17 MAART : SINT PATRICK

Luc Cielen in Rinkkrant 623 van 28 februari 2003 en 624 van 17 maart 2003


In de aardrijkskunde van de vijfde klas wordt er verteld over Ierland en in de zesde klas komen de Verenigde Staten van Amerika aan bod. En telkens kunnen we er niet omheen : 17 maart is in beide landen een grote feestdag. Een werkelijk grote feestdag. Een dag waarop niet gewerkt wordt, tenzij in pubs (volop !) en restaurants. Het is zelfs zo een beetje een soort nationale feestdag. En dat allemaal ter ere van de heilige Patrick. Wie was hij dan?

 

Hij werd rond 385 geboren in de omgeving van Bannavem Taberniae in het westen van Engeland, ergens tussen de monding van de Severn en de Clyde, en stierf op 17 maart 461 (ongeveer) in Saul bij Belfast in Ierland. Dat deel van Engeland was in die tijd nog in Romeinse handen. Bij zijn geboorte droeg hij de naam Maewyn Succat. Tenminste dat vertellen sommige overleveringen. Zijn vader was decurion in het Romeinse leger, en aanhanger van het christendom. Maar ook dit is heel onzeker.

 

Toen hij zestien jaar was (401) landden er piraten op de West-Engelse kusten. Maewyn Succat, onze latere Patrick, werd als buit meegevoerd en in Ierland als slaaf verkocht. Daar moest hij schapen hoeden in de omgeving van Slemish Mountain. Tijdens zijn slavernij leerde hij de Ierse taal kennen en vloeiend spreken. Temidden van het heidens volk bleven zijn gedachten uitgaan naar het christendom. En dat was niet vergeefs, want na zes jaar verscheen een engel hem in een droom en droeg hem op te vluchten van dit mensonwaardig bestaan. Maewyn deed wat de engel hem had opgedragen en na een tocht van 200 mijl te voet belandde hij bij een schipper die hem mee wilde nemen over de Ierse Zee naar Engeland. Maar schepen waren in die tijd niet zo routevast en de wind joeg het schip richting Gallië, waar Maewyn na een zwerftocht terecht kwam in Auxerre bij bisschop Germanus. Twaalf jaar bleef hij daar en werd er grondig onderricht in de christelijke leer. Hij werd priester en nam dan de naam Patrick aan. Hij werd even later zelfs bisschop gewijd. Hij verbleef ook een tijd in het door Martinus van Tours gestichte klooster van Marmoutier en ervoer ook de afzondering en de meditatie die door velen in zijn tijd werd gezocht op het eiland Lérins.

 

Het was weer een engel die hem opdroeg om terug te keren naar Ierland om er het christendom te gaan prediken. Tenminste volgens de legende. In feite was het paus Celestinus die hem de opdracht gaf om als missionaris naar Ierland te trekken. Volgens sommige bronnen was hij al 60 jaar oud toen hij met zijn opdracht in Ierland begon. In elk geval landde Patrick met 24 aanhangers in 432 in Ierland en begon met zijn bekeringswerk. Een van de eersten die hij aansprak was de machtigste koning van dat land : De King of Tara. En dat was goed bekeken van Patrick, want eens de koning bekeerd, had hij de handen vrij om in het hele land zijn bekeringswerk voort te zetten. Hij deed dat met groot succes. Meer dan 300 kerken heeft hij gesticht en leidde al deze parochies vanuit het ook door hem opgerichte bisdom van Armagh.

 

Patrick ging heel beeldend te werk. Om uit te leggen hoe het nu zat met de Heilige Drievuldigheid, plukte hij een klavertje van drie (eigenlijk klaverzuring) en liet zien hoe de Vader, de Zoon en de Geest drie delen waren van één blad. Dat snapten de mensen en sindsdien is het klavertje drie het nationale symbool van Ierland. Op Saint Patrick’s Day worden er ook massale hoeveelheden klavertjes-drie verkocht.

