https://www.cielen.eu

 

KLEINE BEER – URSA MINOR

 

 

INHOUD

Kleine Beer – Grote Beer – Draak.

De Kleine Beer in de Griekse mythologie.

De sterren van de Kleine Beer.

 


 De Kleine Beer.

 

Het is de nimf CYNOSURA, die Zeus verzorgde in de grot op Kreta, tot een jaar na zijn geboorte. Cynosura is nu de POOLSTER. Die heet ook: POLARIS.

Het sterrenbeeld is oorspronkelijk de vleugel van de draak.

De Arabische naam is AL KIBLAH (ster bij de pool : daarop richtten de islamieten zich eertijds om zich naar Mekka te richten bij hun gebeden) of STELLA MARIS (ster van de zee = richtpunt voor de schippers en ook een andere naam voor Maria). Deze betekenis werd aan de ster gegeven door de H. Hiëronymus.

 

De Kleine Beer in de atlas van Andreas Cellarius


 

Kleine Beer - Draak - Grote Beer

 

Grote Beer en Kleine Beer liggen mooi aan weerszijden van het sterrenbeeld Draak. Dat is niet altijd zo geweest. In lang vervlogen tijden zagen de Grieken in deze drie beelden slechts twee sterrenbeelden, namelijk Draak en Beer. De Kleine Beer was voor hen een deel van de Draak, de vleugel ervan. In de loop der tijden is de draak echter zijn vleugel kwijtgeraakt en werd het een zelfstandig sterrenbeeld. Dat werd door de Grieken de Fenicische Beer genoemd, omdat zij deze benaming van de Feniciërs overgenomen hadden. Zij zagen er een kleinere beer in, gelijkend op de reeds bekende. Vandaar de latere benaming Kleine Beer. Met zijn vleugel verloor de Draak echter ook zijn bekendheid. Eens was hij met meest bekeken en opvallende sterrenbeeld wegens zijn navigatiebelang. Nu heeft de Kleine Beer die taak overgenomen. Dat komt allemaal door één ster: de Poolster. Eens was ze het uiteinde van de drakenvleugel, nu het puntje van de staart van de Kleine Beer. Het is de Poolster waar alles om draait. Letterlijk om draait.

Kijk je 's avonds naar de sterrenhemel en doe je dat 's morgens nog eens, dan zie je dat alle sterren van plaats veranderd zijn. Zag je de Grote Beer 's avonds bijvoorbeeld in het westen, dan zie je hem 's morgens in het oosten. Er is aan de hele hemelkoepel slechts één ster die een beetje standvastig is: de Poolster. Die vind je altijd op dezelfde plaats. Je hoeft maar in noordelijke richting te kijken en op een bepaalde hoogte (afhankelijk van je plaats op aarde tussen Pool en Evenaar) zal je altijd de Poolster zien. Voor wie even het noorden kwijt is en sterren ziet, een stevige houvast.

Als er iets is waarop je in deze wereld kan vertrouwen, dan is het wel deze min of meer heldere ster. Op vierentwintig uur tijd draaien alle andere sterren rond de Poolster. Als je dat even bekijkt voor Kleine en Grote Beer, dan zie je dat de Kleine Beer in feite rond zijn staartpuntje draait en dat de Grote Beer in een wijdere boog achter de Kleine Beer aan loopt.

 

 


De Kleine Beer in de Griekse mythologie

 

In de allereerste tijden was de aarde nog bevolkt door gedrochten. Geen goed gezelschap voor het mensenras. Zeus besloot daarom een held te sturen om de aarde van deze monsterlijke wezens te bevrijden. En zoals Zeus steeds de voorkeur gaf aan eigen nakomelingschap, zo nu dus ook.

De mooie Alcmene, weliswaar reeds gehuwd met koning Amphitryon van Tiryns, was de uitverkorene, zij zou de held baren.  - Alcmene en Amphitryon waren beiden kleinkinderen van de held Perseus (zie sterrenbeeld Perseus).

 

Zeus verliet de hoge Olympus en voegde zich bij Alcmene. Drie dagen en nachten dompelde hij daardoor de aarde in het duister, zo lang bleef hij bij haar. Hera, Zeus' jaloerse gade, merkte pas wat er gebeurd was toen Alcmene haar kind ter wereld bracht.

 

Zij gunde het kind geen kans, maar juist daardoor werkte zij Zeus' bedoelingen in de hand.

