Nederlands
Slangendrager
Latijn
Ophiuchus
Frans
Serpentaire
Engels
Serpent-holder
Duits
Schlangenträger
Italiaans
Ofiuco
Dit is het dertiende sterrenbeeld van de
Dierenriem. Niet zo voor astrologen, wel voor astronomen. Die laatsten zijn er
mee vertrouwd dat er dertien sterrenbeelden zijn waarlangs de zonnebaan en de
planetenbanen
uitgetekend kunnen worden.
Ophiuchus ligt net ten noorden van de
Schorpioen en in het verhaal zullen we ook zien dat het er nauw mee verbonden
is. Ten oosten en ten westen van Ophiuchus vinden we het sterrenbeeld Slang (Serpens
- een sterrenbeeld dat uit twee afzonderlijke delen bestaat: de kop van de
slang en de staart van de slang).
Op de ecliptica is Slangendrager omringd
door Schorpioen en Boogschutter. Als men de omvang van het sterrenbeeld goed
bekijkt, ziet men dat de zon minstens dubbel zo lang in Ophiuchus verblijft
als in Schorpioen. In de tijd dat de 12 sterrenbeelden van de Dierenriem
werden bepaald, lag Ophiuchus nog niet op de Ecliptica. Nu echter, ten gevolge
van de precessie, is dat wel het geval. Dus moeten we dit sterrenbeeld hoe dan
ook bij de dierenriem rekenen.
Dit sterrenbeeld draagt al sinds de
vroegste vermeldingen in het antieke Griekenland deze naam.
Maar wie is de slangendrager ?
Meestal wordt hij vereenzelvigd met
Asclepius, de Griekse god van de geneeskunst. Het verhaal zal dan ook over
hem gaan. Twee grote aspecten komen aan bod: het heldenschip Argo, dat we in
verschillende sterrenbeelden tegenkomen zoals
Ram,
Tweelingen,
Hercules e.a. Het tweede thema
is verwant aan Orion.
De Slangendrager in de
Griekse mythologie
Asclepius
De koning van de Lapithen had een
dochter, Coronis. Ze woonde aan de oever van het Boibeismeer in Thessalië en
had de gewoonte aangenomen om regelmatig in dat meer haar voeten te gaan
wassen. Dat bleef niet ongemerkt voor Apollo, die haar zijn liefde bekende en
haar in verwachting achterliet toen hij voor zaken naar Delphi moest. Om zeker
te zijn van haar trouw aan hem, liet hij een kraai met sneeuwwitte veren bij
haar achter. Die moest goed uit zijn ogen kijken en mocht er iets fout gaan,
onmiddellijk zijn meester in Delphi daarvan op de hoogte brengen.
De kraai had niet veel moeite om aldra
enig fout gedrag vast te stellen. Coronis was namelijk al een tijd verliefd
op Ischys, zoon van Elatus, een geboren Arcadiër. Nu Apollo er niet was, vond
ze het haast vanzelfsprekend dat Ischys het bed met haar deelde. Het was
daarbij vooral de kraai die in een opperste staat van opwinding geraakte en hals over
kop naar Delphi vloog. Onderweg prees hij zichzelf al gelukkig dat hij door
Apollo zou geprezen en beloond worden. Maar toen hij verslag uitbracht,
ontstak Apollo in een hevige woede en vervloekte de kraai. Waarom? Omdat hij
niet in actie was geschoten toen hij het bedrog zag en de ogen van die
vermaledijde Ischys niet had uitgepikt. De vervloeking kwam zo hard aan dat de
kraai compleet van kleur verschoot en sindsdien als een zwarte vogel door het
leven moet. Zo ook al zijn afstammelingen.
Apollo, die blijkbaar ook niet erg moedig
was in deze zaak, ging zijn beklag doen bij zijn zus Artemis. Die wist wél wat
ze moest doen. Ze nam haar boog en pijlkoker en schoot die koker helemaal leeg
op Coronis. Toen Apollo echter het lijk van zijn geliefde zag liggen, overviel
hem ineens een diepe droefheid en spijt. Kon hij haar maar weer tot leven
wekken. Maar wat hij ook deed, het was vruchteloos. Haar geest vertoefde al in
de onderwereld en haar lichaam lag al op de brandstapel. Het vuur brandde
zelfs al, toen Apollo plots tot zichzelf kwam, de hoogzwangere buik van zijn
geliefde zag en dan ogenblikkelijk de god Hermes liet komen. Hij vroeg hem de
buik van Coronis open te snijden en zie, Hermes haalde het nog levende kind
uit de schoot van Coronis en overhandigde het aan Apollo. Het was een jongen.