 

Om uit te leggen dat de mensen berouw moesten hebben over hun zonden en boete moesten doen, had hij een heel bijzondere truc : hij sloeg met zijn staf een gat in de grond en daaruit stegen dan vlammen op en klagende geluiden. Dat was zogezegd het vagevuur, waar de zondaars hun boete moesten doen midden het louterende vuur. Dat was een goed middel om de bekeerlingen aan te sporen om hun boete al maar in dit leven te volbrengen, zodat ze na hun dood niet die pijnen van het vagevuur moesten doorstaan. Die gaten waren echte grotten. En een van die grotten (een purgatorio ofte vagevuur) is nu een zeer bekend bedevaartsoord in Ierland. Het is de grot in Lough Derg op Station Island, waarheen tussen 1 juni en 15 augustus honderden, zelfs duizenden bedevaarders zich begeven.

 

Patrick verrichtte ook enkele wonderen. Een blindgeborene werd eens bij hem gebracht. Hij bekeerde hem, doopte hem en gaf hem dan als beloning het vermogen om te zien. Er wordt ook verteld dat Patrick eens was gaan vissen op een meer. Maar de visvangst was allesbehalve succesvol. Patrick maakte zich kwaad op de vissen en vervloekte ze. Het gevolg was dat ze - als van de hand Gods geslagen - in zijn netten terecht kwamen. Hij had het ook niet zo op sommige dieren begrepen en hielp de biodiversiteit in Ierland een stap achteruit zetten. Slangen komen in Ierland niet voor en volgens de legende ligt de oorzaak daarvan bij Patrick : hij lokte ze met hem mee en liet ze in zee storten, waar ze verdronken. Patrick zal wel nooit de patroon van Gaia worden. Waren het echte slangen of stonden de slangen symbool voor het Keltische heidendom : feit is dat geen van beide bleef bestaan. Het christendom zegevierde alom en houdt tot op de dag van vandaag stand. En slangen zouden er volgens biologen nooit geleefd hebben in Ierland.

 

Er is nog een heilige plaats in Ierland die talloze bedevaarders trekt : het is Crough Patrick, de kluis van Sint Patrick op de Cruachan Aigli in Mayo. Daar moet je heengaan op de laatste zondag van juli, dan ziet het er zwart van het volk.

 

Nu kan je misschien denken : wat heeft dat allemaal met ons hier in Vlaanderen te maken ? Wel, kort na de dood van Sint Patrick begon het christendom vanuit Ierland zich te verbreiden naar West-Europa. Willibrordus en Amandus zijn namen die in onze streken maar al te bekend zijn: zij waren monniken uit dat Keltische Christendom van Sint Patrick die Nederland, Vlaanderen en delen van Frankrijk kerstenden en zo onze cultuur mee vorm gaven. Wij zijn dus ook schatplichtig aan Sint Patrick. Maar behalve enkele mensen die zijn naam dragen leeft zijn verering hier niet.

 

Dat is helemaal anders in Amerika. Toen midden de negentiende eeuw duizenden Ieren hun land verlieten als gevolg van de mislukte aardappeloogsten en de daarop volgende hongersnood en hun heil zochten in Amerika, namen zij Saint Patrick mee. In New York vonden er tallozen een goed heenkomen en werden er rijk. Zij bouwden er de grootste kathedraal van Amerika, gewijd aan Saint Patrick. Later werden er hoge flatgebouwen en wolkenkrabbers omheen gebouwd, zodat de kathedraal nu enigszins in het niet verdwijnt, maar toch nog steeds een baken is in die wereldstad. En Saint Patrick’s Day kent in New York (en in heel wat meer steden in Amerika) zeer veel succes.

