KLEINE BEER – URSA
MINOR |
INHOUD Kleine Beer – Grote Beer
– Draak. De Kleine Beer in de
Griekse mythologie. De sterren van de Kleine Beer. De
Kleine Beer. Het is de
nimf CYNOSURA, die Zeus verzorgde in de grot op Kreta, tot een jaar na zijn
geboorte. Cynosura is nu de POOLSTER. Die heet ook: POLARIS. Het
sterrenbeeld is oorspronkelijk de vleugel van de draak. De
Arabische naam is AL KIBLAH (ster bij de pool : daarop richtten de islamieten
zich eertijds om zich naar Mekka te richten bij hun gebeden) of STELLA MARIS
(ster van de zee = richtpunt voor de schippers en ook een andere naam voor
Maria). Deze betekenis werd aan de ster gegeven door de H. Hiëronymus. De Kleine Beer
in de atlas van Andreas Cellarius Kleine Beer - Draak - Grote Beer Grote Beer
en Kleine Beer liggen mooi aan weerszijden van het sterrenbeeld Draak. Dat is
niet altijd zo geweest. In lang vervlogen tijden zagen de Grieken in deze
drie beelden slechts twee sterrenbeelden, namelijk Draak en Beer. De Kleine
Beer was voor hen een deel van de Draak, de vleugel ervan. In de loop der
tijden is de draak echter zijn vleugel kwijtgeraakt en werd het een
zelfstandig sterrenbeeld. Dat werd door de Grieken de Fenicische Beer
genoemd, omdat zij deze benaming van de Feniciërs overgenomen hadden. Zij
zagen er een kleinere beer in, gelijkend op de reeds bekende. Vandaar de
latere benaming Kleine Beer. Met zijn vleugel verloor de Draak echter ook
zijn bekendheid. Eens was hij met meest bekeken en opvallende sterrenbeeld
wegens zijn navigatiebelang. Nu heeft de Kleine Beer die taak overgenomen.
Dat komt allemaal door één ster: de Poolster. Eens was ze het uiteinde van de
drakenvleugel, nu het puntje van de staart van de Kleine Beer. Het is de
Poolster waar alles om draait. Letterlijk om draait. Kijk je 's
avonds naar de sterrenhemel en doe je dat 's morgens nog eens, dan zie je dat
alle sterren van plaats veranderd zijn. Zag je de Grote Beer 's avonds
bijvoorbeeld in het westen, dan zie je hem 's morgens in het oosten. Er is
aan de hele hemelkoepel slechts één ster die een beetje standvastig is: de
Poolster. Die vind je altijd op dezelfde plaats. Je hoeft maar in noordelijke
richting te kijken en op een bepaalde hoogte (afhankelijk van je plaats op
aarde tussen Pool en Evenaar) zal je altijd de Poolster zien. Voor wie even
het noorden kwijt is en sterren ziet, een stevige houvast. Als er iets
is waarop je in deze wereld kan vertrouwen, dan is het wel deze min of meer
heldere ster. Op vierentwintig uur tijd draaien alle andere sterren rond de
Poolster. Als je dat even bekijkt voor Kleine en Grote Beer, dan zie je dat
de Kleine Beer in feite rond zijn staartpuntje draait en dat de Grote Beer in
een wijdere boog achter de Kleine Beer aan loopt. De Kleine Beer in de Griekse mythologie In de
allereerste tijden was de aarde nog bevolkt door gedrochten. Geen goed
gezelschap voor het mensenras. Zeus besloot daarom een held te sturen om de
aarde van deze monsterlijke wezens te bevrijden. En zoals Zeus steeds de
voorkeur gaf aan eigen nakomelingschap, zo nu dus ook. De mooie
Alcmene, weliswaar reeds gehuwd met koning Amphitryon van Tiryns, was de
uitverkorene, zij zou de held baren. - Alcmene en Amphitryon waren
beiden kleinkinderen van de held Perseus (zie sterrenbeeld
Perseus). Zeus
verliet de hoge Olympus en voegde zich bij Alcmene. Drie dagen en nachten
dompelde hij daardoor de aarde in het duister, zo lang bleef hij bij haar.
