkomstig was.

Maar het hielp niet. De Aegyptiden vonden de Danaïden terug, en wat moest gebeuren gebeurde. Er werd een huwelijksfeest gehouden: vijftig bruiden en bruidegoms zaten tezamen aan de feestdis.

Maar in de nacht die daarop volgde vermoordden de Danaïden hun echtgenoten. Alleen Hypermnestra spaarde haar man Lynceus. De andere negenenveertig werden naar de onderwereld verbannen, waar zij als straf voor hun misdaad water moeten gieten in een vat zonder bodem. Tot in de eeuwigheid zullen ze hiermee doorgaan. Het is het vat der Danaïden.

 

Bij Ovidius is Cepheus de koning van Joppa in Ethiopië. Hij trok, na de vloek van de Nereïden omwille van Cassiopeia's hoogmoed, naar het orakel van Ammon in Egypte. Het was dat orakel dat hem de opdracht had gegeven zijn dochter te offeren aan het zeemonster.

Phineus komt in dit verhaal niet voor. Zijn plaats wordt hier ingenomen door Agenor, die een tweelingbroer was van koning Belos. (Een oom dus van Cepheus).

Deze Agenor kennen we uit weer een ander verhaal. Hij is namelijk de vader van Europa. En daarmee is de link gelegd tussen de Aziatische, Afrikaanse en Europese cultuur.

 

Bovendien blijkt hieruit ook dat het sterrenbeeld Cepheus, zij het indirect, verwant is met de sterrenbeelden Grote Beer en Boötes. Hoe?

Phineus, die hier optreedt als broer van Cepheus, wordt in een andere context vermeld als broer van Europa, dus ook als zoon van Agenor. Een andere zoon van Agenor, en als dusdanig broer van Phineus, was Cadmus, de stichter van de stad Thebe. Zijn dochter was Semele, die Dionysus ter wereld bracht. Het was deze Dionysus die de sterrenbeelden Boötes en Wagen (= Grote Beer) aan de hemel plaatste. Meer hierover vind je in de teksten over Grote Beer en Boötes

 

Cepheus en Phineus worden niet alleen genoemd in de mythe van Perseus, je vindt hen beiden ook terug in de mythe van de Argonauten. Dit is het verhaal over de verovering van het gulden vlies. Phineus, die ook hier de zoon is van Agenor, speelt in dit verhaal de rol van de waarzeggende koning die door de Harpijen wordt lastig gevallen. De Argonauten verlossen hem van de kwelling. Cepheus is in dit verhaal een van de vijftig opvarenden van de Argo. Hij is de zoon van Aleus en afkomstig uit Arcadië. Er wordt heel weinig over hem verteld, en er wordt niet gewezen op een mogelijke verwantschap met Phineus.

 


 

Cepheus in India, Arabië en China

 

De Hindoes kenden ook het sterrenbeeld Cepheus, maar noemden het Capuja. Dat kan afgeleid zijn van het Griekse Cepheus, maar het kan evengoed afkomstig zijn van Kapi, de God-Aap. Het was namelijk zo dat het sterrenbeeld Cepheus omstreeks 21.000 voor Christus de Poolster bevatte. Zodat Cepheus in die dagen een haast goddelijk sterrenbeeld was, waar omheen de hele kosmos draaide (Over 2.600 jaar zal er weer een ster van Cepheus Poolster zijn, zie verder in deze tekst).

 

De Arabieren maakten er een soepje van, niet wat het sterrenbeeld betreft, maar wel wat de naam ervan aangaat. Zij noemden het Kifaus, Kikaus, Kankaus, Fikaus, Fifaus, enz...

 

In China heette dit sterrenbeeld: de Binnenste Troon van de Vijf Keizers.

 

 


 

Cepheus in Bijbel en christendom

 

Wat is er van het sterrenbeeld Cepheus geworden in de verchristelijkte versie? Bij Julius Schiller is het de heilige Stephanus, de eerste martelaar.

Een andere auteur, Caesius, verandert Cepheus in koning Salomo.

Maar ook Zerah, de Ethiopiër, krijgt in de literatuur een plaatsje toegewezen. Wie zijn zij?

 

 

Zerah

Zerah is een Ethiopische koning of krijgsheer die leefde in de dagen van Salomo's achterkleinzoon Asa. Hij is, wat afkomst betreft, verwant aan Cepheus uit de Griekse Mythe.

Over Zerah lezen we in het Oude Testament, in het tweede boek Kronieken, hoofdstuk 14, 1 - 11:

Asa deed wat goed was en Jahwe, zijn God, behaagde; hij verwijderde de uitheemse altaren en maakte een einde aan de dienst op de offerhoogten en sloeg de wijstenen stuk en hakte de heilige palen om. Hij kon in Juda zijn vestingsteden herstellen omdat het land rust genoot. In die jaren was hij niet in oorlog gewikkeld, daar Jahwe zorgde dat hij met rust gelaten werd.