Het is een dag waarop er grote parades gehouden worden. Waarbij haast iedereen in het groen gekleed loopt. Groen als herinnering aan het groene Ierland, en als herinnering aan dat groene klavertje-drie waarmee Sint Patrick de Triniteit uitlegde. Zoals wij met Nieuwjaar wenskaarten sturen, zo gebeurt dat in Ierland en Amerika ter gelegenheid van Saint Patrick’s Day. Op die wenskaarten zie je dan ook steevast klavertjes-drie afgebeeld. Maar Saint Patrick’s Day kent nog meer gebruiken, die niet steeds met Sint Patrick samenhangen.

 

Daar zijn de ‘leprechauns’, een soort enge kaboutertjes, twee voet hoog, meestal gekleed als schoenlappers. Zij doen niets anders dan schoenen maken, maar bezitten ook een pot vol goudstukken. De kunst bestaat er nu in zo’n leprechaun te vangen, maar let op : je mag hem niet uit het oog verliezen, anders is hij verdwenen. Kan je hem gevangen houden, dan zal hij je de pot met goudstukken geven om zich vrij te kopen. Dat is wat de Ieren je wensen op Saint Patrick’s Day :

 

Leprechauns, castles, good luck and laughter

Lullabies, dreams and love ever after

Poems and songs with pipes and drums,

A thousand welcomes when anyone comes.

 

Een andere wens is de volgende :

 

May Saint Patrick guard you wherever you go

and guide you in whatever you do

And may his loving protection be a blessing to you always.

 

Of deze :    

 

                May the road rise to meet you,

 May the wind be always at your back,

 May the sun shine warm upon your face,

 The rains fall soft upon your fields and

 Until we meet again,

 May God hold you in the palm of his hand.

 

Kijk er maar naar uit. Op een of andere manier zullen de parades van Saint Patrick’s Day ook hier via tv of andere media niet onopgemerkt voorbijgaan. In New York heet het : Saint Patty’s Day Parade. En zo komen we bij de naam Patty, afgeleid van Patrick, en die kennen we in Rinkrank wel.

 

Er rust een ultimatum op 17 maart. Hopelijk keert hij zich tot vrede en niet ten strijde. Dat ultimatum komt vanwege een land dat net die dag overvloedig Sint Patrick zal vieren. Feesten en oorlog voeren, dat gaat niet samen. Laat ons dus maar hopen dat de feestvierders het voor het zeggen krijgen.

 

Een legende:

 

Patrick was nog een jonge man toen hij iemand ontmoette in wie hij zijn leermeester herkende. Nadat ze lange tijd met elkaar gewandeld en gesproken hadden zei de meester tegen Patrick : “Ga heen en zoek het mooiste land op aarde.”

Patrick deed wat zijn leermeester hem had opgedragen en zwierf vele, vele jaren door vele landen tot hij in Ierland was gekomen. Daar zag hij de eeuwig groene heuvels en dat land vond hij het mooiste dat hij had gezien. Daar bleef hij.

Nu was hij een oude man geworden, en al vond hij dat hij het grootste deel van zijn leven in het mooiste land op aarde had doorgebracht, toch bleef de onrust aan hem knagen : “Was er echt niet ergens een nog mooier land te vinden ?”

Hij had, oud en grijs, de hele middag op een groene heuveltop gezeten, uitkijkend over het water van een meer waarin de blauwe lucht en de witte wolken zich spiegelden. Zo kwamen zijn gedachten weer bij dat allermooiste land, dat hij misschien toch nog niet had gevonden. Hij ging zozeer in zijn gedachten op dat hij niet merkte dat een herder hem genaderd was. Hij merkte hem pas op toen die zich naast hem neerzette. Hij keek de herder eerst stilzwijgend en met een hoofdknik aan. Toen bezag hij hem met verbazing en herkende in hem zijn leermeester van zoveel jaar geleden. Zijn vragende blik was voldoende voor de herder, die sprak :

“Wel, Patrick, heb je het mooiste land op aarde gevonden ?”

“Dit is het mooiste land dat ik ken, zei Patrick, maar toch ben ik er niet zeker van of er niet nog een mooier land is. Mocht er nog een mooier land zijn, dan zou ik dat graag vinden.”