Hera, Zeus' jaloerse gade, merkte pas wat er gebeurd was toen Alcmene haar
kind ter wereld bracht. Zij gunde
het kind geen kans, maar juist daardoor werkte zij Zeus' bedoelingen in de
hand. Het kind
krijgt de naam Heracles. Deze naam verwijst naar Hera. In het Latijn zal hij
later Hercules heten. - meer over
Heracles-Hercules in de tekst over het sterrenbeeld Hercules Later, als
Heracles volwassen is, zal hij zich noodgedwongen moeten schikken naar de
grillen van Eurystheus, die onder andere van hem verlangt dat hij de gouden
appelen der Hesperiden haalt. Deze gouden appelen hadden de eigenschap de
eeuwige jeugd te schenken. Ze groeiden aan een boom aan de westkust van de
grote wereldzee, dicht bij het Atlasgebergte, voorbij de 'Zuilen van
Heracles' die de zee-engte aanduiden tussen Europa (Spanje) en Afrika. Die
boom was daar geplant door de aardegodin Gaea en was bedoeld als
bruiloftsgave aan Zeus en Hera. De boom werd bewaakt door vier dochters van
de Nacht: de Hesperiden. Zij werden in hun taak bijgestaan door een
honderdkoppige gevleugelde draak: Lacon. Die draak
was een ware verschrikking. Hij sliep nooit, altijd was wel een van de
honderd koppen wakker. Uit de honderd kelen klonk een oorverdovend
angstaanjagend gehuil, elke keel klonk anders. Wie de gouden appelen wilde
plukken moest eerst deze draak overwinnen. Heracles slaagt erin en de draak
krijgt een plaats aan het firmament, waar hij sindsdien rond de Poolster
kronkelt. Hij is nu wel zijn vleugel kwijt, maar hij is nog steeds goed te
zien tussen Kleine Beer en Grote Beer. Zijn kop houdt hij gericht op zijn
grote belager: Heracles, in de gestalte van het sterrenbeeld Hercules. Hoe
komt het dat de Draak zijn vleugel verloor? De Grieken
baseerden zich, voor hun navigatie, op het sterrenbeeld Draak, en dan vooral
op de enige vaste ster ervan, de Poolster. Rond 600 vóór Christus maakten de
Grieken, dankzij Thales van Milete die in Fenicië (Libanon) geboren was, kennis
met de Fenicische benaming van het sterrenbeeld waartoe de poolster behoort.
De vleugel van de draak werd vanaf dan als een afzonderlijk sterrenbeeld
gezien en kreeg de naam Fenicische Beer, ter onderscheid van het sterrenbeeld
Beer dat de Grieken al kenden. Die twee beren hadden dezelfde vorm en het
onderscheid tussen beide werd later gemaakt door toevoeging van de
adjectieven Klein en Groot. In de
magistrale beeldentaal der Grieken kwam daardoor een vreemd element. Het
gevolg was dat de Draak zijn vleugel moest afgeven. De
Poolster In
oorsprong was er Chaos. Zo vertelt de Griekse mythologie. Chaos was een
gapende ruimte, waarin alles in kiem, in aanleg aanwezig was wat later zou
zijn. Maar het was ongeordend. Uit Chaos ontstonden Gaea en Eros, aarde en
liefde. Maar ook Erebus en Nyx, duisternis en nacht. Gaea bracht
Uranus voort. Uit de
verbinding van Uranus met Gaea kwamen de Titanen voort: twaalf goden. Twee
van hen waren Rhea en Cronus. Uranus
haatte zijn kinderen en drong ze weer terug in de schoot van hun moeder Gaea.
Deze wilde haar kinderen hoe dan ook ter wereld brengen en zon op wraak.
