Nederlands Zwaan
Latijn
Cygnus
Frans
Cygne
Engels
Swan
Duits
Schwan
Naam en beeld
Voor de Latijnen is het Cygnus en dat is ook de naam die de moderne
astronomen hanteren. Volgens sommigen is de spelling van de naam niet helemaal correct en moet
hij gespeld worden als Cycnus. Het is maar een héél klein verschil,
in de aard van het verschil tussen Cambrinus en Gambrinus, de legendarische
koning van Vlaanderen die de uitvinding van het bier op zijn geweten zou
hebben, en naar wie dan ook zoveel Vlaamse cafés genoemd zijn. Nu eens wordt
zijn naam met een C gespeld, dan weer met een G.
In de oudheid, in Alexandrië, was het Eratosthenes (276 -
196 vóór Christus) die dit sterrenbeeld de naam Kuknos ( = Zwaan) gaf. Bij
andere Griekse auteurs vinden we de naam Ornis. Die twee namen klinken erg
verschillend, maar zijn toch verwant. Ornis is namelijk ook een vogel, maar
wijst naar diverse vogelachtigen, en niet alleen naar de zwaan; meestal
bedoelt men een
kip of een haan of ook wel een 'voorspellende vogel' en daaruit voortvloeiend
een 'voorteken'. In elk geval is het een vliegend of gevleugeld wezen.
Aratos, die rond 270 vóór Christus dichter en astronoom was, kon het dan
ook niet laten om er een 'gevleugeld' woord aan toe te voegen: 'aiolos'.
Daarmee
kon hij duidelijker uitdrukken dat het om een gevleugeld wezen ging. Hij
bedoelde met dat adjectief een levendige, snel bewegende vogel, fonkelend en
wriemelend. Hij stelde zich waarschijnlijk een snel vliegende zwaan voor of
gebruikte het adjectief om daarmee te wijzen op de sterrenrijkdom van dit
sterrenbeeld. Het ligt namelijk in de Melkweg, en bevat massa's sterren. Aratos heeft het echter ook
over donkere vleugels. Dat zou kunnen, vermits de vleugels net buiten de rand
van de Melkweg vallen en daardoor minder sterren bevatten.
De Romeinen namen vorm en naam van het sterrenbeeld van de Grieken over en
stelden de naam Cygnus dan ook maar ineens gelijk aan Cycnus, een zoon van
Mars (Ares). Hebben Cygnus (met g) en Cycnus (met c) iets met elkaar te maken?
Dat zien we in de Griekse mythe die met dit sterrenbeeld verband houdt.
De Zwaan in de Griekse mythologie
Vier verschillende verhalen over een zwaan die Cycnus heet
1. Heracles moest in opdracht van Eurystheus drie gouden appelen van de
Hesperiden gaan roven. Hij trok door Klein-Azië en Noord-Afrika en ontmoette
op zijn tocht verschillende monsters.
Bij de rivier de Echedorus ontmoette hij
Cycnus, de zoon van Ares (Mars) en Pyrene. Heracles vraagt hem de weg te tonen
naar de tuin der Hesperiden, maar Cycnus geeft geen antwoord. In zekere zin
toch wel, want hij dwingt Heracles met hem een tweegevecht aan te
gaan.
Tegen de kracht van Heracles is hij niet opgewassen en hij schiet er het
leven bij in. Ares is woedend en wil de dood van zijn zoon wreken, zodat
Heracles nu tegen de oorlogsgod in eigen persoon moet strijden.
Dat is niet naar de zin van oppergod Zeus. Die is zowel vader van Ares als
van Heracles en wil niet dat zijn zonen elkaar op leven en dood bekampen. Hij
wenst geen bloedvergieten en slingert zijn bliksemschicht om de strijdenden te
scheiden.
Wat deze Cycnus met het sterrenbeeld Zwaan te maken heeft komt niet tot uiting
in het verhaal. Is er misschien een naamgenoot en werden beiden met elkaar
verwisseld? Het kan, want er bestond nog een Cycnus, meer dan één zelfs. In
Ovidius' Metamorfosen is er sprake van drie anderen met deze naam. En die
hebben wél wat te maken met de Zwaan.
