REKENVIERKANTEN Rekenvierkanten
zijn een eenvoudig middel om veel herhalingsoefeningen te geven over
hoofdrekenen. Ik heb ze dagelijks gebruikt in 2e en 3e klas en ook nog
regelmatig in 4e, 5e en 6e klas. Je kunt de
rekenvierkanten (-rechthoeken) zo groot of zo klein maken als je wil. Rekenvierkanten
zijn handig om te differentiëren. Je kunt de opgave snel aanpassen aan het
niveau van ieder kind. MAALTAFELVIERKANT
(maalvierkant) DEELTAFELVIERKANT
(deelvierkant) Bij
deelvierkanten heb je al snel getallen die groter zijn dan de kinderen in de
tafels geleerd hebben. Dit is een gelegenheid om de tafels uit te breiden. Je
laat de kinderen de getallenrij opschrijven tot aan het getal dat in de
bovenste rij staat. Nu kan het
gebeuren dat een getal van de rij bovenaan niet deelbaar is door een getal
uit de linker kolom. Als dat zo is, zetten de kinderen een X in het
betreffende vakje. AFTREKVIERKANT
(minvierkant) Je hebt twee
mogelijkheden bij het invullen van minvierkanten. 1. Als een
getal in de linker kolom groter is dan een getal in de bovenste rij, waardoor
de aftrekking niet mogelijk is, zetten de kinderen een X in het betreffende
vakje zoals in het voorbeeld links. 2. Je laat het
kleinste getal aftrekken van het grootste (zoals in het voorbeeld rechts).
Het kan dus gebeuren dat je een getal uit de bovenste rij aftrekt van een
getal in de linker kolom. In het voorbeeld hieronder rechts heb ik deze
aftrekkingen in het blauw gezet. OPTELVIERKANT
(plusvierkant) ------------------------------------ LINKEN Cijferen: trapvermenigvuldiging |