Peuters mogen weer wilder spelen In het kinderdagverblijf hoort uw peuter sinds kort veel
minder ‘pas op’ en ‘niet doen’. ‘Spel zonder enig risico is oersaai.’ VAN ONZE REDACTRICE VEERLE BEEL
in De Standaard, maandag 16 september 2019. Tot voor een paar jaar organiseerden ze in het
kinderdagverblijf Het Elfenbankje in Gent elke vrijdag een ‘turnhalfuurtje’:
van negen tot halftien ’s ochtends. ‘We creëerden dan een klimparcours,
waarbij we zo opgesteld stonden dat we elk kind bij de hand konden nemen’,
zegt kinderbegeleidster Elisabeth Vandevoorde. ‘Als een kind onder de tafel
wilde kruipen, in plaats van erboven zoals wij hadden voorzien, zeiden we:
nee, niet doen!’ ‘Nu laten we de kinderen zelf kiezen hoe ze de
stoelen bijeen willen schuiven, en hoe ze erover willen klauteren. Of
springen, als ze dat durven. We blijven in de buurt, maar we nemen bijna
nooit meer een kind bij de hand.’ Lange tijd stond in kinderdagverblijven de absolute
veiligheid voorop. Elk risico moest worden uitgesloten, want
kinderbegeleiders vonden het niet leuk om ’s avonds tegen een ouder te moeten
zeggen dat hun peuter een bluts of een schram had. Bovendien kijkt Kind en
Gezin mee over hun schouder, en die organisatie heeft de naam streng in de
leer te zijn. Nu waait er een nieuwe wind, die wordt aangestoken door de Arteveldehogeschool. Twee jaar lang werkte het RePLAY-onderzoeksteam van de hogeschool samen met
tientallen kinderdagverblijven, om er risicovol spelen te introduceren. ‘Het gaat uiteraard om aanvaardbare risico’s’, beklemtoont
docente Helena Sienaert. ‘We willen kinderen niet
in gevaar brengen. Een spijker die uitsteekt aan een speeltuig, moet
verwijderd worden. Die dient nergens toe en kan kinderen verwonden. Een
muurtje in de tuin kan ook gevaarlijk zijn, maar biedt toch kansen om erop of
erover te klimmen. Onder toezicht kan dat leuk en leerrijk zijn.’ ‘Kinderen moeten in staat zijn om het risico in
te schatten en te nemen. Ze moeten beseffen dat de kans bestaat dat ze zich
even pijn zullen doen, maar dat het ook goed kan gaan. Er is vaak twijfel aan
verbonden, en onzekerheid: kan ik dit wel? Het verhoogt hun competenties en
hun zelfvertrouwen, en biedt spanning en spelplezier. Spel zonder enig risico
is alleen maar oersaai.’ ‘In
de praktijk zien we dat kinderen heel goed voor zichzelf kunnen uitmaken hoe
ver ze willen gaan. Het ene kind zoekt al meer risico op dan het andere. Je
hebt nu eenmaal durfals en bange hartjes.’ ‘Een peuter van tien maanden die nog niet kan stappen, was
gisteren bij ons op de glijbaan geklommen. Vroeger zou ik meteen ingegrepen
hebben’, zegt Christine Lievens, kinderbegeleidster bij De Bubbels in Gent.
‘Nu heb ik gekeken hoe hij naar boven klom. Toen moest ik wel helpen, omdat
hij niet wist hoe hij er weer af kon. Over een week of twee, als we hem nog
een paar keer tonen hoe het lukt, zal hij het wel alleen kunnen.’ Lievens geeft toe: ‘In het begin waren we ons houvast
kwijt. We lieten alle vroegere regels los. De kinderen voelden dat, en er
ontstonden conflicten. We hebben geleerd dat je niet alles moet toelaten. Nu
mogen ze niet meer op de eettafel klauteren. Dat mag alleen op de tafel in de
speelhoek.’ Voor ouders die zich nieuw aanmelden, is het verhaal van
het risicovolle spelen wel even schrikken. ‘Op de wendag
voor nieuwe ouders maken we altijd soep klaar. Peuters krijgen dan een
mesje om groenten te snijden’. zegt coördinator Marijke Prieel. ‘Als je
dan nog maar pas een baby hebt, kijk je daar wel even van op. Maar het
welbevinden van onze kinderen is sinds de samenwerking met dit
onderzoeksproject alleen verhoogd.’ Het onderzoeksproject RePLAY Toddler wordt afgerond met de publicatie van een toolbox en een draaikalender met 52 uitgewerkte tips voor
risicovol spelen: handig om wekelijks een nieuwe manier van spelen te
proberen. Het wordt voortgezet onder de noemer RePLAY
3-6 en mikt dan op de kleuterscholen. Info: https://www.arteveldehogeschool.be/risicovolspelen/ |