SIEGFRIED, 15 februari
Luc Cielen in Rinkkrant 916 van 10 februari 2006
Eind tiende eeuw leefde er in Engeland, in York, een priester, Siegfried genaamd. Hij was de uitverkorene van de Engelse koning Edred om naar Zweden te gaan op uitnodiging van koning Olaf I Tryggveson. Waarom? Om in Zweden en Noorwegen het christelijke geloof nieuw leven in de blazen. In 830 was de heilige Anscarius al naar Zweden gekomen en had het land gekerstend, maar dat was eerder oppervlakkig gebeurd, zodat het geloof in Odin en Baldur weer springlevend was in de tiende eeuw.
Siegfried was eigenlijk een benedictijner monnik uit de abdij van Glastonbury, de abdij waar zogezegd het graf van King Arthur te vinden is. Christendom en bijgeloof waren daar blijkbaar ook al vermengd. En dat is zo tot op de dag van vandaag, want nog steeds kan je in Glastonbury abdij en graf bezoeken. En zelfs de boom die door Jozef van Arimathea werd geplant, even buiten het stadje. Het is een heilige boom, en om die reden hangt hij vol met briefjes en sjaaltjes en lintjes, wat hoegenaamd niet bijdraagt tot zijn schoonheid. Indrukwekkend is hij wel, daar midden in de heuvelende weiden, al is hij eerder klein van stuk zoals alle meidoornstruiken.
Deze Siegfried trok dus naar Noorwegen (995) en vervolgens naar Zweden waar hij koning Olaf Skötkonung bekeerde. Dat gebeurde bij de stad Uppsala. Hij stichtte het eerste bisdom van Zweden, dat van Skara, dat ten noord-oosten van Göteborg ligt, dicht bij Norrköping.
Op 21 juni 950 kwam hij in Växjö aan. Daar bouwde hij een houten kerk, die later zou uitgroeien tot een grote domkerk, die vijftig jaar geleden een grondige restauratie onderging. Zijn bekeringswerk vorderde snel, zodat hij na enkele jaren alle twaalf stammen van Zuid-Gotland tot het christendom had bekeerd. Tot aan zijn dood bleef hij bisschop van Växjö, terwijl hij daarbuiten nog andere bisdommen oprichtte en er bisschoppen aanstelde.
Bij zijn werk in Växjö werd hij bijgestaan door zijn drie neven: Unaman, die priester was, Sunaman, die diaken was en Wiamun die hulpdiaken was. Toen hij eens op reis ging naar Uppsala om er koning Olaf en zijn gevolg te dopen, droeg hij het bestuur van zijn eigen bisdom over aan Unaman. De twee anderen moesten hem daarin bijstaan. Maar het noodlot sloeg toe. Tijdens zijn afwezigheid viel een groep heidense rebellen de kerk van Växjö aan, plunderde die en doodde Unaman, Sunaman en Wiamun. De rovers brachten de lijken naar het woud, en begroeven die op een plek die tot op heden onbekend is gebleven. De hoofden echter scheidden ze van de rompen en staken die in een kist die ze in een grote vijver wierpen. Jaren later werd die kist uit de vijver gehaald en de drie hoofden werden als relikwie bijgezet in de kerk van Växjö.
Het nieuws van de overval en moord bereikte Siegfried vrij snel, waarop hij zijn bezoek aan de koning afbrak en onmiddellijk naar Växjö terugreisde. Hij liet de kerk onmiddellijk heropbouwen, want van aanpakken wist hij wel.
Koning Olaf liet de opstandelingen gevangen nemen en wilde hen ter dood laten brengen. Maar Siegfried kwam tussenbeide en kon de koning ervan overtuigen de mannen in leven te laten. De koning stemde toe, maar verplichtte hen tot het betalen van een enorme boete. Of dat ze daarmee beter af waren laat ik in het midden. Koning Olaf wilde het geld aan Siegfried schenken om er de uitgaven voor zijn kerk mee te bekostigen, maar de heilige wilde daarvan niet weten en weigerde de gift. Hij leefde liever in armoede en zou zijn kerk wel bouwen met giften van de gelovigen.