2. Er is Cycnus, zoon van Apollo en Hyria, over wie niet veel bekend is.
Hij was een jager die er met zijn vriend Phylius op uittrok om te jagen. Phylius kreeg een mooie stier te pakken. Cycnus smeekt en smeekt om die
prachtige jachtbuit te mogen hebben, maar Phylius is halsstarrig, hij weigert
en houdt de buit voor zich. Cycnus is zo ontdaan over die starre houding van
zijn vriend dat hij zich van het leven berooft door van een hoge rots te
springen. Had zijn vader Apollo niet ingegrepen, dan was hij te pletter
gestort. Tijdens zijn val verandert Apollo hem in een zwaan, zodat hij
ongedeerd in een weidse vlucht ten hemel kan stijgen.
3. Een andere Cycnus is een vriend van Phaëton, die de zoon is van Helios en Cymene. Phaëton is ons bekend wegens zijn rampzalige tocht in de zonnewagen
langs de hemelkoepel, waarbij hij de aarde in vuur en vlam zette en daarbij
zelf ten onder ging, neerstortend in de rivier Eridanus.
Er heerste groot
verdriet om de dood van Phaëton. Zijn moeder en zijn drie zussen (de Heliaden
of Phaëtoniden Phaëtusa, Lampetia en Aegle) beweenden hem onophoudelijk
gedurende vier maanden. Daarbij veranderden ze geleidelijk van gestalte; ze
werden populieren en hun tranen verhardden tot barnsteen. Zo dacht men in de
oudheid, dat barnsteen als tranen uit de populieren vloeide.
Ook Cycnus was
oneindig bedroefd, maar bleef niet zitten treuren. Hij verzamelde de
verschroeide stoffelijke resten van zijn vriend - die lagen her en der
verspreid - en bezorgde ze een behoorlijke begrafenis. Maar hij bleef verder
zoeken en steeds opnieuw trok hij langs de plek waar zijn vriend was
neergestort en zocht dan naar restanten. Hij dook daarbij ook telkens in de
rivier in de hoop daar nog enige overblijfselen te vinden. Apollo had zo'n
medelijden met hem dat hij hem ten slotte in een zwaan veranderde. Zo zien we
de zwaan nog steeds als rouwende vogel op het water zwemmen, zijn kop steeds
in het water stekend om zijn trieste naspeuringen verder te zetten.
4. De vierde Cycnus ontmoeten we in Homerus' Ilias. Hij is de koning van
Colonae die de Trojanen bijstaat wanneer de Grieken voor anker gaan in het
zicht van de stad. Colonae ligt in de onmiddellijke omgeving van Troje. Zijn
vader was de zeegod Poseidon. Die had in vroeger tijden de muren van Troje
gebouwd, tezamen met de god Apollo, maar had daarvoor nooit enige dank
gekregen van de toenmalige Trojaanse koning Laomedon. Zo kwam het dat Poseidon op wraak
uit was en bereid was Troje te straffen.
De moeder van Cycnus was een nimf. Haar naam wordt niet genoemd. Cycnus
groeide op op het eiland Tenedos, waar hij door een zwaan werd grootgebracht.
Daaraan dankt hij trouwens zijn naam: Cycnus = zwaan.
Eenmaal koning staat hij aan de zijde van Troje en komt de stad dan ook ter
hulp wanneer de Grieken haar belegeren. Troje had hem niet om die hulp
verzocht, hij deed dat uit liefde voor de stad.
Toen de Grieken - in feite de Achaeërs - pas aangekomen waren en hun schepen
op het droge hadden getrokken, riep hij een groot leger bijeen en legde zich
in hinderlaag, dicht bij het Griekse kamp. Toen hij daar aankwam was er net een
gevecht tussen de Grieken en de Trojanen afgelopen, waarbij de Trojanen zich
binnen de muren van hun stad hadden teruggetrokken en de Grieken bezig waren
een plechtigheid te houden voor hun gesneuvelde held Potesilaüs, die onder de
slagen van de Trojaan Aeneas gevallen was.
Cycnus achtte het moment te mooi om niet in actie te komen en deed een
uitval. Maar hij vergiste zich in de paraatheid van de Grieken. Bij de
begrafenisplechtigheid waren lang niet alle Grieken aanwezig; de meesten waren
bij de schepen en in het kamp. Die snelden de aangevallenen onmiddellijk ter
hulp onder leiding van de onsterfelijke Achilles.