Cronus, haar jongste zoon, werd het werktuig dat verlossing zou brengen. Hij
ontmande zijn vader Uranus. Stervend vervloekte deze zijn zoon en voorspelde
dat ook hij door zijn kinderen zou omgebracht worden. Cronus hield rekening
met die vervloeking en verslond daarom al zijn kinderen onmiddellijk na
hun geboorte. Rhea moest lijdzaam toezien en laten gebeuren. Maar toen
haar jongste kind, Zeus, werd geboren, vond zij een middel om dit kind aan de
vraatzucht van Cronus te onttrekken. Zij verborg het pasgeboren kind in een
grot op het eiland Kreta, waar het werd gevoed door de geit Amalthea. Maar
het was de nimf Cynosura die Zeus meer dan een jaar lang verzorgde en hem
verborgen hield voor de zoekende blikken van zijn vader; Cronus was intussen
door Rhea misleid. Toen Zeus pas geboren was, eiste Cronus natuurlijk het
kind op. Rhea wikkelde echter een steen in een doek en hield die voor als was
het de pasgeboren Zeus. Cronus verslond de steen en wist aanvankelijk niet
beter dan dat hij Zeus had verzwolgen. Later, toen
Zeus zijn vader Cronus van de hemeltroon had verdreven, plaatste hij Cynosura
uit dank voor de goede zorgen die zij hem geschonken had, aan de hemel. Hij
liet de hemel zelfs om haar draaien. Zij werd de ster Cynosura, die later
Polaris of Poolster werd genoemd. De naam van
de ster werd in de zeventiende en achttiende eeuw ook gebruikt voor het hele
sterrenbeeld Kleine Beer. Hiermee is ook duidelijk dat dit sterrenbeeld niet
oorspronkelijk Grieks was, de andere sterrenbeelden werden in hun geheel
benoemd, de Kleine Beer kreeg de naam van zijn belangrijkste ster. Het is
trouwens ook opvallend dat het beeld van deze sterrenconstellatie niet
overeenstemt met de figuur. Cynosura was geen beer, maar een nimf. In de
christelijke sterrenhemel is de aartsengel Michaël de Kleine Beer. Met zijn
linkerhand wijst hij naar de Poolster. Is
de Poolster de enige ster die stilstaat? In de
voorgaande tekst is enkele keren gezegd dat de Poolster de enige ster is die
écht stil staat, en dat alle andere sterren rondom haar draaien. Dat is niet
helemaal correct. In een
mensenleeftijdsperiode kunnen we stellen dat de Poolster stil staat. Haar
beweging is zo miniem dat we dat in zo'n korte periode niet kunnen zien. Maar over
een grotere periode van waarneming zien we de Poolster ook wel degelijk van
plaats veranderen. Dat wil zeggen, ze blijft niet steeds zo dicht bij de
hemelpool staan. Of nog anders uitgedrukt, de sterren zullen niet steeds rond
deze Poolster draaien. Dat is in
het verleden anders geweest en zal in de toekomst ook anders zijn. In elk
boek over astronomie kan je de uitleg daarover vinden. Het gaat over de
precessie of verschuiving van het lentepunt. In de loop
van bijna 26.000 jaar beschrijft de hemelpool een cirkel. Onze Poolster zal dus
over 26.000 jaar wéér staan waar ze nu staat, maar in de tussentijd is de
hemelpool langs verschillende andere sterren gegaan. Die dan op hun beurt een
tijd lang Poolster zijn. Duizend jaar vóór Christus was de ster Bèta van de
Kleine Beer de Poolster. Over tweeduizend jaar zal de ster Alrai uit het
sterrenbeeld Cepheus de Poolster zijn. Over 12.000 jaar is de schitterende
ster Wega in het sterrenbeeld Lier aan de beurt. Waar nu dit sterrenbeeld
voortdurend om de Kleine Beer draait, zal dan de Kleine Beer om de Lier
draaien. De periode
van 26.000 jaar (om correct te zijn: 25.920 jaar) noemt men ook een
wereldjaar. Een maand in zo'n wereldjaar duurt dan 2.160 jaar. Het is de tijd
dat het lentepunt van het ene sterrenbeeld naar het andere verschuift. Een dag
in een wereldjaar duurt 72 jaar. Dat is een gemiddelde mensenleeftijd. De
tijd die ons gegund is om in de ruimte te kijken duurt voor de aarde dus
slechts één dag. Best te begrijpen dus dat we zo weinig van de beweging van
de Poolster zien en dat we denken dat die standvastig is. Waar staat
de Poolster voor iemand die op de Noordpool staat of op de Zuidpool of op de evenaar? Hoe
noordelijker je je bevindt, hoe meer je de Poolster dichter bij het zenit
vindt. Hoe zuidelijker, hoe dichter de Poolster bij de horizon staat. Op de
evenaar staat de Poolster op de horizon. Op de Noordpool staat ze in het
zenit. Op het zuidelijk halfrond is de Poolster niet te zien. Op de afbeelding
hieronder zie je de stand van de Poolster in Reykjavik, Antwerpen en Athene. De as
waaromheen de aarde draait loopt door de polen. Verlengen we de aardas dan
komen we, aan de zijde van de Noordpool, uit bij de Poolster. De hemelkoepel
draait (schijnbaar) mee met de aarde, dus ook om die verlengde as door de
polen. Gewoon op
aarde staande, zien we noch de Noordpool, noch de Zuidpool, tenzij we er
vlakbij staan. Maar we weten wel in welke richting we moeten kijken om de
Noordpool te vinden. Want als we naar de hemelkoepel kijken, dan kunnen we de
pool wel zien, recht boven de aardse Noordpool. Wie zich op de Noordpool
bevindt hoeft dan ook slechts recht omhoog te kijken om de hemelse
Noordpool te vinden. Begeven we ons echter van de Noordpool in de richting
van de Evenaar, dan zien we de Hemelpool niet meer recht boven ons in het
zenit, maar schuin boven ons. Hoe dichter we de Evenaar naderen, hoe dichter
de Hemelpool de horizon zal naderen. Op de Evenaar bevindt de Poolster zich dan
ook op de horizon. Gaan we nog verder zuidwaarts, dan verdwijnt de Poolster
onder de horizon. Op het zuidelijk halfrond is men dan ook het noorden kwijt,
men moet er zich richten op de zuidelijke hemelpool. Maar daar ontbreekt een
gelijkaardige Poolster. Of onze
Poolster in de oudheid dezelfde functie had als nu, is niet helemaal zeker.