Asa had een leger van driehonderdduizend man uit Juda, gewapend met schild en speer, en van tweehonderdduizend man uit Benjamin, gewapend met schild en boog; het waren allen mannen van aanzien.

Eens rukte Zerah, de Kusiet (Ethiopië) tegen Juda ten strijde met een krijgsmacht van een miljoen man en driehonderd wagens. Toen hij Maresa genaderd was, trok Asa hem tegemoet en ze stelden zich in slagorde in het dal Sefata bij Maresa.

Nu riep Asa Jahweh, zijn God, aan en zei: "Jahwe, buiten U is er niemand die de machteloze kan helpen in zijn strijd tegen een overmacht. Help ons, Jahwe, onze God, want wij steunen op U; in Uw naam zijn wij opgerukt tegen deze geweldige menigte, Jahwe, Gij zijt onze God, laat geen sterveling iets tegen U vermogen.

En Jahwe deed de Kusieten de nederlaag lijden tegen Asa en Juda. De Kusieten sloegen op de vlucht. (1)

Dat de naam Zerah als benaming voor dit sterrenbeeld niet veel succes kende, is duidelijk. Vermoedelijk heeft alleen zijn Ethiopische afkomst ertoe bijgedragen dat hij heel even in aanmerking kwam.

 

Koning Salomo

Koning Salomo is veel meer bekend dan Zerah. Zijn leven en werk staan opgeschreven in het oudtestamentische boek der Koningen.

 

Salomo was de zoon van David en Batseba. Hij volgde zijn vader op als koning van Israël. Hij was de derde koning van het onverdeelde rijk. Na hem zal het rijk uiteenvallen in twee koninkrijken: een in het noorden: Israël, en een in het zuiden: Juda. Hij regeerde in de tiende eeuw voor Christus.

 

Zijn koningschap wordt in alle toonaarden bezongen en geloofd. Niet alleen omwille van zijn wijsheid werd Salomo door tijdgenoten geroemd, maar ook omwille van zijn macht en zijn schier onuitputtelijke rijkdom. Zijn rijk was dan ook veel groter dan wat wij ons heden ten dage voorstellen bij het land Israël. Het strekte zich uit van de Eufraat tot aan Egypte.

In plaats van zijn machtige buren te bestrijden, sloot hij vrede met hen en bevorderde de handel.

Salomo's naam blijft onverbrekelijk verbonden met de bouw van de eerste tempel in Jeruzalem. Deze tempel zou het centrum worden van het geestesleven binnen het jodendom.

De koningin van Sheba (Jemen), die zelf als bijzonder wijs en rijk gekend was, hoorde over Salomo spreken en vereerde hem met een bezoek. Door het stellen van raadsels kreeg zij inzicht in Salomo's grote wijsheid. En bovendien was ze verbluft door de geweldige rijkdommen en luxe.

Toen nu de koningin van Sheba bemerkte hoe wijs Salomo was, en zij het paleis zag dat hij gebouwd had, de spijzen van zijn tafel, de aanzittende hovelingen, de rijen bedienden in hun kledij en de schenkers, verder nog de slachtoffers, die hij opdroeg in de tempel van Jahwe, raakte zij buiten zichzelf, en sprak tot de koning: "Het is dus waar geweest wat ik in mijn land over uw bezit en uw wijsheid gehoord heb. Ik geloofde het niet, voordat ik het met eigen ogen zag. Maar waarlijk, nog niet de helft heeft men mij verteld, want ge bezit meer wijsheid en rijkdom dan ik gehoord heb. Gelukkig uw vrouwen, gelukkig uw dienaren hier, die altijd voor u mogen staan om uw wijsheid te horen. (1)

 

Salomo dichtte ook nog vele honderden liederen en spreuken. Tezamen met Nimrod, Nebukadnesar, Alexander de Grote wordt Salomo genoemd als de grootste vorst aller tijden.

Er is geen koning die zo tot de verbeelding heeft gesproken. In talloze legenden wordt zijn naam genoemd. Ook in toverspreuken en magische werken komt men zijn naam tegen.

 

In de Koran heet hij Suleiman of Soelaimaan. Hij wordt er gediend door de elementen, door geesten en door Satan zelf.