Al snel had Achilles gezien wie de aanval leidde en richtte hij zijn
aandacht ten volle op Cycnus. Hij wierp zijn speer, maar die ketste af op de
borst van Cycnus. Zijn vader Poseidon had er voor gezorgd dat hij niet door
menselijke wapens kon gedood worden; zijn lichaam was namelijk zo hard als
ijzer. Onmiddellijk wierp Cycnus zijn eigen speer naar Achilles. De speer
doorboorde het ijzer van diens schild. Maar dat schild was bekleed met tien
stierenhuiden. Negen daarvan kon de speer doordringen, in de tiende bleef ze
steken. Achilles schudde de speer eruit en wierp opnieuw een speer naar Cycnus,
echter zonder die te verwonden. Zelfs een derde worp van Achilles bleef zonder
resultaat. Daarop werd Achilles zo woest dat hij met de grootste
krachtinspanning een speer van ebbenhout gooide. Die trof raak, doorboorde het
pantser van Cycnus die uit zijn rechterschouder bloedde. Maar Achilles juichte
te vroeg. Het was niet Cycnus' bloed dat vergoten werd, het was een straal
bloed van Menoites, die naast Cycnus streed en net op dat ogenblik door een
andere Griek was getroffen. Zo leek het dat Cycnus bloedde, maar dat was dus
niet zo.
Achilles sprong nu woedend op zijn strijdwagen en sloeg met zijn
zwaard op Cycnus in. Maar ook het staal kon Cycnus niet verwonden. Het gevecht
was bijzonder hevig maar bleef onbeslist tot Achilles erin slaagde zijn
tegenstander met zijn schild te raken. Tot viermaal toe kon hij Cycnus treffen
met de knop van het schild. Toen hij hem vol op de slaap raakte, wankelde
Cycnus, het schemerde voor zijn ogen. Hij struikelde over een steen en viel
neer. Achilles zat dadelijk boven op hem en hield hem met schild en knieën in
bedwang. Hij greep de helmriem van Cycnus en snoerde hem daarmee de keel
dicht. Toen de Colonaeërs zagen dat hun koning verslagen was, sloegen ze op de
vlucht. De Grieken volgden hen tot in hun hoofdstad Metora, waar ze alles
plunderden en Cycnus' kinderen als buit meevoerden naar de schepen.
Volgens sommigen is het deze Cycnus die als het sterrenbeeld Zwaan aan de
hemel werd geplaatst.
Maar, al lijkt het zo vanzelfsprekend om aan te nemen dat Cycnus aan de oorsprong
ligt van dit sterrenbeeld, toch zal de waarheid elders te vinden zijn. En die
is te vinden bij Zeus en Leda.
Leda en de zwaan
Zeus was verliefd op Nemesis, dochter van Oceanus, god van het water dat de
aarde omsluit, en Nyx (Nacht) en volgens de klassieke mythologie nicht van
Zeus, vermits Oceanus de broer is van Zeus' vader Cronus.
Nemesis was niet gesteld op de liefde van Zeus en vluchtte van hem weg. Zij
vluchtte het water in en nam de gestalte aan van een vis. Zeus achtervolgde
haar in de gedaante van een bever en wierp voortdurend golven over haar heen.
Daarop sprong Nemesis op het land en nam achtereenvolgens verschillende
diergedaanten aan om aan Zeus te ontkomen, maar dat lukte haar niet omdat Zeus
steeds nog snellere of wildere diervormen aannam.
Toen vloog Nemesis op als wilde gans en koos het hemelruim. Maar Zeus
veranderde zich in een wilde zwaan en kon Nemesis tot gemeenschap met hem
dwingen. Het hyacintkleurige ei dat zij daarop legde was door Zeus bevrucht,
maar Nemesis weigerde het uit te broeden. Ze bracht het naar een moeras in de
buurt van Sparta waar Leda, de echtgenote van Tyndareüs, koning van Sparta,
het vond. Uit dat ei werd de mooie Helena geboren, die de geschiedenis een
dramatische wending zal geven, vermits zij de aanleiding zal zijn tot de
Trojaanse Oorlog.
*
Nemesis wordt ook wel de maangodin genoemd. In oudere mythologieën wordt
verteld dat zij het was die op jacht ging naar een koning. Die koning had de
gestalte van een haas, die op het einde van de jacht door Nemesis werd
verslonden. Het beeld van de haas is sindsdien in de maan zichtbaar. De volle
maan van de lente geeft elk jaar weer dat beeld op een heel mooie manier weer.
Pasen is dan ook nabij, en daarmee ook de paashaas.