Omdat deze ster toen niet helemaal op dezelfde plaats stond als nu. Het kan
dus ook zijn dat de vóórchristelijke Grieken en Feniciërs een andere ster -
zij het een minder stralende - als vast punt aan de hemel gebruikten. Toch
blijkt toen al de Poolster de belangrijkste ster geweest te zijn van de
constellatie van de Kleine Beer, omdat ze er de helderste ster van is. In
verschillende tijden kreeg ze ook verschillende namen. Poolster heet ze
gewoonlijk in het Nederlands. Haar Latijnse naam is Stella Polaris. Maar haar
wetenschappelijke naam is Alfa Ursae Minoris. dat wil zeggen: de eerste
(helderste) ster van de Kleine Beer. Binnen elk
sterrenbeeld worden de sterren wetenschappelijk benoemd met de letters van
het Griekse alfabet, en dit naar gelang hun helderheid. Een ster die Alfa
heet is dus (bijna) altijd de helderste ster van een sterrenbeeld; Bèta komt
op de tweede plaats qua helderheid en zo voort. Bovendien
dragen vele sterren nog een meer vreemd klinkende naam. Zoals bijvoorbeeld
Aldebaran in de Stier of Betelgeuze in Orion. Dit zijn de Arabische namen van
de sterren. Voor de Arabieren was deze ster heel belangrijk. Zij gebruikten
haar als hulpmiddel om de richting van Mekka te vinden, zodat ze hun
dagelijkse gebeden konden zeggen, gericht naar de plek waar de Ka'bah staat.
De naam die dan gebruikt werd voor deze ster is: Al Kiblah ( = ster dicht bij
de pool). Niet alleen
de Arabieren gebruikten deze ster om hun gebeden te zeggen, ook de
katholieken hadden haar nodig. Als groot lichtpunt en toeverlaat voor de
nachtelijke zeilers heette de Poolster ook Stella Maris. De heilige
Hiëronymus (vertaler van de Bijbel in het Latijn) maakte daar dankbaar
gebruik van om een ander hemels lichtpunt en baken voor het geloof te
benoemen. Stella Maris werd bij hem een van de benamingen voor Maria, de
moeder van Jezus. Zij wijst de weg naar Christus. Kochab Bèta Ursae
Minoris. Dit was ooit de Poolster. Daardoor komt het dat er soms verwarring
is over de naam. In de zin dat sommigen dachten dat de huidige Poolster
Kochab heette. In elk geval betekent haar naam: Ster van het Noorden, wat in
het Arabisch Al Kaukab al Shamaliyy. Kaukab is
een woord dat afkomstig is uit de Assyrische en Chaldeeuwse astronomie. De naam
Kochab komt ook voor bij de Joden. In de tweede eeuw na Christus luidde de
bijnaam van de leider van de Joodse opstand tegen keizer Hadrianus: Bar
Cochab (zoon van de ster). Pherkad Gamma Ursae
Minoris. Yildun Delta Ursae
Minoris. Circitores De
vier belangrijkste sterren (Alpha, Bèta, Gamma en Delta) van de Kleine Beer
werden eertijds ook Circitores genoemd, de Kringenmakers. Of ook wel:
Ludiones, dansers omheen de Pool. De sterren Bèta en Gamma werden ook wel
aangeduid als Wachters aan de Hemelpool. Je moest voorbij hen om de Pool te
bereiken. Daarmee komen we weer in de buurt van de Griekse mythologie. De
draak was ook een wachter. Een wachter aan de levensboom in de tuin der
Hesperiden. De Draak kronkelt zich omheen de Poolster. Dat is een beeld dat
we ook tegenkomen in Bijbelse verhalen. Het is de slang in de tuin van Eden
die zich omheen de stam van de boom van kennis van goed en kwaad kronkelt. Andreas
Cellarius: Poolster en omringende sterrenbeelden De namen van de Kleine en de Grote Beer in de
Chinese astronomie. De staart van de Kleine Beer wijst naar Capella,
de helderste ster van het sterrenbeeld Voerman. |