RINKRANK
HANDWERK
INHOUD
breien, naaien, weven, haken, wolschilderijen, sprookjeswol, vilten, poppen maken
KLEUTERSCHOOL
Vingerhaken, weven en naaien komen het meest aan bod, maar het vilten van wol bijvoorbeeld is een activiteit die ook regelmatig gebeurt.
LAGERE SCHOOL
eerste klas:
breien (rechtse steek) van een bal, van een kabouter enz. ; vilten; eenvoudige naaiwerkjes
tweede klas
breien (rechts en averechts) van sprookjes- en dierenfiguren; naaiwerkjes met veel aandacht voor een goed kleurengebruik.Ook vilten, werken met sprookjeswol enz.
naaien: gobelinsteek
derde klas:
breien van een muts met dunne priemen, rechts en averechts, met verschillende kleuren wol en in verschillende patronen.
naaien: kruisjessteek.
vierde klas:
naaien: maken van dierenpoppen, vilten, maken van een busselpop. Applicaties van kruisjessteek en andere siersteken.
vijfde klas:
naaien: maken van zelfontworpen dierenpoppen, maken van een echte pop, met vooral aandacht voor de kop.
Vilten
zesde klas:
naaien: maken van een echte pop en zelf ontwerpen en uitvoeren van diverse kledingsstukken voor die pop. Alle handwerkvaardigheden worden daarbij toegepast.