Omstreeks het jaar 1002 stierf hij en werd begraven in Växjö in de kerk die sindsdien naar hem genoemd is. De begraafplaats is wel juist, schrijft een andere bron, maar de sterfdatum klopt van geen kanten. Siegfried stierf op 15 februari omstreeks het jaar 1045. Deze datum lijkt me ook waarschijnlijker, omdat er nog een melding is over een bezoek dat Siegfried in 1030 bracht aan de stad Bremen. En dat was toch in ‘levende’ lijve.
Na zijn dood kreeg hij de eretitel: ‘Apostel van Zweden’.
Maar aan alle mooie liedjes komt een einde. In 1527 verbraken de Zweedse christenen alle contact met Rome en bekeerden zich tot het lutheranisme. Daarmee verdwenen ook de heiligencultus, de heiligenbeelden en de relikwieën van Siegfried en zijn drie neven. Een tijd later werd het katholicisme zelfs verboden in Zweden, en pas in 1998 kreeg Zweden weer een katholieke bisschop. De verering van Siegfried kon weer voorgezet worden, ware het niet dat er toen al haast geen katholieken meer waren, net zo min als luthersen of protestanten, want ook in Zweden verliezen godsdiensten hun gelovige aanhang.
De naam
Siegfried betekent: de zegenrijke beschermer of ook wel: overwinning en vrede.
De naam is bekend in andere talen:
Latijn: Sigfridus
Middel-Hoog-Duits: Sivrit, later Seyfried en Seifried.
Nederlands: Sigurd en Siegfried
Duits: Siegfrid; Siegfried, Sigfried
Engels en Frans: Sigfrid, soms ook Sigfried
Italiaans en Spaans: Sigfrido
Pools: Zygfryd
Zweeds: Sigurd
Bekende naamgenoten
Sigfridus van Wearmouth. Abt van de abdij van Wearmouth bij Newcastle in de zevende eeuw.
Siegfried, de drakendoder.
Dat is natuurlijk de meest bekende Siegfried, al heeft hij meer dan waarschijnlijk nooit bestaan, en behoort hij tot het rijk der fabelen en legenden. Toch zijn er wel referenties naar historische gebeurtenissen in het rijk der Boergondiërs, dat der Goten en dat der Hunnen. Deze Siegfried maakt deel uit van de Volsungsaga.
In oeroude tijden leefde er op aarde een zoon van Odin, die Sigi heette en koning was. Hij had een zoon die hij Rerir noemde. Deze volgde hem op, nadat Sigi overvallen was door de zonen van een vijandige koning. Rerir kreeg van de goden te horen dat hij een zoon zou krijgen, maar nog vóór het zover was, stierf Rerir in de strijd. Zijn weduwe kreeg korte tijd later een zoon, maar stierf zelf in het kraambed. De zoon heette Volsung. Hij huwde de walkure Liod. Zij kregen tien zonen en één dochter. De oudste zoon heette Sigmund, de dochter heette Signy.