Apollo gaf hem de naam Asclepius en voerde hem terstond weg naar de grot van
de centaur Cheiron, leermeester van vele helden. Daar groeide de jongen op,
leerde er de kunst van het jagen en van het genezen.
Ophiuchus werd de god van de geneeskunst,
die beter gekend onder de naam Asclepius.
Wat gebeurde er met Ischys ? Men zegt dat
hij door een donderslag van Zeus werd gedood. Maar anderen vertellen dat
Apollo hem met pijlen doorzeefde.
Asclepius was de scheepsarts van de Argo,
het schip waarmee vele Griekse helden naar Colchis voeren om er het Gulden
Vlies te veroveren. Op deze reis deed als hij als geneesheer zoveel ervaring
op dat hij er ten slotte in slaagde om zelfs doden weer tot leven te wekken.
Die praktijk wilde hij ook toepassen op de grote jager
Orion, toen die op
bevel van de zonnegod Apollo werd gestoken door een schorpioen. Dat vond
Hades, de god van de onderwereld, van het goede teveel - hij vreesde dat hij
op den duur geen cliënten meer zou krijgen - en overtuigde Zeus om Asclepius
met een bliksemschicht van de aarde weg te nemen en aan de hemel te plaatsen.
En zo gebeurde.
Caecius
Dit sterrenbeeld werd niet bij iedereen
beschouwd als de grote geneeskundige Asclepius (voorvader van Hippocrates).
Sommigen zagen er Caecius in, een mythische figuur die door Heracles werd
verslagen.
Laocoön
Anderen zagen in de figuur van dit
sterrenbeeld de Trojaanse priester Laocoön.
Deze priester is vereeuwigd in Homerus’
Ilias. Hij verschijnt ten tonele op het moment
dat de Grieken na tien jaar belegering de strijd (schijnbaar) opgeven en
plotseling vertrekken. De Trojanen verlaten daarop de stad en gaan voorzichtig
in het Griekse kamp rondsnuffelen, ondanks de waarschuwingen van de priester
Laocoön. Deze richt op het strand een offeraltaar op en brengt een offer aan
de goden om hun zegen af te smeken over het einde van de strijd. Maar zie, een
reuzenslang komt uit de zee, en tijdens de offerplechtigheid worden Laocoön en
zijn beide zoons door de zeeslang gewurgd. Deze episode uit de Ilias is
beroemd geworden door de beeldengroep ‘Laocoön’ die in de Griekse Oudheid in
marmer werd gehouwen en nog tot op onze dagen bekend is gebleven.
De Slangendrager in de
Bijbel
Ophiuchus, alias Asclepius wordt niet
alleen afgebeeld met de slang, dikwijls draagt hij ook een staf waaromheen de
slang zich kronkelt. Dat beeld is ook in het Oude Testament bekend. En wel op
tweevoudige wijze.
Mozes en de slang
De eerste keer ontmoeten we het beeld van de
slang als Mozes en zijn broer Aäron naar Farao gaan om te vragen of de
Israëlieten het land mogen verlaten om een offer te brengen aan Jahweh, hun
God. Om Farao te overtuigen zoeken Mozes en Aäron hun toevlucht in het
verrichten van wonderen. Een van de wonderen is het veranderen van een stok in
een slang. Dat de tovenaars van farao dat trucje ook kennen, is pech voor de
Israëlieten. Als na vele andere wonderen - waaronder de bekende ‘Tien Plagen
van Egypte’ - farao de Israëlieten uiteindelijk laat vertrekken, zwerven de
Israëlieten 40 jaar rond in de woestijn. Ze krijgen er onder andere hun 'Tien
Geboden', maar weten zich daar nog niet goed aan te houden en zo komt het dat
Jahweh toch regelmatig een straf over zijn volk moet zenden.
