Muziekstudenten scoren beter op wiskunde
De Standaard, dinsdag 25 juni 2019
Muziek en wiskunde zijn verwant. Wie goed is in de ene
discipline, scoort vaak ook goed op de andere.
Studenten van de middelbare school die muzieklessen volgen,
scoren significant beter op examens in wiskunde en wetenschappen dan hun
niet-muzikale leeftijdsgenoten, is uit Canadees onderzoek gebleken. Het effect
is het meest uitgesproken voor studenten die een instrument leren te bespelen,
maar ook zanglessen hebben een positief effect.
Peter Gouzouasis (Universiteit van
British Columbia), coördinator van de studie bij ruim 112.000 Canadese
studenten, vindt de resultaten een opsteker voor muzikale jongeren. ‘Vaak wordt
gedacht dat studenten die tijdens schooltijd muziekles volgen in plaats van hun
vaardigheden in wiskunde, wetenschap en Engels te verbeteren, in die vakken
onder de maat gaan presteren’, mailt hij. ‘Ons onderzoek suggereert het
tegendeel. Hoe meer muziek jongeren studeren, hoe beter ze scoren voor die
vakken.’
De onderzoekers bekeken de schooldossiers van studenten uit
British Columbia die op een staatsschool hadden gezeten, aan de eerste klas
waren begonnen tussen 2000 en 2003, en de laatste drie jaar van de middelbare
school hadden voltooid met in hun pakket wiskunde, wetenschappen en Engels.
Uit analyse van meer dan 112.000 dossiers bleek dat 13
procent van de studenten ten minste ook één muziekcursus in zijn pakket had
gehad. De studenten die daarin uitblonken, haalden hogere examencijfers voor
wiskunde en wetenschap, zij die instrumentale muziekles volgden nog meer dan
degenen die zangles namen. Gouzouasis: ‘Gemiddeld
lagen jongeren die een muziekinstrument leerden te bespelen en in het orkest
van de middelbare school speelden, ongeveer een leerjaar vóór op hun
leeftijdgenoten wat betreft Engels, wiskunde en wetenschap.’ De conclusies bleven
overeind als de onderzoekers corrigeerden voor demografische factoren als
sekse, etnische en socio-economische achtergrond en eerdere schoolresultaten.
Wie goed is in muziek, scoort dus ook goed voor wiskunde en
wetenschappen, is de conclusie. Maar of het eerste leidt tot het tweede, met
andere woorden of het verband oorzakelijk is, konden de onderzoekers niet zwart
op wit bewijzen. Het omgekeerde is ook mogelijk: dat mensen met een gedegen
wiskundetraining daaraan voordelen ontlenen bij hun muziekstudie. Muziek en
wiskunde zijn immers verwanten. De oude Grieken wisten al dat de belangrijkste
intervallen bestaan uit simpele verhoudingen: het octaaf (1:2), de kwint (2:3)
en de kwart (3:4). Maar Gouzouasis ziet sterke
aanwijzingen dat de muziek de kip is, en de wiskunde het ei. ‘Goede
wiskundescores voorspellen geen goede muziekprestaties – omgekeerd wel.
Logisch: om in een ensemble te spelen moet een student notenschrift leren,
teamvaardigheid ontwikkelen en discipline kweken om te oefenen. Al die leerervaringen
spelen een rol bij het verbeteren van andere cognitieve capaciteiten.’
De studie staat in het Journal of Educational
Psychology.(hvde)