Het kind krijgt de naam Heracles. Deze naam verwijst naar Hera. In het Latijn zal hij later Hercules heten. - meer over Heracles-Hercules in de tekst over het sterrenbeeld Hercules

 

Later, als Heracles volwassen is, zal hij zich noodgedwongen moeten schikken naar de grillen van Eurystheus, die onder andere van hem verlangt dat hij de gouden appelen der Hesperiden haalt. Deze gouden appelen hadden de eigenschap de eeuwige jeugd te schenken. Ze groeiden aan een boom aan de westkust van de grote wereldzee, dicht bij het Atlasgebergte, voorbij de 'Zuilen van Heracles' die de zee-engte aanduiden tussen Europa (Spanje) en Afrika. Die boom was daar geplant door de aardegodin Gaea en was bedoeld als bruiloftsgave aan Zeus en Hera. De boom werd bewaakt door vier dochters van de Nacht: de Hesperiden. Zij werden in hun taak bijgestaan door een honderdkoppige gevleugelde draak: Lacon.

Die draak was een ware verschrikking. Hij sliep nooit, altijd was wel een van de honderd koppen wakker. Uit de honderd kelen klonk een oorverdovend angstaanjagend gehuil, elke keel klonk anders. Wie de gouden appelen wilde plukken moest eerst deze draak overwinnen. Heracles slaagt erin en de draak krijgt een plaats aan het firmament, waar hij sindsdien rond de Poolster kronkelt. Hij is nu wel zijn vleugel kwijt, maar hij is nog steeds goed te zien tussen Kleine Beer en Grote Beer. Zijn kop houdt hij gericht op zijn grote belager: Heracles, in de gestalte van het sterrenbeeld Hercules.

 

Hoe komt het dat de Draak zijn vleugel verloor?

 

De Grieken baseerden zich, voor hun navigatie, op het sterrenbeeld Draak, en dan vooral op de enige vaste ster ervan, de Poolster. Rond 600 vóór Christus maakten de Grieken, dankzij Thales van Milete die in Fenicië (Libanon) geboren was, kennis met de Fenicische benaming van het sterrenbeeld waartoe de poolster behoort. De vleugel van de draak werd vanaf dan als een afzonderlijk sterrenbeeld gezien en kreeg de naam Fenicische Beer, ter onderscheid van het sterrenbeeld Beer dat de Grieken al kenden. Die twee beren hadden dezelfde vorm en het onderscheid tussen beide werd later gemaakt door toevoeging van de adjectieven Klein en Groot.

In de magistrale beeldentaal der Grieken kwam daardoor een vreemd element. Het gevolg was dat de Draak zijn vleugel moest afgeven.

 

 


 De sterren van de Kleine Beer

 

 

De Poolster

 

In oorsprong was er Chaos. Zo vertelt de Griekse mythologie. Chaos was een gapende ruimte, waarin alles in kiem, in aanleg aanwezig was wat later zou zijn. Maar het was ongeordend. Uit Chaos ontstonden Gaea en Eros, aarde en liefde. Maar ook Erebus en Nyx, duisternis en nacht.

Gaea bracht Uranus voort.

Uit de verbinding van Uranus met Gaea kwamen de Titanen voort: twaalf goden. Twee van hen waren Rhea en Cronus.

Uranus haatte zijn kinderen en drong ze weer terug in de schoot van hun moeder Gaea. Deze wilde haar kinderen hoe dan ook ter wereld brengen en zon op wraak. Cronus, haar jongste zoon, werd het werktuig dat verlossing zou brengen. Hij ontmande zijn vader Uranus. Stervend vervloekte deze zijn zoon en voorspelde dat ook hij door zijn kinderen zou omgebracht worden. Cronus hield rekening met die vervloeking en verslond daarom al zijn  kinderen onmiddellijk na hun geboorte. Rhea moest lijdzaam toezien en laten gebeuren.

 

Maar toen haar jongste kind, Zeus, werd geboren, vond zij een middel om dit kind aan de vraatzucht van Cronus te onttrekken. Zij verborg het pasgeboren kind in een grot op het eiland Kreta, waar het werd gevoed door de geit Amalthea. Maar het was de nimf Cynosura die Zeus meer dan een jaar lang verzorgde en hem verborgen hield voor de zoekende blikken van zijn vader; Cronus was intussen door Rhea misleid. Toen Zeus pas geboren was, eiste Cronus natuurlijk het kind op. Rhea wikkelde echter een steen in een doek en hield die voor als was het de pasgeboren Zeus. Cronus verslond de steen en wist aanvankelijk niet beter dan dat hij Zeus had verzwolgen.

