RICHARD, 3 april

Luc Cielen in Rinkkrant 826 van 25 maart 2005


Richardus betekent ‘Machtig door kracht’ of ‘Krachtig door macht’. In het Nederlands heet hij wel eens Rijker, in het Duits: Reichert, of, net als in het Engels en het Frans gewoon Richard. In Polen kent men hem als Ryszard. In het Portugees en Spaans is het: Ricardo en de Italianen schrijven zijn naam als Riccardo.

 

De mannelijke, heldhaftige Richard heeft een vrouwelijke pendant: Richarda, dat in het Duits en het Engels Richardis is, in het Frans: Richarde, in het Italiaans: Riccarda, in het Pools Ryszarda en in het Portugees en Spaans: Ricarda.


Richardus van Chichester (1197-1253) is de heilige die we op 3 april vieren.

Richard is geboren in Wych, dat nu Droitwich heet en op 4 mijl van Worcester ligt, in 1197 op het landgoed Wiche dat beroemd was om zijn zoute bronnen. Hij was de tweede zoon van Richard en Alice de Wiche. Voluit heette hij Richard de Wych (of de Wiche). Hij was de zoon van een zelfstandige boer.

Hij wees een huwelijk met een mooie rijke maagd af en ging studeren in Oxford.

Na de dood van vader Richard nam de broer van Richard junior het bedrijf over, maar geraakte in financiële problemen. Richard bood zich toen als knecht aan en slaagde erin het bedrijf weer gezond te maken en trok dan naar Parijs om er te studeren. Enkele jaren later keerde hij terug naar Engeland en behaalde in Oxford de graad van Magister Artium.

 

Dan vertrok naar Bologna om er te studeren en te doceren, maar keerde omstreeks 1235 terug naar Engeland, waar hij in 1236 kanselier van de universiteit van Oxford werd. Daarna bekleedde hij het ambt van kanselier van zijn vriend sint Edmundus van Abingdon in Canterbury.

Hij steunde Edmundus in zijn strijd tegen koning Hendrik III over de rechten van de Kerk. De koning won die strijd en Edmundus moest in ballingschap naar Pontigny in Frankrijk; Richard ging mee en was er aanwezig bij de dood van zijn vriend in 1240.

 

Daarop trok hij zich terug in het klooster van de dominicanen in Orléans en werd er, na studies theologie, priester gewijd.

Richard keert nog maar eens terug naar Engeland en wordt hulppredikant in het bisdom Cantery. Maar Bonifatius van Savoie, de opvolger van Edmundus in Canterbury, neemt Richard kort daarop als kanselier in dienst.

In 1245 wordt hij bisschop van Chichester (ten oosten van Portsmouth), nadat koning Hendrik III eerst iemand anders voor die post had voorgedragen, met name Robert Passelaw, een hoveling die niet aanvaard werd door aartsbisschop Bonifatius. De koning nam wraak door alle bezittingen van Richard te confisqueren. Twee jaar later kreeg Richard wel alles (of wat er nog overbleef) terug, nadat Richard de zaak aanhangig had gemaakt bij paus Innocentius IV, die de koning in het ongelijk stelde en hem bedreigde met excommunicatie, wat het gewenste resultaat opleverde.

 

Richard deelde zoveel aalmoezen uit dat zijn boekhouder tegen hem zei dat hij meer uitgaf dan hij ontving, waarop Richard repliceerde: verkoop dan mijn bord en mijn paard.

Richard was een vurig aanhanger en prediker van de kruistochten (in opdracht van de paus) en wierf in Kent en Sussexdeelnemers voor de kruistochten.

Onderweg werd hij overvallen door koorts en stierf op 3 april 1253 in God’s House in Dover. Hij was 56 jaar oud. Hij werd begraven in Chichester, vóór het altaar dat hij had toegewijd aan zijn vriend-zaliger Edmundus. In 1538 werd het graf vernield en werd zijn gebeente op een onbekende plaats begraven.

Hij werd heilig verklaard in 1262.


Deze Richard is patroon van voerlieden (o.a. gilde van koetsiers in Milaan) en wordt afgebeeld met een ploeg of met een omgevallen kelk, dat laatste wegens een legende die vertelt dat hij tijdens de mis eens een kelk liet vallen en er daarbij niets werd gemorst. Hij schijnt ook een visioen van Maria met het kind Jezus te hebben gehad.


