RINKRANK

RAPPORTEN

 

 

De rapportering gebeurt op verschillende manieren:

door middel van rapporten, getuigschriften, ouderavonden, oudercontacten en individuele gesprekken met ouders.

 

 

RAPPORTEN

 

KLEUTERSCHOOL

 

Bij de overgang van peuterklas naar kleuterklas, als de kleuter ongeveer 4 jaar oud is, schrijft de kleuterleidster van de peuterklas een verhaal waarin het beeld van de kleuter te herkennen is.

Bij het beëindigen van de kleuterklas schrijft de kleuterleidster een rapport waarin de kleuter geschetst wordt in beeldvorm. Het is meestal een ridderverhaal.

 

LAGERE SCHOOL

 

Tweemaal per trimester geeft de klasleerkracht een rapport. Daarin staat beschreven welke leerstof er in de voorbije periodes aan bod is gekomen en hoe het kind daarmee is omgegaan. De leerkracht tracht zo nauwkeurig en gedetailleerd mogelijk verslag uit te brengen. Ook wordt daarbij opgenomen welke middelen er werden aangewend om mogelijke leerproblemen te herkennen en aan te pakken.

Samen met het jaarlijkse getuigschrift vormen de rapporten het 'kindvolgsysteem'.

 

 

GETUIGSCHRIFTEN

 

LAGERE SCHOOL

 

Op het einde van elk schooljaar krijgen de kinderen een getuigschrift. Daarin wordt een overzicht geschetst van de ontwikkeling die het kind in de loop van het voorbije schooljaar heeft doorgemaakt. Het is in drie grote paragrafen verdeeld: de eerste paragraaf gaat over het denken, de tweede over de gevoelsontwikkeling, de derde over de wilskracht. Dit laatste punt is steeds het belangrijkste.

 

Net als bij de rapporten is het getuigschrift een tekst, waarin geen punten of andere quoteringen worden opgenomen. De leerkracht tracht zo duidelijk mogelijk de ontwikkeling te omschrijven.

 

Op het einde van de zesde klas zijn er twee getuigschriften. Eén van de leerkracht zoals in de voorgaande schooljaren, en één officieel, dat nodig is om naar het secundair onderwijs te kunnen overstappen.

 

OUDERAVONDEN

 

Ouderavonden zijn avonden waarop de hele oudergroep van een klas samenkomt. Zo worden er twee (of meer) per schooljaar ingericht. Eén ouderavond in het eerste trimester, één ouderavond in het derde trimester.

 

De ouderavond in het eerste trimester gaat over: de inhoud van de leerstof van het lopende schooljaar en hoe ermee gewerkt zal worden en een korte kinderbespreking. In de kleuterschool geeft de kleuterleidster een korte inleiding over een bepaald thema (bv. schilderen of tekenen enz.) en een korte kinderbespreking. De kinderbesprekingen in zo'n klassikale ouderavond gaan, naast andere aspecten,ook steeds over het sociale aspect: hoe is het kind in de klas, in de school ten opzichte van andere kinderen; hoe evolueren de vriendschappen en dergelijke; hoe werken de kinderen samen.

 

Een leerkracht kan ook een activiteit opnemen in zo'n klassikale ouderavond. Bijvoorbeeld samen met de ouders schilderen zoals dat met de kinderen gebeurt, of zingen met de ouders, of met hen een les ritmiek doen. Zo kunnen de ouders dan ervaren hoe het in de klaspraktijk gebeurt.

 

De ouderavond in het derde trimester hangt nauw samen met wat in de getuigschriften zal neergeschreven worden, maar ook hier zal het sociale aspect weer belangrijk zijn. De kinderbespreking in deze ouderavond is veel uitgebreider dan tijdens de ouderavond van het eerste trimester.

 

 

 

OUDERCONTACTEN

In het tweede trimester geeft iedere klasleerkracht, op een door hem zelf bepaalde datum, elke ouder van zijn klas de gelegenheid om een persoonlijk gesprek te hebben over het kind.

 

 

 

GESPREKKEN MET OUDERS

Op gelijk welk ogenblik in het schooljaar kunnen ouders een gesprek aanvragen met een leerkracht. Maar leerkrachten kunnen net zo goed een gesprek met de ouders vragen. Soms worden hierbij de directeur-coördinator betrokken, de zorgcoördinator en het CLB.

 

Door de grote openheid van de school kunnen ouders op elk moment, meestal na schooltijd, een kort gesprekje hebben met een leerkracht. Ook tijdens schoolfeesten zijn er mogelijkheden tot meer informele gesprekken.