Zo lezen we in het boek Numeri:
Van de berg
Hor trokken zij in de richting van de Rietzee, want zij wilden om Edom heen
trekken. Maar onderweg werd het volk ongeduldig. Het keerde zich tegen God en
tegen Mozes: “Hebt u ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn? Er
is geen brood, er is geen water en dat minderwaardige eten staat ons tegen.”
Toen zond Jahweh giftige slangen op het volk af. Deze beten de Israëlieten en
velen van hen vonden de dood. Nu kwam het volk naar Mozes en zei: “Wij hebben
gezondigd, want wij hebben ons tegen Jahweh en tegen u gekeerd. Bid Jahweh dat
Hij die slangen van ons wegneemt.” Toen bad Mozes voor het volk en Jahweh zei
tot hem: “Maak zo’n giftige slang en zet die op een paal. Iedereen die gebeten
is en er naar opziet, zal in leven blijven.” Mozes maakte een bronzen slang en
zette die op een paal. Ieder die door een slang was gebeten en zijn ogen op de
bronzen slang richtte, bleef in leven.
Zo komen we aan het beeld van de slang
die zich om de staf wikkelt. Een beeld dat tot symbool is geworden voor al wie
genezing zoekt. Dokters, apothekers en dierenartsen gebruiken deze symboliek
ter herkenning en als uithangbord.
Soms werd de slang die omheen Ophiuchus
kronkelt gezien als de staf van Aäron die een slang werd, en dan is Ophiuchus
de figuur van Aäron. Soms ziet men in het sterrenbeeld Slang de bronzen slang
die Mozes vervaardigde en dan is het sterrenbeeld Ophiuchus niemand minder dan
Mozes zelf.
De Slangendrager aan de
christelijke hemel
Ook de christenen herkenden in dit grote
en mooie sterrenbeeld een van hun illustere voorgangers. Wie met enige
aandacht de twaalf sterrenbeelden van de dierenriem in hun christelijke
betekenis heeft gevolgd, weet dat er één grote figuur tot nu toe ontbreekt.
Het is de dertiende apostel. De man die Christus zelf nooit gekend heeft. De
man die de christenen eerst vurig vervolgde, maar als door de bliksem
getroffen plots tot inkeer komt en de meest vurige verdediger van het
christendom werd. Het is Paulus.
In de christelijke hemelkoepel zien we op
de plaats waar Ophiuchus hoort te staan het sterrenbeeld Paulus. Niet zo’n
slechte keuze van Novidius, die een christelijke sterrenkoepel samenstelde.
Ophiuchus - hier dus Paulus - is immers het dertiende sterrenbeeld op de
Ecliptica en dus moest Paulus, de dertiende apostel, wel aan de beurt komen.
Paulus is vooral bekend geworden dankzij
de ‘Handelingen der Apostelen’ van evangelist Lukas en door de vele brieven
die hij schreef aan de christengemeenten die hij stichtte in Klein-Azië. Het
woord ‘gemeente’ is trouwens bewaard gebleven in het protestantse christendom
en is daar gelijkwaardig aan ons begrip parochie. Soms noemt men het
protestantisme dan ook wel eens het Pauluschristendom terwijl dat van de
katholieken dan het Petruschristendom genoemd wordt. Dat laatste omdat de
katholieken de paus erkennen als de opvolger van Petrus. Volgens de legende
stierven beide stichters van het christendom op dezelfde dag en op hetzelfde
uur in Rome onder de regering van keizer Nero.
Paulus was afkomstig uit Tarsus, een stad
in Silicië, nu Turkije, waar hij omstreeks het jaar 10 voor Christus werd
geboren. Van beroep was hij tentenmaker, een ambacht dat hij
hoogstwaarschijnlijk van zijn vader had geleerd. Zijn vader was bovendien een
farizeeër, en ook die eigenschap ging op zijn zoon over. Daarmee weten we dus
dat hij uit de Joodse gemeenschap afkomstig was, en nog wel uit een streng
orthodox milieu. De farizeeën waren destijds gekend als Joden die nauwgezet
volgens de wet leefden. Het was dan ook niet verwonderlijk dat juist deze
Joden zo tegen de christenen gekant waren en hen ook daadwerkelijk vervolgden.
