WAS LUCIA EEN LUSSI?                                                                                                       

Annemie Verstrepen in Rinkkrant 714 van 12 december 2003


Morgen is het 13 december. Beslist een zeer bijzondere dag.

Morgen is het midwinterconcert, uitgerekend op de dag dat eeuwen geleden (voor 1582) overal de uitbundige midwinterfeesten werden gevierd.

Morgen is het ook de verjaardag van Luc Cielen (en Giovanni en Tibo).

En morgen wordt in heel wat landen de Heilige Lucia gevierd.

En maandag vieren we Luc én de Sancta Lucia in Rinkrank met bevallige Lussibruden en lekkere lussikatters.

Redenen te over dus om even te grasduinen.

 

Wat heeft het ene nu met het andere te maken?

De heilige Lucia wiens trieste doch moedige martelaressenlot vorig jaar door Luc in de rinkkrant zo deerlijk werd beschreven, kende heel wat goddelijke en minder goddelijke voorouders en verwanten.

Lucia,(lux = licht) de brengster van licht, werd reeds door de Sabijnen vereerd als de godin Lucina, door de Romeinen als Juno Lucetia, bij de Grieken als Eileithya.

De Lucia van de noordelijke volkeren zou kenmerken van Freya overgenomen hebben.

Deze goddelijke dames hadden één ding gemeen. Ze waren godinnen van het licht, beschermgodinnen van de vrouw, van geboorte en huwelijk. Aan hen werden vele offers gebracht.

Bij de oude Vikingen vinden we ene Lussi van bepaald ander allooi. Deze Lussi was een heks die samen met andere demonen de natuur in zijn winterse verschrikkingen gevangen hield. Tijdens de langste nacht van het jaar lagen deze winterse geesten en demonen op de loer. Met vuur, feest en veel gejoel werden ze verdreven zodat het licht van de zon en de nakende lente weer zijn intrede kon doen.

Deze uitbundige overgangsfeesten waar duisternis en licht, dood en vruchtbaarheid hand in hand gaan, vinden we bij vele volkeren terug in de midwinterperiode.

Vrijwel overal werd tijdens deze feesten geofferd om de goden of de overleden zielen gunstig te stemmen. Oorspronkelijk werden mensen of dieren geofferd, mettertijd werden deze vervangen door nabootsingen, o.a.broden. Zo waren de Romeinen ooit befaamd voor hun hoog geëvolueerde baktechniek die kunstig gevlochten offerbroden mogelijk maakten. Hun baktechniek werd later overgenomen door vele andere volkeren, o.a. de Germanen.

Met het afwikkelen van de tijd, het mengen van volkeren, culturen en godsdiensten zien we ook de Lucia’s van aanschijn veranderen. Godinnen worden heiligen (Sinte Lucia), heiligen en heksen worden één (Lucia bruid); elk krijgt zijn eigen legende, zijn eigen feest, zijn eigen baksel. Oude gebruiken verhullen zich onder katholieke sausjes.

In Italië worden op 13 december ter ere van Sancta Lucia optochten gehouden met toortsen. Er worden vreugdevuren ontstoken en… men eet er “biscotti” in de vorm van oogballen.

 

In ons eigenste landje vind ik enkel de katholieke resten van Lucia terug en dan bovendien nog diep onder het stof. De Folkloristische tijdspiegel voor België vermeldt niet minder dan 20 bekende bedevaartplaatsen ter ere van St.Lucia. Men ging er bidden voor keelziekten, oorziekten, bloedingen en te Lier zelfs tegen de stijve nek. Elders lezen we: “…Gewijde St. Luciadraden om in een glas water te doen en ter genezing van keelpijn uit te drinken, kon men verkrijgen te Lier en te Wespelaar. Te Wespelaar deden de bedevaarders een noveen en gingen telkens driemaal biddend rond het beeld van St. Lucia, midden in de kerk geplaatst, en namen ook rode St. Luciadraadjes mee naar huis om deze rond de hals te dragen als preventief middel tegen het overvloedig bloeden…” Helaas was de pastoor van Lier niet bereikbaar om te vertellen wat die mysterieuze rode draadjes wel wezen konden.

 

De Zweden hebben zo hun eigen(zinnig) apart verhaal. Het Sankta Luciafeest op 13 december is nog steeds een van hun felst gevierde feesten. De Zweden noemen het soms hun “Klein Joelfeest”.

