NICCOLO (1252 – 1294) en MATTEO (1252 – 1309) POLO
Handelaren in Venetië.
Verhuizen naar Constantinopel (Byzantium - ) en wonen daar in het Venetiaanse kwartier (wijk).
Maar in 1260 verhuist de hele familie naar de Zwarte Zee: naar Soldaea. Daar is het veiliger. En ze hebben gelijk, want kort na hun vertrek valt Constantinopel in handen van de vijand en wordt de Venetiaanse wijk platgebrand. De Venetianen die er nog wonen worden de ogen uitgestoken. Anderen vluchten hals over kop met schepen, maar velen verdrinken.
Later verhuizen ze naar Oezbekistan, waar de familie drie jaar blijft.
In 1264 gaan ze mee als ambassadeurs naar Kublai Khan in Dadu (Peking).
Kublai Khan hoort hen spreken over het christendom en is ook geïnteresseerd in Europa en wat daar gebeurt. Hij stuurt hen naar huis met de vraag om terug te komen met 100 christenen en met olie uit de lamp op het Heilige Graf (in Jeruzalem).
Ze gaan naar de paus, maar die is juist gestorven en er is nog geen nieuwe paus gekozen. Dus kunnen ze het verzoek van Kublai Khan niet inwilligen. Ze beslissen om dan maar terug naar Venetië te gaan.
In 1269 komen ze eindelijk terug in Venetië. Zijn zoon Marco (zoon van Niccolo) is dan 15 of 16 jaar oud.
MARCO POLO (1254 – 1324)
In 1271 is er een nieuwe paus en kunnen de Polo’s met de gevraagde 100 christenen en de olie vertrekken naar Kublai Khan in Kanbaloe (Bejing)
Kublai Khan is zeer ingenomen met de jonge Marco en luistert graag naar de verhalen die hij vertelt. Marco kan zeer boeiend vertellen.
Hij stuurt Marco op reis in zijn land China om er steden en streken te bezoeken en als Marco dan terugkeert, vertelt hij honderduit over al wat hij gezien en beleefd heeft.
Regelmatig vragen Niccolo en Matteo om terug naar Venetië te mogen terugkeren, maar Kublai Khan weigert steeds. Hij wil Marco niet laten gaan.
Ten slotte, nadat zij 17 jaar in dienst zijn geweest van Kublai Khan, mogen ze vertrekken. Zij moeten dan wel een prinses op hun reis meenemen om haar naar Perzië te brengen, waar ze zal trouwen met een broer van Kublai Khan.
Ze gaan per schip (over land is te vermoeiend voor de prinses). Ze zeilen langs de Chinese kust naar het zuiden, varen langs Sumatra, Ceylon en Malabar terug naar Hormouz in de Perzische Golf (van waaruit ze 17 jaar eerder waren vertrokken).
Dan gaat het via Trebizonde en Constantinopel naar Venetië waar ze in 1295 aankomen.
Ze zijn 24 jaar weggeweest.
Ze komen in Venetië aan, armoedig gekleed. Niemand herkent hen. Ze trekken naar het huis waar ze vroeger gewoond hebben, maar dat nu door familieleden bewoond wordt. Op een dag nodigen ze de rijken en edelen van Venetië uit voor een feest. Iedereen komt, maar allen zijn wantrouwig, want niemand heeft hen herkend. De Polo’s zijn nu rijkelijk in prachtige zijden gewaden gekleed. Als iedereen aan de feesttafel gegeten en gedronken heeft, geeft Marco een tafelspeech waarin hij vertelt over zijn reizen in China. Terwijl de muzikanten spelen en de genodigden dansen verdwijnen Niccolo, Matteo en Marco. Even later komen ze terug in hun armoedige en versleten reiskleren. Iedereen kijkt verbaasd op. Wat zal er nu gebeuren? Zijn het dan toch bedriegers die zich uitgeven voor de Polo’s?
Maar dan gaan ze gedrieën voor het publiek staan en beginnen de naden van hun kleren open te snijden. En wat blijkt? In alle naden zitten kostbare edelstenen verborgen. Ze blijken rijker te zijn dan gelijk wie in Venetië.
De grote concurrent van de stad Venetië is Genua. Er breekt oorlog uit tussen de twee steden. Een grote veldslag bezorgt de overwinning aan Genua. Marco wordt gevangen genomen en meegevoerd naar Genua, waar hij opgesloten wordt om later tegen een grote losprijs terug naar Venetië gestuurd te worden. In de gevangenis vertelt hij over zijn reis in Azië aan een schrijver uit Pisa. Later wordt dit in boekvorm uitgegeven met de titel: De beschrijving van de wereld.
Dit boek zal Columbus later ook lezen en hem aanzetten om vanuit het westen China en Cipangu (Japan) te bereiken. Hij denkt namelijk dat de zee die Marco Polo in China heeft bevaren aan de andere kant aan Europa komt. Hij weet niet dat het een immense oceaan is en dat er dan nog een groot werelddeel tussen China en Europa ligt.
Volgens kenners is Marco Polo nooit in China geweest, maar is hij niet verder gekomen dan Soldaia (Sudak) aan de Zwarte Zee. Alles wat hij vertelt zou hij gehoord hebben van reizigers die daar langsgekomen waren.