In de Koran, soera 38, 30-40 staat:

En Wij hebben aan Dawoed Soelaimaan geschonken, een voortreffelijk dienaar; hij was schuldbewust. Toen hem 's avonds de lichtvoetige renpaarden werden voorgeleid zei hij: "Ik heb bezit meer lief dan het gedenken van God." En toen zij uit het gezicht verdwenen: "Brengt ze naar mij terug." Toen begon hij ze over de benen en de halzen te strijken. Wij hadden Soelaimaan werkelijk aan verzoeking blootgesteld. En Wij zetten op zijn troon iets dat alleen maar een lichaam was. Toen betoonde hij zich schuldbewust. Hij zei: "Mijn Heer, vergeef mij en schenk mij een heerschappij die na mij voor niemand meer passend is; U bent de vrijgevige." En Wij maakten de wind aan hem dienstbaar, zodat die zich zachtjes op zijn bevel spoedde naar waar hij hem heen stuurde. En ook de satans, elke bouwer en duiker, en anderen in boeien aaneengeketend. "Dit is Onze gave, geef overvloedig of terughoudend, zonder af te rekenen. Hij staat Ons na en heeft een goede terugkomst."(2)

Over zijn dood gaat de legende dat men pas merkte dat Salomo dood was, toen hij omviel. Maar dat omvallen gebeurde slechts geruime tijd na zijn sterven, het kwam doordat de staf waarop hij steunde door een worm was uitgevreten.

Koran, soera 34, 12-14:

En aan Soelaimaan maakten Wij de wind dienstbaar die 's morgens een maandreis en 's middags een maandreis aflegt. En Wij lieten voor hem de bron van het gesmolten koper stromen. En onder de djinn waren er die met de toestemming van zijn Heer voor hem werkten; wie van hen van Ons bevel afweek lieten Wij van de bestraffing van de vuurgloed proeven. Zij maakten voor hem wat hij wilde; heiligdommen, standbeelden, schotels als waterbekkens en stevig staande ketels; "Werkt, mensen van Dawoed, in dankbaarheid. Weinig van Mijn dienaren zijn dankbaar."

Toen Wij dan voor hem de dood beschikt hadden was het pas de houtworm die hem op zijn dood opmerkzaam maakte omdat die zijn staf opvrat. En toen hij viel werd het de djinn duidelijk dat zij, hadden zij het verborgene gekend, niet zo lang in de vernederende bestraffing gebleven waren.(2)

 

Waarom werd Salomo ooit voorgesteld om Cepheus te vervangen aan de hemelkoepel? Hoogstwaarschijnlijk omdat zijn naam verbonden is met het kruis van Christus. Dat vernemen we in de volgende legende:

 

Bij de bouw van de tempel liet Salomo vele bomen omhakken en in de bouw verwerken. Tussen al die bomen was ook de boom die groeide op het graf van Adam. Die boom was er gegroeid uit een tak van de levensboom, die Set op het gaf van zijn vader had geplant. Maar het hout kon niet op de juiste maat gehakt worden, en werd daarom gebruikt voor de bouw van een brug. Toen de koningin van Sheba op bezoek kwam, moest zij over die brug, maar zij weigerde. Zij wilde niet over de heilige boomstam stappen, maar waadde door de rivier.

Vele eeuwen later zou het hout gebruikt worden voor het kruis waaraan Christus stierf. (3)

 

 

De heilige Stefanus

 

Ook Stefanus was kandidaat om Cepheus te vervangen. Julius Schiller beeldde hem af als dat sterrenbeeld in zijn Atlas Coelestis seu Harmonia Macrocosmica van 1660.

 

Stefanus is vooral gekend als de eerste martelaar. Hij was niet een van de twaalf leerlingen of apostelen van Jezus, maar een van de tweeënzeventig leerlingen over wie gesproken wordt in het Evangelie van Lukas, hoofdstuk 10. Deze leerlingen waren door Jezus, die op reis was van Galilea naar Jeruzalem, voorop gezonden om zijn komst in de steden voor te bereiden.

 

In de Handelingen der Apostelen wordt Stefanus genoemd als een van de niet-Hebreeuwse christenen, die aangesteld werden tot diakens.

Over Stefanus vertelt Lukas, de auteur van de Handelingen uitgebreid. Vooral de redevoering die Stefanus hield tegenover de Raad wordt nauwkeurig weergegeven. Wat aan die redevoering voorafgaat is dit:

Intussen deed Stefanus, vol genade en kracht, grote wonderen en tekenen onder het volk. Daarom begonnen er sommigen uit de Synagoge (..) met Stefanus te twisten; maar ze waren niet bestand tegen de wijsheid en de geest waarmee hij sprak.