*
In nog oudere tijden werd er verteld dat er eens een ei vanaf de maan in de
rivier Eufraat was gevallen. Vissen hadden het ei uit het water op het land
gesleept, waar het door duiven werd uitgebroed. Uit het ei kwam de godin van
de liefde voort die in Syrië werd vereerd.
Er zijn auteurs die beweren dat het ei dat Leda uitbroedde op
gelijkaardige wijze op aarde was gekomen. In sommige teksten wordt daarbij ook
nog vermeld dat het ei hyacintkleurig was, zoals later paaseieren meestal
waren. Maar misschien is er ook verwantschap met het bloedrode pinksterei dat
Keltische druïden jaarlijks gingen zoeken langs de kusten.
*
In een andere versie van de mythe gaat het verhaal als volgt:
Zeus deed zich voor als een zwaan, in doodsangst achtervolgd door een
adelaar. Hij zocht bescherming bij de godin Nemesis. Zij ontfermde zich over
hem en legde enige tijd later een ei dat door Zeus was bevrucht. Hermes
(Mercurius), de
snelle bode der goden, bracht het ei bij Leda, die het, zittend op een krukje,
uitbroedde.
Als herinnering aan deze gebeurtenissen plaatste Zeus de beelden van Zwaan
en Adelaar aan het firmament.
*
In nog een andere versie, ten slotte, wordt verteld dat Zeus zich in de
gedaante van een zwaan ophield bij de rivier Eurotas, dicht bij Sparta. Hij
ontmoette er Leda, die gehuwd was met Tyndareüs, de koning van Sparta, en
verleidde haar. Uit het ei dat uit deze ontmoeting voortkwam, werd niet
alleen Helena geboren, maar ook Polydeuces, die in de Romeinse mythologie meer
bekend werd onder de naam Pollux. Tezelfdertijd baarde Leda een zoon Castor, die
een nakomeling was van Tyndareüs, die bij Leda ook nog Clytaemnestra als
dochter had; Castor en Pollux (Polydeuces) zullen onafscheidelijke
tweelingbroers zijn die later in het sterrenbeeld
Tweelingen zullen
voortleven.
Leda is daarmee de moeder van grote, maar tevens tragische helden en
heldinnen uit de oud-Griekse heldentijd. Enerzijds zijn er Helena en
Polydeuces, beiden van goddelijke afkomst; anderzijds zijn er Clytaemnestra en
Castor, die beiden Tyndareüs als vader hadden.
De zonen van Leda
Door Zeus' activiteit in de gedaante van de Zwaan, werd Leda voor eeuwig
met de zwanenfiguur verbonden. Haar meest vermaarde kinderen, die trouwens ook
aan de hemel staan, zijn de tweelingen Castor en Pollux. Zij horen tot het
grote Griekse heldengeslacht. Zij nemen onder andere deel aan de jacht op het Calydonische everzwijn, slagen erin hun zus Helena uit de handen van Theseus -
die haar ontvoerd had - te bevrijden, maar verwerven vooral faam door hun
aandeel in de Argonautentocht, aan de zijde van Iason, die het gulden vlies
verovert. Hun namen blijven ook ten eeuwigen dage verbonden met de Olympische
Spelen. Door het feit dat Castor en Pollux deelnamen aan de Argonautentocht
wordt het sterrenbeeld Zwaan gerekend tot de Argonautenconstellaties, waartoe
natuurlijk ook het sterrenbeeld Tweelingen behoort.
De dochters van Leda
Helena en Clytaemnestra verbinden hun namen met Troje. Zij spelen een niet
onaanzienlijke rol in Homerus' heldendicht over de Trojaanse Oorlog.
Helena
wordt genoemd bij de aanvang van de oorlog. Zij was gehuwd met de Achaeër
Menelaüs, koning van Sparta. Maar Paris, zoon van de Trojaanse koning Priamus,
roofde haar en voerde haar mee naar Troje. Dat werd de aanleiding tot de
oorlog die tien jaar zou duren.
Clytaemnestra, echtgenote van Agamemnon, koning van Mycene, speelt een
dramatische rol bij het einde van de Trojaanse oorlog. Wanneer Agamemnon als
overwinnaar na tien jaar eindelijk weer thuis komt, wordt hij door
Clytaemnestra, die ondertussen liefde had opgevat voor Aegisthus, vermoord.
Omdat Leda de moeder is van Helena, wordt het sterrenbeeld ook wel eens 'Helenae
Genitor' genoemd. Dat is 'Voortbrengster van Helena'.