Hoe denken moderne geschiedkundigen over Marco Polo?
Volgens hen is hij nooit in China geweest.
Waarom niet?
- Alle namen van Chinese steden en plaatsen geeft hij in Arabische vertaling.
- Hij beweert dat hij jarenlang als ambtenaar door China reisde, maar hij schrijft niets over de Grote Muur. Nochtans had hij die moeten tegenkomen.
- In de Chinese kronieken staan alle namen van ambtenaren van de hoogste tot de laagste genoteerd. De naam van Marco Polo komt er niet in voor; ook niet een naam die een beetje erop zou lijken.
- Hij zegt niets over het Chinese of Mongoolse schrift.
- Hij zegt niets over de druktechniek van de Chinezen. Zij gebruikten in die tijd nochtans al volop de blokdruk met losse karakters (was al bekend sinds de elfde eeuw).
- Hij zegt nergens dat er in China thee wordt gedronken. Nochtans werd er altijd en overal van de grootste stad tot in het kleinste dorp thee gedronken. Het was ook de gewoonte om bezoekers in een theehuis te ontvangen. Als Marco Polo in China heeft rondgereisd moet hij zeker in zulke theehuizen zijn geweest.
- Hij schrijft niet over het inbinden van de voeten van meisjes.
- Hij schrijft niet over de strikte scheiding tussen mannen en vrouwen. Nochtans even streng als in de Arabische landen.
- Hij zegt niets over het eten met stokjes.
- Hij was zelf handelaar, maar schrijft niet over de manier waarop de Chinezen handel drijven.
- Hij zegt niets over het papieren geld dat de Chinezen gebruiken.
- Hij schrijft wel over zijn reizen, maar aan de hand van de gegevens in zijn boek kun je onmogelijk een reisroute opmaken.
In Venetië was Marco bekend als IL MILIONE = spotnaam. Omdat hij altijd opschepte en over de rijkdom van de Mongolen sprak in termen van miljoenen.
Hoofdstuk 8 uit het boek van Marco Polo.
Hoe de grote Kublai Khan, de koning der koningen, er uit ziet zal ik nu vertellen. Hij is goed van gestalte, niet te groot en niet te klein, maar van gemiddelde lengte. Hij zit goed in het vlees en heeft goed gevormde armen en benen. Zijn gelaatskleur is wit en rood, zijn ogen fijn en zwart, de neus is welgevormd.
Hij heeft vier vrouwen, die altijd bij hem zijn. De oudste zoon van deze vrouwen zal hem later opvolgen op de troon als zijn vader gestorven is. Deze vier dames worden keizerinnen genoemd, maar ieder heeft ook nog een eigen naam. Ieder van deze vier heeft ook een eigen groot en ruim paleis voor zich alleen. Ieder van hen heeft minstens 300 gezelschapsdames. Zij hebben ook talrijke pages en eunuchen en een aantal dienaren, zowel mannelijke als vrouwelijke. Zo heeft ieder van deze dames niet minder dan 10.000 personen aan haar hof.
Als de Khan zin heeft in het gezelschap van een van deze dames, dan laat hij haar naar zijn appartement komen, maar soms bezoekt hij haar ook in haar eigen paleis. Daarnaast heeft hij nog een groot aantal concubines en jonge vrouwen in zijn dienst.
Ik zal u vertellen hoe zij bij hem in dienst komen. Je moet weten dat er bij de Tartaren een volksstam is die bekend staat om haar mooie vrouwen. Ieder jaar worden 100 van de mooiste meisjes naar de Grote Khan gestuurd. Zij worden onder de hoede van oudere dames gesteld die in zijn paleis wonen. Als ze door de Khan goedgekeurd zijn en ze door en door gezond zijn, mogen ze in zijn dienst komen. Ze vormen dan groepen van zes dames die drie dagen lang, dag en nacht ter beschikking staan van de Khan. Daarna komen er zes anderen aan de beurt. Zo gaat dat het hele jaar door, zes per zes.
De keizer (Khan) heeft bij deze vier vrouwen tweeëntwintig zonen. De oudste kreeg de naam Chinkin, als aandenken aan de goede Chingis Khan, de eerste koning van de Tartaren. Deze Chinkin was voorbestemd om zijn vader op te volgen op de troon, na diens dood; maar hij stierf. Hij liet een zoon na, die Timur heette. Deze zal later Grote Khan en keizer worden na de dood van Kublai Khan, zijn grootvader. Dat hoort zo, want hij is de oudste zoon van de oudste zoon van deze Khan. Deze Timur is een dapper en bekwaam man, die dit al bij vele gelegenheden heeft bewezen.
De Grote Khan heeft ook nog vijfentwintig andere zonen bij zijn concubines. Dit zijn goede en bekwame soldaten. Ieder van hen is een groot aanvoerder. Ik vertel je daarbij nog dat zeven van zijn zonen bij die vier vrouwen koningen zijn van uitgestrekte provincies en dat zij die goed besturen, want het zijn bekwame en hoffelijke mannen, zoals verwacht mocht worden.
De Grote Khan is de meest wijze en talentvolle man, de grootste kapitein, de beste van allen om het volk en het keizerrijk te besturen. Hij is ook de dapperste van alle Tartaren.