Voor haar heiligverklaring blijkt de Zweedse Lucia een nogal merkwaardige doch beeldschone blonde maagd geweest te zijn, een Lussibruden (= Lucia bruid). Op 13 december, bij het ochtendgloren dartelde deze wulpse meid in een lang wit gewaad en met brandende kaarsjes op het hoofd langs de halfduistere, besneeuwde boerenwegeltjes. In haar kielzog een schare zingende kindertjes. Zij brachten de boeren versgebakken gemberkoekjes en saffraanbroodjes. En dan te bedenken dat er ook nog dat joelfeest was waarvan gefluisterd werd dat het er wel eens losbandig aan toe kon gaan. Stuur dan uw dochter de hort maar op!

Zweden werd rond het jaar 1000 gekerstend doch verbrak in 1527 alle banden met de Rooms-katholieke kerk en werd luthers. Het Luciafeest ging echter lustig door.

 

Pas vanaf 1781 werd het katholicisme er weer geaccepteerd. Het is dan ook pas in de 18e eeuw dat de Heilige Lucia uit Italië er haar intrede deed en het profane feest een iets sacraler tintje kreeg.

Op 13 december, 12 nachten voor Jezus’geboorte gaat de kerstvrede in. Het oudste (sommige bronnen spreken van het jongste) meisje uit het gezin staat op voor dag en dauw. Ze trekt een lang wit gewaad aan, bindt een rode sjaal rond haar middel, zet een kroon met brandende kaarsen op het hoofd en zorgt al zingende voor een heerlijk ontbijt met hete koffie en verse lussikatters (saffraanbroodjes).

 

Net zoals wij in Vlaanderen nog zelden (of nooit) een Luciabedevaarder tegenkomen, ontkomt ook Zweden niet aan de tand des tijds. Tradities verwateren, het Luciafeest schuift meer en meer op van een familiefeest naar een feest dat vooral op school nog gevierd wordt. Met kronen van dertien in een dozijn, nepkaarsen, verkiezing van dé mooiste Lucia bruid…

Alleen de lussikatters lijken nog origineel. Echte midwinterkoeken zoals de Germanen en de Kelten ze reeds bakten. Lussikatter betekent letterlijk licht-kater. Het woord “licht” spreekt voor zichzelf. Het woord “kater” vinden we heden ten dage o.a. terug in “katerbrood of duivelskater”, een typisch midwintergebakje uit Zaandam (Noord-Holland).

 

De specifieke dubbele lusvorm van het broodje verwijst bij midwintergebakjes vermoedelijk naar de tegenpolen van winter- en zomerzonnewende ofwel de zonsvernieuwing. De rode saffraandraadjes die het broodje geel kleuren doen ons spontaan aan vuur en dus aan licht en misschien ook aan ochtend denken. Even snuisteren in een dik boek over rituele planten in Europa, hoofdstuk saffraankrokus levert toepasselijke en uitermate boeiende saffraaninformatie op. Een greep eruit :

“De plant was bij de Romeinen toegewijd aan Juno.

Een pijnlijke nek genas men in Silezië door het opleggen van spek met saffraan.

In de Oudheid was saffraan een remedie tegen alle ontstekingen, vooral die van de ogen.

 

Saffraan werd in de klassieke Oudheid vooral geassocieerd met de “hetaerae”, een soort Griekse beroepscourtisanes.

Sedert mensenheugenis dacht men, onder meer in India en Griekenland, dat de saffraanplant een gunstige invloed had op het vrouwelijk geslacht.

Saffraan zorgde voor een goede slaap, maakte het hoofd helder en werd als een seksueel stimulerend middel beschouwd.

Degenen die saffraan hadden ingenomen vooraleer wijn te drinken, kregen volgens Plinius de Oudere geen kater achteraf, en werden slechts moeizaam dronken.”

 

De Zweden zullen wel geweten hebben waarom ze hun Lussibruden lussikatters lieten uitdelen. Of ze het nu nog weten betwijfel ik.

Voor alle duidelijkheid: maandag 15 december is er uit voorzorg slechts één broodje per aanwezige voorzien.

Tenslotte,

Wat heeft dit alles nu met Luc Cielen te maken?

       dat hij jarig is op de verjaardag van Lussi en Lucia, al of niet met een heilige Ste.

-        dat hij zijn naam ontleent aan deze bijzondere dames

-        dat hij regelmatig licht brengt

       dat hij doorgaans ’s ochtends voor dag en dauw en bij het eerste ochtendgloren al aan het werk is

-        of hij ook saffraanbroodjes lust kun je maandag te weten komen.