Toen stookten ze enige lieden op om te verklaren: Wij hebben hem lastertaal horen spreken tegen Mozes en tegen God. Ze hitsten het volk en de oudsten met de schriftgeleerden tegen hem op, overvielen hem, sleepten hem mee, en brachten hem voor de Hoge Raad. Daar lieten ze valse getuigen komen die zeiden: Deze man spreekt onophoudelijk tegen de heilige plaatsen en tegen de Wet; want we hebben hem horen zeggen, dat die Jezus van Nazareth deze plaats zal verwoesten. Allen, die in de Raad zaten, staarden hem aan en aanschouwden zijn gelaat als dat van een engel. (Handelingen 6, 8-15)

 

Stefanus wordt - misschien om die engelachtige uitdrukking - steeds als een jonge man afgebeeld. Na de toespraak gebeurt er het volgende:

Toen ze de toespraak van Stefanus hoorden, barstten ze in woede las, en knarsetandden tegen hem. Maar hij, vervuld van de Heilige Geest, blikte op naar de hemel en zag de heerlijkheid Gods, en Jezus, staande aan de rechterhand Gods. Maar ze schreeuwden het uit, stopten hun oren, en stormden als één man op hem los. Ze wierpen hem buiten de stad en stenigden hem. En de getuigen legden hun mantels neer voor de voeten van een jonge man Saül geheten.

En terwijl men Stefanus stenigde, bad hij, en sprak: "Heer Jezus, ontvang mijn geest." Dan zonk hij op zijn knieën neer en riep met luider stem: "Heer, reken hun deze zonde niet toe."(Handelingen 7, 54-60)

Ook Saül stemde in met die moord.

Nog op diezelfde dag brak er een hevige vervolging tegen de kerk van Jeruzalem los; en allen verspreidden zich over het land van Judea en Samaria, behalve de apostelen. Vrome mannen droegen Stefanus ten grave en bedreven zware rouw over hem.

Ook Saül woedde tegen de kerk; hij drong de huizen binnen, en sleepte mannen en vrouwen weg om ze gevangen te zetten. (Handelingen 8, 1 - 3)

Saül, over wie hier gesproken wordt, zal later Paulus worden, de grote steunpilaar van de vroegchristelijke kerk.

 

Stefanus staat dicht bij Christus. Daarom wordt zijn feest ook onmiddellijk na het geboortefeest van Jezus gevierd, op 26 december. Daarom ook staat hij hoog aan de christelijke hemelkoepel, dicht bij de Poolster.

 


De sterren van Cepheus

 

De schouder van Cepheus

Alfa Cephei heet Alderamin. Die naam komt van het Arabische Al Deraimin of Al Dhira'al Yamin, wat rechterarm betekent. De ster moet dus ooit de rechterarm van koning Cepheus aangeduid hebben. Nu staat de ster op de plek waar we de schouder zien.

Deze ster zal over 5.500 jaar de Poolster zijn. Alle sterren aan het firmament zullen dan omheen Alderamin draaien.

 

De kudde van Cepheus

Bèta Cephei heet nu Alfirk, maar droeg vroeger een andere naam, vermits Alfirk destijds de naam van Alfa Cephei was. Al Frik betekent kudde. Het eigenaardige is dat deze kudde slechts één enkele ster bevat. Het zou kunnen dat deze benaming vroeger duidde op drie sterren, die toen Al Kawakib Al Firk heetten: de sterren van de kudde.

 

De linkerknie van Cepheus

Gamma Cephei heet Errai of Er Rai of Arrai. De naam betekent herder. De ster duidt de linkerknie aan van de koning.

Over 2.600 jaar zal deze ster Poolster zijn.

 

Het hoofd van Cepheus

Delta Cephei heeft geen andere naam, maar is toch het vermelden waard omdat vanuit de omgeving van deze ster de Cepheïden komen, de meteorenzwerm die zichtbaar is tussen 10 en 28 juni.

 

De Granaatster

Mu Cephei heet in het Engels The Granat Star. Bij ons dus Granaatster. Omdat ze de rode kleur van de granaat heeft.

Het is een van de meest diep gekleurde sterren, zichtbaar met het blote oog. Zelfs in onze streken is de kleur te herkennen. Als je deze ster vergelijkt met Alderamin, die helder wit is, dan zie je het verschil onmiddellijk. Soms verandert de kleur van rood naar oranje.


Noten

 

(1)  De Bijbel uit de grondtekst vertaald, Willibrordvertaling, Katholieke Bijbelstichting Boxtel in samenwerking met de Vlaamse Bijbelstichting, twaalfde druk 1987

(2)  De Koran, een weergave van de betekenis van de Arabische tekst in het Nederlands door Fred Leemhuis, Uitgeverij Het Wereldvenster (Unieboek bv) Houten, derde druk 1990

(3)  Herkomst van deze tekst niet bekend.

 

 

De namen van de sterren in de belangrijkste sterrenbeelden

Een beknopt overzicht van de sterrenbeelden die in de lessen astronomie aan bod komen

 

 

 

cielen.eu 10-08-2007