“Ik zal je de weg daarheen wijzen,” zei de herder. Hij stond op en liep de heuvel af tot bij het meer. Daar tekende hij met zijn staf een cirkel op de grond en zie, de aarde opende zich en Patrick zag een trap die naar beneden leidde.

“Daal hier af naar het mooiste land dat je ooit kan bereiken,” zei de herder, “maar let op : je zal drie grote gevaren moeten trotseren voor je er bent. Als je deze gevaren ontmoet, roep dan mijn naam en ik zal je beschermen.”

Patrick daalde de lange donkere trap af.

Lang daalde de trap tot de duisternis zo diep was dat je gaan hand meer voor de ogen kon zien. Op de tast vervolgde Patrick zijn weg. Zo bereikte hij de onderste trede en toen ging zijn weg voort door een lange duistere gang. Lange tijd liep hij daarin voort, tot hij eindelijk in de verte een flauw lichtschijnsel zag. Hij versnelde de pas en kwam al snel dichter bij het licht. Daar groeiden struiken en bomen. Maar opeens sprong er van tussen de struiken een geweldige leeuw vóór hem op het pad. Patrick draaide zich om, maar daar zag hij een grote bloeddorstige wolf. Onmiddellijk daarop zag hij hoe uit het struikgewas allerlei wilde dieren naar hem toe kwamen. Ze openden reeds hun muil om hem te verslinden.

Net voor de wilde dieren toesprongen om Patrick te verslinden, herinnerde hij zich het woord van de herder en hij stamelde : “Herder, help mij !” En zie, zo plotseling als de dieren waren gekomen, zo waren ze nu ook weer verdwenen.

Patrick vervolgde zijn weg en stond plots temidden van een onoverzichtelijke bende zwarte, gebogen mannen, die onophoudelijk hout aansleepten en een enorme oven stookten. Amper hadden ze Patrick opgemerkt, of ze grepen hem vast en wierpen hem in de oven. “Herder, help me !” prevelde hij. En zie. Het vuur, de oven, de zwarte mannen, alles was verdwenen en niets wees er op dat ze ooit hadden bestaan.

Patrick volgde het pad dat nu steeds verder omhoogging en tussen roten verdween. Toen hij het pad ten einde gelopen was, stond hij voor een diepe bergkloof. Beneden borrelde en kolkte het water van een bergrivier die in bruisende vaart naar beneden stortte. De damp van het water steeg omhoog, maar daar doorheen zag Patrick hoe zich aan de overkant een prachtig panorama ontplooide. Een zonovergoten groen land, dat glooiend en zacht zich groen tegen de blauwe hemel vertoonde. Dat moest het mooiste land zijn. Vlak bij zag hij een smalle brug die over de ravijn leidde. Patrick ging erheen en zette zijn voet erop, maar onmiddellijk schoof hij weg. De brug was zo glad als ijs. Het was onmogelijk om ze te betreden. Toch probeerde Patrick het nog eens en omdat hij weer uitgleed sprak hij , haast zonder het zelf te beseffen : “Herder, help me” en zie, zijn voeten vonden steun. Bij elke volgende stap prevelde hij de woorden en geraakte zo aan de overkant.

Maar de overtocht van de brug had hem zodanig vermoeid dat hij aan de overkant neerviel en in een diepe slaap wegzonk. Toen hij ontwaakte naderden twee mannen hem. Ze waren licht van gestalte en begeleidden hem over de groene heuvels, die bezaaid waren met kleurrijke bloemen, tot bij een stad van goud en edelstenen.

Daar bij de poort stond zijn meester die hem uitnodigde om de stad binnen te gaan. “Dit is het paradijs,” sprak hij, “en hier zal je eeuwig wonen als je leven op aarde ten einde loopt.”

Patrick keerde naar het groene Ierland terug en vertelde over het hemelse visioen dat hij had gehad. En toen hij stierf ging hij voor eeuwig het paradijs binnen.