Deze heilige Richard is slechts een van de twintig heiligen met dezelfde naam. En buiten de legende van de omgevallen kelk is er niets méér over hem te vertellen. Jammer, want nu heb ik geen mooi verhaal over Richard, want ook de negentien andere heilige Richards leveren geen boeiende historie op.

Dan maar eens bij de minder heilige naamgenoten gaan kijken. O ja, er zijn honderden bekende en minder bekende naamgenoten. En dus ook véél verhalen. Eén daarvan wil ik vertellen. Het gaat over een koning van Engeland: Richard Leeuwenhart. Alom bekend en bewonderd. Bewonderd?

Zo lijkt het toch, want zijn bijnaam doet denken aan moed en dapperheid. Maar was dat ook zo? En hoe kwam koning Richard aan die bijnaam?

Die heeft hij gekregen van de Sicilianen.

 

Het gebeurde in 1190, toen de kruisvaarders weer maar eens op weg gingen naar het Heilige Land. Jeruzalem was net door Saladin veroverd en daarom was er opgeroepen tot de derde Kruistocht. Die zou een mislukking worden net als de tweede en al de volgende. En die mislukking is voor een groot deel te wijten aan het optreden van onze held Richard Leeuwenhart. Hij deed niets liever dan ruzie zoeken met zijn Franse en Duitse collega’s, hij plunderde de landen en steden waarlangs hij met zijn kruisvaarders trok. Zo gebeurde ook in Sicilië. Daar veroverde hij zonder enige reden Messina. Hij ging daarbij zo hevig en gruwelijk te keer dat hij de schrik werd van al de Sicilianen. Zelfs jaren later maakte zijn naam nog zo’n indruk dat moeders maar hoefden te dreigen met: “Pas op, Richard komt!” om hun stoute kinderen tot de orde te roepen.

De Sicilianen gaven hem de bijnaam Leeuwenhart, niet omwille van zijn koen en dapper optreden, nee, ze vergeleken zijn optreden met een leeuw, die niets ontziend zijn prooi verscheurt. De bijnaam had dus een negatieve klank.

 

Maar in die dagen werden de daden van een koning bezongen door troubadours. Die namen de bijnaam over en bezongen de heldendaden van Richard. Zo kwamen ook de Engelsen te weten dat hij de bijnaam Leeuwenhart droeg, maar - het was hùn koning - de negatieve connotatie kenden ze niet of wilden ze niet kennen; voor hen was het een erenaam. Zo ging Richard de geschiedenis in is als een dappere held, maar hij was dat helemaal niet, hij was gewoon roekeloos en onverantwoord. Op de tien jaar dat hij koning was van Engeland, verbleef hij welgeteld zes maanden in zijn koninkrijk. De rest van de tijd was hij elders in Europa en Azië te vinden op slagvelden, bestormingen en vernielingen of zat hij in de gevangenis (hij werd meer dan een jaar vastgehouden door de Duitse keizer). Hij veroorzaakte in zijn land slechts armoede (zijn oorlogen kostten handenvol geld, en voor zijn vrijlating moest Engeland 150.000 Mark betalen - een enorm bedrag in die tijd). En toch werd hij door zijn volk op handen gedragen en werden er vele verhalen en legenden over hem verteld.


De voornaam Richard gaf aanleiding tot meer dan 120 naamsvarianten die als familienaam gedragen worden. In België dragen meer dan 5.000 families een naam die afgeleid is van Richard. Maar daar zijn veel familienamen bij die nog amper door één of twee families gevoerd worden. Om een idee te geven aan naamsvarianten noem ik er enkele: Richards, Reichard, Rijghard, Rijkaard (op vele manieren gespeld), Rikkers, Ryssaert, Riccardo, Ritsaert, Require, Ricard, Ritzen, Retsin enz..


Als voornaam vind je: Richarda, Richelle, Reikert, Rickert, Rik (maar deze naam kan ook afgeleid zijn van Hendrik), Rikkert, Rijk, Reichert, Rick, Ritchie, Ricardo en Rico.