Toen Signy volwassen was, kwam Siggeir, koning van de Goten, om met haar te huwen. Hij nam haar mee naar zijn rijk. Siggeir nodigde de broers van Signy uit om bij hem te komen logeren. De broers gingen op de uitnodiging in, en werden door Siggeir gevangen genomen en aan de wolven tot prooi gegeven. Alleen Sigmund overleefde het door de wolven te doden. Hij trok zich terug in de wildernis. Signy brengt hem daar haar 10-jarige zoon die Siggeir bij haar verwekt had om hem op te voeden, maar Sigmund weigert. Tien jaar later brengt zij weer een zoon van haar, Sinfiotli (onder vermomming had zij Sigmund verleid en was deze zonder het te weten de vader van dit kind). Deze is dapper en sterk en Sigmund leidt hem op. Samen overvallen zij de burcht van Siggeir, steken ze in brand en doden allen die willen ontkomen. Signy ontneemt zichzelf het leven. In die burcht vindt Sinfiotli echter het zwaard van Odin, dat aan de Volsungs had toebehoord. Zo komt het zwaard in het bezit van Sigmund. Diens leven neemt een wending als hij huwt met Borghild, die de oorzaak zal zijn van de dood van Sinfiotli. Hun zoon Helgi komt om in de strijd en de tweede zoon Hamond vertrok naar verre oorden en keerde niet weer. Later huwt Sigmund met Hjordis, de dochter van koning Eylimi. Koning Ligny had echter zijn zinnen gezet op Hjordis en valt Sigmund aan. In de strijd breekt het zwaard van Odin en sterft Sigmund. Zijn laatste woorden tegen Hjordis zijn: “Neem de stukken van het zwaard en voeg ze bijeen. Als onze zoon geboren is, moet je hem het zwaard geven. Hij moet mij wreken.”
Hjordis huwt later met Elf, de koning der Vikingen. Deze voedt het kind van Sigmund en Hjordis op. Het kreeg de naam Sigurd (= Siegfried).
Een van de leermeesters van Siegfried is Regin, de dwerg. Regin had nog twee broers: Fafnir en Otter. Toen de goden Odin, Hoenir en Loki op aarde wandelden ontmoetten zij Otter. Loki doodde hem. Toen ze even later bij Fafnir kwamen verplichtte deze de goden om de huid van Otter te vullen met goud en edelstenen. Zo kwam Fafnir in het bezit van een geweldige schat, die hij uit angst dat iemand hem zou bestelen, angstvallig bewaakte. Maar de vloek van Andvari, een andere dwerg rustte op de schat en Fafnir veranderde in een draak.
Regin vraagt aan Siegfried om de draak te doden. Siegfried vraagt daarom aan Regin om eerst het zwaard van Sigmund weer aaneen te smeden. Dat gebeurt, en met het zwaard trekt Siegfried de draak tegemoet. Fafnir verlaat eenmaal daags zijn schat en sleept zich naar de rivier om er te drinken. Siegfried graaft zich in, in de sleuf die het drakenlijf in de aarde heeft uitgeschuurd. Als de draak met zijn weke onderlijf boven hem is, steekt hij het zwaard diep in de buik en Fafnir sterft. Regin komt daarna om wraak te eisen voor de dood van zijn broer en vraagt het hart van de draak om op te eten. Siegfried bereidt het hart boven een vuur, en wil proeven of het gaar is. Hij brandt zijn vinger, steekt hem in de mond en ontdekt dan dat hij de taal van de vogels verstaat en verneemt zo dat Regin hem wil doden. Daarop doodt Siegfried Regin en slaat de weg in naar Brunhilde, die in de burcht in Hindfell, omgeven door vlammen ligt te slapen. Dat hadden de vogels hem verteld. Siegfried doorklieft de vlammenzee en kust Brunhilde wakker, maar verlaat haar weer na één nacht. Dat is dan weer de aanzet tot een verdere dramatische ontwikkeling, die wel heel dicht de historische gebeurtenissen benadert. Maar dat is een ander verhaal. Dat komt aan bod in de periode geschiedenis van vijfde en zesde klas en hoort tot het verhaal van de Nibelungen. Genoveva van Brabant was de echtgenote van deze Siegfried.
Het verhaal van de Nibelungen is vooral door Wagners operatetralogie: Der Ring Des Nibelungen bekend geworden.
Siegfried Marcus (1831-1898) was de eerste mens die een auto bouwde die op een benzinemotor draaide. Hij vond die uit omdat hij een middel zocht om een afvalproduct (benzine) van de olieraffinaderij toch te kunnen gebruiken.
Siegfriedlinie of Westwall was de verdedigingslinie van de Duitsers aan de Duits-Franse en Duits-Belgische grens tijdens de Tweede Wereldoorlog.