Verhalend met voor- en
navertellen.
Sprookjesbeelden
Sterke auditieve benadering
Visuele ondersteuning met
levendige beelden (gebruik van het bord)
Verbonden met ritmiek (beweging)
Kunstzinnig in aanbrengen en
verwerken
Analyserend en synthetiserend
en daarbij valt op:
Geen handboeken
Geen dure didactische
hulpmiddelen
Bevrijd van het
AVI-niveaulezen
Daardoor is deze leesmethode
geschikt voor alle soorten en vormen van onderwijs. Zelfs op plaatsen waar
geen leerboeken voorhanden zijn kan met de middelen die er wél zijn deze
leesmethode vruchtbaar aangewend worden. Bijvoorbeeld in thuisonderwijs.
Deze leesmethode werd ontwikkeld
door Luc Cielen in 1992, op basis van zijn ervaringen met de
steinerpedagogie. Hij paste ze toe in zijn klas in De Wingerd in
Brasschaat en nadien werd deze methode jaarlijks in de eerste klas
gebruikt in Rinkrank, door diverse leerkrachten.
Meestal wordt deze leesmethode
in periodes (projectweken) van 2 à 3 weken gevolgd. Tussen de periodes
wordt er alleen (dagelijks) herhaald. Maar het is ook heel goed mogelijk om deze
methode in te passen in het reguliere onderwijs waarin dagelijks een
lesuur besteed wordt aan het leren lezen.
Sommige leerkrachten gaven er
de voorkeur aan om letterkaartjes te maken voor de kinderen. Dat kan, maar
het is absoluut geen vereiste. Letterkaartjes zijn altijd een extra zorg
voor de kinderen om ze bij te houden en op orde te houden.
Deze leesmethode is veel meer
gericht op het enthousiasmeren van de kinderen zodat ze zelf overal en
altijd met interesse teksten bekijken en oefenen, zelfs zonder het zich
bewust te zijn.
Letterkaartjes leggen heel
sterk de nadruk op het oefenen, op het moeten oefenen en zijn daardoor
soms een ballast en zelfs een hindernis.
Letterkaartjes zijn ook
eenzijdig gericht op het synthetiserend werken. Aan de hand van letters
woorden maken is slechts één aspect van het leren lezen. Veel belangrijker
is echter het analyserend omgaan met teksten. Uit zinnen woorden
afzonderen, uit woorden letters afzonderen. Zowel auditief als visueel.