Opvallend is dat men bij het sterrenbeeld Zwaan voortdurend aan Leda denkt,
terwijl het beeld als dusdanig niet met haar verbonden is. In feite is de Zwaan een
van de vele gestalten van Zeus.
Zwaan of kip?
Niet iedereen ziet in dit sterrenbeeld een zwaan. Sommigen zien er gewoon
een of andere vogel in, soms gewoon een kip. Of het gebeurt dat men er alleen
de vleugels van een vogel in ziet. Daardoor komt het dat dit sterrenbeeld ook
heel wat andere benamingen heeft. Bijvoorbeeld 'Ales', wat gevleugeld
betekent. Zo ook 'Ales Jovis', gevleugelde god of 'Ales Ledaeus', vleugels
van Leda.
'Avis', een naam die ook vrij veel voorkomt en gewoon vogel betekent is ook
het woord dat gebruikt werd om een goddelijk voorteken aan te duiden. De naam
'Avis Veneris' is de vogel van Venus, wat hetzelfde is als de naam 'Myrtilus',
die ook nu en dan voorkomt.
Met de naam 'Olor' zitten we weer bij de zwaan en met de naam 'Phoebi
Assessor' komen we bij een godheid, namelijk Phoebus Apollo.
In de Arabische literatuur vindt men de naam Al Ta'ir al Arduf, de
vliegende arend. Deze naam is echter overgegaan op de helderste ster van het
sterrenbeeld Adelaar (Arend): Altaïr.
In het Arabisch komt men de naam 'Al Dajajah' tegen voor dit sterrenbeeld.
Dat is een kip. Naar het schijnt werd de naam 'Kip' voor dit sterrenbeeld al
gebruikt in Egypte. De priester Manetho, die omstreeks 300 vóór Christus een
historisch werk over Egypte publiceerde - waarin de termen Oude Rijk,
Middenrijk en Nieuwe Rijk voor het eerst werden gehanteerd - kende het
sterrenbeeld onder die naam. De Arabische naam Al Dajajah is in de Europese
astronomische werken terug te vinden als Adige, de helderste ster van dit
sterrenbeeld. Haar meest gebruikte naam Deneb is ook van het Arabische woord
voor kip afgeleid.
De naam 'Gallina' (kip) voor dit sterrenbeeld heeft lang stand gehouden en
concurreerde met de naam 'Zwaan'.
Al in de vroegste Mesopotamische tijden werd dit sterrenbeeld als een vogel
afgebeeld, alleen is het niet helemaal zeker of de Griekse vogelfiguur van de
Mesopotamische afstamt.
Orpheus
Ook krijgt dit sterrenbeeld wel eens de naam en de gestalte van de zanger
Orpheus. Hij was een ingewijde - hij openbaarde onder andere de leer van de
reïncarnatie in Griekenland. Hij was Argonaut en lierspeler. Als sterrenbeeld
staat hij dan ook dicht bij zijn lier, die als sterrenbeeld niet ver van de
Zwaan staat. Meer hierover in de tekst over het sterrenbeeld
Lier.
De Zwaan is een zwaardlelie
Onder de naam Hyresym of Eurisim was dit sterrenbeeld vroeger ook bekend.
Die naam verwees naar de iris of zwaardlelie.
De zwaan is een uil
Philippus Caesius, een Nederlandse astronoom uit de zeventiende eeuw dacht
dat het beeld van de zwaan afkomstig was uit de Bijbel. In het boek Levithicus,
het boek dat volgt op Exodus, waarin de lotgevallen van Mozes verteld worden,
staat onder hoofdstuk 11 een opsomming van reine en onreine dieren. De reine
mogen gegeten worden, de onreine niet. Tussen de onreine worden enkele
uilensoorten genoemd, en volgens Caesius zouden die model gestaan hebben voor
dit sterrenbeeld.
De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: '... De
volgende vogelsoorten gelden voor jullie als oneetbaar; je mag er niet van
eten en moet ze als weerzinwekkend beschouwen: de vale gier, de lammergier, de
zwarte gier, de rode wouw en de verschillende soorten buizerds, alle soorten
kraaien en raven, de struisvogel, de velduil, de bosuil, alle soorten valken,
de steenuil, de visuil, de ransuil, de katuil, de dwergooruil, de visarend, de
ooievaar, de verschillende soorten reigers, de hop en de vleermuis....'"
