THOMAS (Tomas), 21 december
Luc Cielen in Rinkkrant 910 van 16 december 2005
Wanneer hij geboren is weet niemand. Wanneer hij gestorven is en waar, is ook een vraagteken, maar er zijn vermoedens dat hij het tijdelijke voor het eeuwige verruilde in Malaipur bij Madras in India ergens in de eerste eeuw.
Hij was een van de twaalf apostelen en is vooral bekend geworden omdat hij niet geloofde in de verrijzenis van Jezus. Eén keer twijfelen was voldoende om voor eeuwig en altijd het predikaat ‘ongelovige’ opgespeld te krijgen.
Over Tomas lezen we bij:
Matteüs (10.3):”Dit zijn de namen van de twaalf apostelen: .....Filippus en Bartolomeüs, Tomas en Matteüs de tollenaar, ....”
Bij Lucas (6.15) weer een opsomming van de namen van de apostelen :“... Matteüs, Tomas, Jakobus de zoon van Alfeüs ....”
Johannes (11.16 en 14.5 en 20:24-29) is de enige die iets zinnigs vertelt over deze apostel: “Toen zei Tomas, bijgenaamd Didymus, tot zijn medeleerlingen: ‘Laten ook wij gaan om met Hem te sterven.’ Dat was bij de opwekking van Lazarus. Even later lezen we: “Tomas zei tot Hem: ‘Heer, wij weten niet waar Gij heen gaat: hoe moeten wij de weg dan kennen? Jezus antwoordde hem: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven...” En later komt het verhaal waardoor Tomas bekend is geworden: “Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen, toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: ‘Wij hebben de Heer gezien’. Maar hij antwoordde: ‘Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.’ Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u.’ Vervolgens zei Hij tot Tomas: ‘Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.’ Toen riep Tomas uit: ‘Mijn Heer en mijn God.’ Toen zei Jezus tot hem: ‘Omdat ge mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.’
In de Handelingen der Apostelen (1.13)lezen we: “Toen keerden zij van de berg, die de Olijfberg heet, naar Jeruzalem terug. Deze ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand. Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus. Zij allen bleven eensgezind samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus en met zijn broeders.”
Rond de figuur van Thomas zijn verschillende legenden ontstaan. De belangrijkste is die waarin verteld wordt hoe hij naar India reist om daar het geloof te verkondigen. Hij zou daar dan ook de marteldood gestorven zijn.
Dat verhaal is echter voor een volgende gelegenheid. Zo ook het evangelie dat aan hem toegeschreven wordt.
De naam
Thomas is Aramees voor tweeling. In het Oud-Grieks was dat Didymos, de naam die je ook voor deze apostel in het Nieuwe Testament vindt.
In de nieuwe Spelling wordt zijn naam in het Nederlands meestal Tomas geschreven. In het Frans spreekt men de naam uit zonder de eind-s. In Spanje en Portugal schrijft men Thomás (klemtoon op de a); in het Portugees kent men ook de vorm Tomé. De Tsjechen zeggen en schrijven Tomáš. De Polen kennen hem als Tomasz; de Hongaren als Tamas, de Russen noemen hem Foma. De Italianen kennen hem als Tommaso.
Het feest
Vroeger werd zijn feest steevast gevierd op 21 december. Sinds de hervorming van de Romeinse kalender in 1969 wordt het op 3 juli gevierd. Geen van de twee datums houdt verband met de sterfdatum zoals bij de meeste heiligen. Wel was 3 juli al van oudsher zijn feestdag bij de Chaldeeërs die dan de overbrenging van zijn lichaam naar Edessa gedachten. Zijn oorspronkelijke feestdag was vroeger een spannende dag op school. Op die dag sloten de kinderen de deuren van de klassen en mochten de leerkrachten pas binnen als ze iets beloofden. Dat moest dan iets zijn in de trant van: vertellen in plaats van les geven, of een wandeling gaan maken of iets anders dat de kinderen leuk vonden. De jongste jaren is de gewoonte stilaan verdwenen en ik weet niet of er nog scholen zijn die het oude gebruik in ere hebben gehouden. Het ligt ook aan het feit dat de kerstvakantie nu steeds op de zondag vóór Kerstmis begint en niet op 24 december. De feestdag van Thomas valt dan ook regelmatig in de kerstvakantie, en probeer dan maar eens om leraren buiten te sluiten. Je krijgt ze sowieso al niet op school.
De Pauselijke Staten (nu beperkt tot Vaticaanstad), Portugal, Sao Tomé e Principe, Parma, Riga, en alle andere staten en landen die hem tot patroon hebben gekozen, hebben de viering naar 3 juli verschoven. Daardoor is een oeroude traditie verloren gegaan, namelijk het Tomasluiden.
Op 21 december luidden de klokken de kersttijd in, omdat dit de kortste dag van het jaar is. Kortste dag betekent ook de langste nacht. En dat is de nacht waarin Lucifer lang geleden uit het hemelse paradijs neerstortte in de hel. Vandaar dat deze nacht een ongeluksnacht is waarop allerlei onheilzame dingen je kunnen overvallen. Het is de nacht waarin de waarzeggers het voor het zeggen hebben. Zet dan maar in op paardenwedrennen en andere loterijen: je kan aan de hand van de lettertjes en cijfertjes in de soep de nummers zien op welk getal je moet inzetten.
Om zeker te zijn dat alles naar wens verloopt in het komende jaar moet je deze nacht achterstevoren in bed liggen. Doe je dat, dan krijg je een toekomstdroom waarin het hele volgende jaar zich toont.
Wanneer heb je Tomas nodig? Als je architect bent, of bouwmeester of aannemer of enig ander beroep in de bouwsector, of als je blind bent of een oogziekte hebt, dan ben je gediend met hem aan te roepen.