Paulus, die toen nog Saulus heette, was zelfs aanwezig bij de steniging van de
eerste christelijke martelaar, Stefanus. Hij zou niet zelf met stenen hebben gegooid, maar moest op de kleren
letten van hen die wél gooiden.
Korte tijd later, onderweg naar Damascus
om daar christenen te gaan vervolgen, wordt hij van zijn paard gebliksemd. Al
is het helemaal niet zeker of hij te paard reed. Waarschijnlijk was hij gewoon
te voet. Tegelijkertijd ziet hij in een visioen Christus. In Damascus
aangekomen verandert hij zijn naam in Paulus en begint de leer van Christus te
verkondigen. Zijn geloofsgenoten weten niet wat ze horen. Ze zijn zo verbolgen
dat ze hem stante pede uit de stad verjagen. In een mandje wordt hij vanaf de
stadsmuur neergelaten en Paulus vlucht naar Jeruzalem en van daaruit naar
Tarsus. Dan begint zijn ware apostolaat.
Hij predikt op vele plaatsen in
Klein-Azië, maakt vele reizen en sticht her en der nieuwe christengemeenten.
Het contact met die gemeenten onderhoudt hij via brieven. De teksten van die
brieven worden in de kerk veelvuldig gebruikt als lezing (eertijds epistel
genoemd). Op een van zijn reizen komt hij in Jeruzalem terug, waar een dispuut
met Petrus en andere apostelen wordt bijgelegd, maar waar hij ook gevangen
genomen wordt. Hij wordt in Caesarea gevangen gezet, dan per schip naar Rome
gezonden. Hij lijdt echter schipbreuk en belandt zo op Malta. In het jaar 60
is hij in Rome actief als predikant. En al verschilt hij in vele zaken
duidelijk van Petrus, toch werken ze samen - althans volgens de legenden
- in deze stad aan de verkondiging van de christelijke leer. In 64 worden
beiden gevangen genomen en op 29 juni ter dood gebracht. Paulus was 74 jaar
oud.
Een van de meest opvallende teksten van
Paulus gaat over de kracht van de geest als wapen. Daarover schrijft hij in de
brief aan de Efezers. Om daaraan te herinneren wordt hij meestal afgebeeld met
een zwaard. Men moet dat zwaard dus niet letterlijk interpreteren. Men moest
hem nu eenmaal een attribuut geven om hem te herkennen. Petrus was
gemakkelijk, die kreeg op afbeeldingen de hemelsleutels. Paulus dus het
geestelijke zwaard. Het is te vergelijken met het beeld van de draak dat bij
diverse heiligen te vinden is. Die draak is het symbool voor de ketterij, voor
de heiden. Overwinning van de draak betekent dus overwinning op het heidendom
of de ketterij.
Meer over Paulus bij het sterrenbeeld Perseus
De meest bekende christelijke
hemelkoepel, die van Julius Schiller, vermeldt niet Paulus als het
sterrenbeeld Ophiuchus - Paulus is daarin het sterrenbeeld
Perseus - maar
Benedictus.
De Slangendrager als monnik
Waarom krijgt de heilige Benedictus in de
gekerstende sterrenhemel van Schiller (Atlas Coelestis seu Harmonia Mundi),
uitgegeven in 1660 in Amsterdam zo’n belangrijke plaats? Omdat Benedictus als
bijnaam draagt: “Vader van Europa”. Die titel heeft hij te danken aan zijn
werk als kloosterstichter en het opstellen van een kloosterregel, die ten
grondslag ligt aan alle latere kloosterregels. De kern van zijn kloosterregel
was “ORA ET LABORA”, bid en werk. Deze spreuk, en de uitwerking ervan heeft er
voor een belangrijk deel voor gezorgd dat Europa de ontwikkeling heeft
doorgemaakt zoals we die kennen.