 

Later, toen Zeus zijn vader Cronus van de hemeltroon had verdreven, plaatste hij Cynosura uit dank voor de goede zorgen die zij hem geschonken had, aan de hemel. Hij liet de hemel zelfs om haar draaien. Zij werd de ster Cynosura, die later Polaris of Poolster werd genoemd.

 

De naam van de ster werd in de zeventiende en achttiende eeuw ook gebruikt voor het hele sterrenbeeld Kleine Beer. Hiermee is ook duidelijk dat dit sterrenbeeld niet oorspronkelijk Grieks was, de andere sterrenbeelden werden in hun geheel benoemd, de Kleine Beer kreeg de naam van zijn belangrijkste ster. Het is trouwens ook opvallend dat het beeld van deze sterrenconstellatie niet overeenstemt met de figuur. Cynosura was geen beer, maar een nimf.

 

In de christelijke sterrenhemel is de aartsengel Michaël de Kleine Beer. Met zijn linkerhand wijst hij naar de Poolster.

 

Is de Poolster de enige ster die stilstaat?

 

In de voorgaande tekst is enkele keren gezegd dat de Poolster de enige ster is die écht stil staat, en dat alle andere sterren rondom haar draaien. Dat is niet helemaal correct.

In een mensenleeftijdsperiode kunnen we stellen dat de Poolster stil staat. Haar beweging is zo miniem dat we dat in zo'n korte periode niet kunnen zien.

Maar over een grotere periode van waarneming zien we de Poolster ook wel degelijk van plaats veranderen. Dat wil zeggen, ze blijft niet steeds zo dicht bij de hemelpool staan. Of nog anders uitgedrukt, de sterren zullen niet steeds rond deze Poolster draaien.

 

Dat is in het verleden anders geweest en zal in de toekomst ook anders zijn. In elk boek over astronomie kan je de uitleg daarover vinden. Het gaat over de precessie of verschuiving van het lentepunt.

 

In de loop van bijna 26.000 jaar beschrijft de hemelpool een cirkel. Onze Poolster zal dus over 26.000 jaar wéér staan waar ze nu staat, maar in de tussentijd is de hemelpool langs verschillende andere sterren gegaan. Die dan op hun beurt een tijd lang Poolster zijn. Duizend jaar vóór Christus was de ster Bèta van de Kleine Beer de Poolster. Over tweeduizend jaar zal de ster Alrai uit het sterrenbeeld Cepheus de Poolster zijn. Over 12.000 jaar is de schitterende ster Wega in het sterrenbeeld Lier aan de beurt. Waar nu dit sterrenbeeld voortdurend om de Kleine Beer draait, zal dan de Kleine Beer om de Lier draaien.

De periode van 26.000 jaar (om correct te zijn: 25.920 jaar) noemt men ook een wereldjaar. Een maand in zo'n wereldjaar duurt dan 2.160 jaar. Het is de tijd dat het lentepunt van het ene sterrenbeeld naar het andere verschuift. Een dag in een wereldjaar duurt 72 jaar. Dat is een gemiddelde mensenleeftijd. De tijd die ons gegund is om in de ruimte te kijken duurt voor de aarde dus slechts één dag. Best te begrijpen dus dat we zo weinig van de beweging van de Poolster zien en dat we denken dat die standvastig is.

  

Waar staat de Poolster voor iemand die op de Noordpool staat of op de Zuidpool of op de evenaar?

Hoe noordelijker je je bevindt, hoe meer je de Poolster dichter bij het zenit vindt. Hoe zuidelijker, hoe dichter de Poolster bij de horizon staat. Op de evenaar staat de Poolster op de horizon. Op de Noordpool staat ze in het zenit. Op het zuidelijk halfrond is de Poolster niet te zien. Op de afbeelding hieronder zie je de stand van de Poolster in Reykjavik, Antwerpen en Athene.

De as waaromheen de aarde draait loopt door de polen. Verlengen we de aardas dan komen we, aan de zijde van de Noordpool, uit bij de Poolster. De hemelkoepel draait (schijnbaar) mee met de aarde, dus ook om die verlengde as door de polen.

Gewoon op aarde staande, zien we noch de Noordpool, noch de Zuidpool, tenzij we er vlakbij staan. Maar we weten wel in welke richting we moeten kijken om de Noordpool te vinden. Want als we naar de hemelkoepel kijken, dan kunnen we de pool wel zien, recht boven de aardse Noordpool. Wie zich op de Noordpool bevindt hoeft dan ook slechts recht omhoog te kijken om  de hemelse Noordpool te vinden. Begeven we ons echter van de Noordpool in de richting van de Evenaar, dan zien we de Hemelpool niet meer recht boven ons in het zenit, maar schuin boven ons. Hoe dichter we de Evenaar naderen, hoe dichter de Hemelpool de horizon zal naderen. Op de Evenaar bevindt de Poolster zich dan ook op de horizon. Gaan we nog verder zuidwaarts, dan verdwijnt de Poolster onder de horizon. Op het zuidelijk halfrond is men dan ook het noorden kwijt, men moet er zich richten op de zuidelijke hemelpool. Maar daar ontbreekt een gelijkaardige Poolster.