Dit sterrenbeeld is dan ook geen zwaan, maar een uil, volgens Caesius.
De zwaan is het Kruis van Christus
Christelijke tijdgenoten van Caesius gingen nog een stap verder en zagen
in dit sterrenbeeld helemaal geen zwaan of kip of andere vogel, maar het kruis
van Christus. Julius Schiller uit Augsburg was een van hen. Hij sloot zich bij
de beschrijving van het beeld aan bij de mythologie. Al was het dan niet meer
Leda met de zwaan, de vrouwelijke figuur bleef. Het werd de heilige Helena met
het kruis van Christus. Die beeldvorming van Julius Schiller heeft het lang
overleefd, want sommige amateurastronomen bleven lange tijd de naam 'Noorderkruis'
gebruiken. Waarschijnlijk omdat er ook sprake is van een 'Zuiderkruis', dat
dicht bij de zuidelijke hemelpool is te vinden.
Meer over Helena en het kruis kan je lezen in de tekst over de
Kruisvinding
De sterren van de Zwaan
Kippenstaart
Alpha Cygni is een schitterend witte ster met de naam
Deneb. Dat is afgeleid van Al Dhanab al Dajajah, wat 'staart van
de hen' betekent. Vanaf de aarde gezien leek het alsof Deneb geen eigen
beweging had en dus echt stil stond aan de hemel. Maar men heeft ontdekt dat
de ster wél beweegt, in de richting van de aarde, waardoor het moeilijk was om
die beweging te kunnen vaststellen. De snelheid bedraagt ongeveer 8 km per
seconde. Als Deneb met die snelheid op ons af blijft komen zal ze over 300.000
jaar veruit de helderste ster aan het firmament zijn.
Deneb is circumpolair,
terwijl de rest van het sterrenbeeld Zwaan dat niet is. Ze is dus elke
onbewolkte nacht goed te zien, zelfs op plaatsen waar overdadig licht het zien
van sterren bemoeilijkt.
Het licht van Deneb heeft 1600 jaar nodig om de aarde te bereiken. Het
licht dat we nu zien, heeft de ster verlaten op het moment dat de vijfde eeuw
een aanvang nam. Het is de tijd dat Alarik, koning van de Visigoten het
Romeinse Rijk binnentrekt en Rome plundert.
Kippensnavel
Bèta Cygni is een dubbelster. De hoofdster is blauwachtig, de begeleider
goudkleurig en lichtzwakker. De ster is bekend onder de naam
Albireo. Omdat de naam met 'al' begint,
zoals vele uit het Arabisch afgeleide woorden, dacht men dat de naam uit het
Arabisch afkomstig was. Maar dat is hier uitzonderlijk niet het geval. Albireo
heeft haar naam te danken aan een schrijf- of drukfout. In de Almagest van
Ptolomeüs, door Petrus Liechtenstein in 1515 uitgegeven, staat in de
beschrijving van het sterrenbeeld het woord 'ab ireo'. Later dacht men dat het
de naam van de ster was en geraakte het woord vervormd tot Albireo.
Met het blote oog is deze ster al het bekijken waard, maar dan zie je geen
dubbelster. Met een verrekijker lukt het wel om de twee sterren apart in hun
kleurenrijkdom te zien.
De naam Kippensnavel komt wél van het Arabisch. Daar heet de ster: Al
Minhar al Dajajah.
Het licht van Albireo heeft 410 jaar nodig om de aarde te bereiken.
Kippenborst
Dit is Gamma Cygni. Het is de ster die op het kruispunt staat van het kruis
of van vleugels en lijf van de kip. Het is ook een opvallende ster, zij het
iets minder stralend dan Albireo. De naam van de ster is Sadr of
Sadir, afgeleid van het Arabische Al Sadr
al Dajajah. Dat betekent: 'borst van de kip'. Net als Deneb beweegt Sadir in
de richting van de aarde en haalt daarbij een snelheid van ongeveer 6 km per
seconde. 540 jaar doet het licht erover om op aarde aan te komen.
Linker kippenvleugel
Dit is Delta Cygni, halverwege de vleugel.
Rechter kippenvleugel
Eta Cygni. De ster staat ongeveer halverwege de vleugel. Haar echte naam is
Gienah. Ze bevindt zich op 80 lichtjaar
van de aarde.
De namen van de sterren in de belangrijkste sterrenbeelden
Een beknopt overzicht van de sterrenbeelden die in de lessen astronomie aan
bod komen