Benedictus leefde in de zesde eeuw in de
omgeving van Perugia, in Italië, niet zover van de plaats waar zes eeuwen
later die andere grote kloosterstichter, Franciscus, leefde. Hij was telg van
een rijke familie. Toen hij 14 jaar was gaf hij zijn fortuin weg, verliet zijn
familie en vestigde zich bij een ascetengroep in Affile. Later trok hij zich
terug in een spelonk in Subiaco, ten oosten van Rome. En zoals het wel meer
gebeurt met jonge mannen, hij was véél strenger en radicaler dan zijn oudere
collega-kluizenaars.
Hij leidde een leven van opoffering en
kastijding. Hij rolde zich bijvoorbeeld naakt door een doornstruik - de
doornstruik staat als sterrenbeeld Serpens bij hem. Dat sprak de monniken van
Vicovaro zo sterk aan dat ze hem tot hun overste kozen. Dat hadden ze beter
niet gedaan, want Benedictus hield niet van halfslachtige toestanden en
verstrengde het leven in het klooster zo zeer, dat de monniken zodanig spijt
kregen van hun keuze dat ze geen andere oplossing zagen dan hem te
vergiftigen. Maar toen de schaal met het vergiftigde voedsel in de handen van
Benedictus kwam, maakte hij er een kruisteken over, en zie, de schaal brak in
stukken. Omdat hun opzet mislukt was, hadden de monniken geen andere keuze; ze
gingen weg en
lieten Benedictus alleen achter in het klooster.
Benedictus trok het zich blijkbaar niet
zo aan, en verzamelde al snel enkele andere monniken om zich heen. Zo deed hij
ervaring op met het kloosterleven en toen hij daarvan goed doordrongen was, en
er zich bij hem een heldere visie daarover ontwikkelde, achtte hij de tijd
rijp om een eigen klooster te stichten. Het werd het klooster van
Montecassino. Het klooster dat model heeft gestaan voor tal van andere
kloosters.
De kloosterregel van Benedictus ging uit
van het principe :
8 uur
slapen
8 uur
bidden
8 uur
werken
Al snel werden er in Italië, Frankrijk,
Duitsland, Spanje, Engeland en de Nederlanden kloosters opgericht die de regel
van Benedictus volgden. Het zijn de benedictijnen, die moerassen drooglegden,
grote stukken land in bezit namen en er boerderijen oprichtten en in feite de
grote stimulatoren zijn geweest van de middeleeuwse beschaving. De trappisten
(cisterciënzers) volgen nog steeds de regel van de heilige Benedictus.
In de ogen van velen is deze Benedictus
dan ook een soort patriarch van het westen en dus verdient hij deze
belangrijke plaats aan de hemel alleszins.
De sterren van Ophiuchus
De herder
Alpha Ophiuchi heet ook
Ras Alhague: het hoofd van de
Slangendrager. De echte betekenis van de naam is 'de herder'. Deze heldere
witte ster is slechts 60 lichtjaren van ons verwijderd.
De honds
Bèta Ophiuchi heet ook
Kelb Alrai; dat betekent “hond van de
herder” of volgens anderen “het hart van de herder”. Het hangt er maar van af
hoe je het Arabische woord kalb vertaalt. In feite kan je het pas weten als je
het hoort uitspreken. Dan weet je zeker of het hart of hond betekent.
Deze ster staat op 125
lichtjaar van de aarde.
De vorige
of de volgende?
Eta Ophiuchi heet ook
Sabik wat ‘de voorafgaande’ betekent.
Sommigen zeggen dat het ‘de volgende’ wil zeggen. Deze ster bevindt zich op 73
lichtjaren van de aarde.
De
snelste
In het sterrenbeeld
Ophiuchi vinden we de ster die zich het snelst aan de hemel verplaatst. Ze
schuift ieder jaar 10'25" op. Ze heet Velox Barnardi.
In het woord Velox zien we de betekenis snel. Deze lichtzwakke doch snelle
ster staat slechts op 6 lichtjaar van de aarde.
Astronomie: de zon vertoeft in het sterrenbeeld Slangendrager van
± 30 november tot
± 17
december.
Astrologie: nihil. Slangendrager is geen sterrenbeeld van de zodiak in de
astrologie
De namen van de sterren in de belangrijkste sterrenbeelden
Een beknopt overzicht van de sterrenbeelden die in de lessen astronomie aan
bod komen