 

Of onze Poolster in de oudheid dezelfde functie had als nu, is niet helemaal zeker. Omdat deze ster toen niet helemaal op dezelfde plaats stond als nu. Het kan dus ook zijn dat de vóórchristelijke Grieken en Feniciërs een andere ster - zij het een minder stralende - als vast punt aan de hemel gebruikten. Toch blijkt toen al de Poolster de belangrijkste ster geweest te zijn van de constellatie van de Kleine Beer, omdat ze er de helderste ster van is.

In verschillende tijden kreeg ze ook verschillende namen. Poolster heet ze gewoonlijk in het Nederlands. Haar Latijnse naam is Stella Polaris. Maar haar wetenschappelijke naam is Alfa Ursae Minoris. dat wil zeggen: de eerste (helderste) ster van de Kleine Beer.

Binnen elk sterrenbeeld worden de sterren wetenschappelijk benoemd met de letters van het Griekse alfabet, en dit naar gelang hun helderheid. Een ster die Alfa heet is dus (bijna) altijd de helderste ster van een sterrenbeeld; Bèta komt op de tweede plaats qua helderheid en zo voort.

 

Bovendien dragen vele sterren nog een meer vreemd klinkende naam. Zoals bijvoorbeeld Aldebaran in de Stier of Betelgeuze in Orion. Dit zijn de Arabische namen van de sterren. Voor de Arabieren was deze ster heel belangrijk. Zij gebruikten haar als hulpmiddel om de richting van Mekka te vinden, zodat ze hun dagelijkse gebeden konden zeggen, gericht naar de plek waar de Ka'bah staat. De naam die dan gebruikt werd voor deze ster is: Al Kiblah ( = ster dicht bij de pool).

 

Niet alleen de Arabieren gebruikten deze ster om hun gebeden te zeggen, ook de katholieken hadden haar nodig. Als groot lichtpunt en toeverlaat voor de nachtelijke zeilers heette de Poolster ook Stella Maris. De heilige Hiëronymus (vertaler van de Bijbel in het Latijn) maakte daar dankbaar gebruik van om een ander hemels lichtpunt en baken voor het geloof te benoemen. Stella Maris werd bij hem een van de benamingen voor Maria, de moeder van Jezus. Zij wijst de weg naar Christus.

 

Kochab

Bèta Ursae Minoris. Dit was ooit de Poolster. Daardoor komt het dat er soms verwarring is over de naam. In de zin dat sommigen dachten dat de huidige Poolster Kochab heette. In elk geval betekent haar naam: Ster van het Noorden, wat in het Arabisch Al Kaukab al Shamaliyy.

Kaukab is een woord dat afkomstig is uit de Assyrische en Chaldeeuwse astronomie.

 

De naam Kochab komt ook voor bij de Joden. In de tweede eeuw na Christus luidde de bijnaam van de leider van de Joodse opstand tegen keizer Hadrianus: Bar Cochab (zoon van de ster).

 

Pherkad

Gamma Ursae Minoris.

 

Yildun

Delta Ursae Minoris.

 

 

Circitores

De vier belangrijkste sterren (Alpha, Bèta, Gamma en Delta) van de Kleine Beer werden eertijds ook Circitores genoemd, de Kringenmakers. Of ook wel: Ludiones, dansers omheen de Pool. De sterren Bèta en Gamma werden ook wel aangeduid als Wachters aan de Hemelpool. Je moest voorbij hen om de Pool te bereiken. Daarmee komen we weer in de buurt van de Griekse mythologie. De draak was ook een wachter. Een wachter aan de levensboom in de tuin der Hesperiden. De Draak kronkelt zich omheen de Poolster. Dat is een beeld dat we ook tegenkomen in Bijbelse verhalen. Het is de slang in de tuin van Eden die zich omheen de stam van de boom van kennis van goed en kwaad kronkelt.

Andreas Cellarius: Poolster en omringende sterrenbeelden

 

De namen van de Kleine en de Grote Beer in de Chinese astronomie.

 

De staart van de Kleine Beer wijst naar Capella, de helderste ster van het sterrenbeeld Voerman.

 

 

 

 

https://www.cielen.eu