https://www.cielen.eu

 

HOE IS DE ILIAS TOT BIJ ONS GEKOMEN?                      De Standaard 3 september 2020

 

 

 

CULTUURWINKEL

Hoe is de Ilias tot bij ons gekomen? (vraag van DIRK LANGBEEN UIT OPDORP)

Veerle Vanden Bosch

De Standaard 3 september 2020

 

‘De wrok, godin, van Peleus’ zoon Achilles/ moet u bezingen. Hij was dodelijk’, zo begint de Ilias van Homeros in de vertaling van Patrick Lateur. Maar hoe is dat eeuwenoude epos tot bij ons gekomen, vraagt lezer Dirk Langbeen zich af – een vraag die sneller gesteld is dan beantwoord: houd u vast voor een hobbelige rit door de tijd, met expert Patrick Lateur als kundige wagenmenner.

 

Zonder Trojaanse oorlog was er natuurlijk geen Ilias geweest. Die werd rond 1200 voor Christus uitgevochten en moet zo’n indruk hebben gemaakt op het collectieve geheugen van de Grieken dat er talloze verhalen, zangen en liederen over werden gemaakt, die eeuwenlang werden gereciteerd en doorgegeven door zangers en voordrachtkunstenaars. Ieder deed er het zijne mee, plagiaat was nog niet uitgevonden. De verhalen over Troje waren het werk van een ‘collectief dichterschap’. In de tweede helft van de 8ste eeuw voor Christus moet één zo’n zanger zijn improvisatie hebben gefocust rond één ­thema: de wrok van Achilles. De Grieken noemden hem Homeros en dus doen wij dat ook. Maar verder wisten ze niet veel over hem te vertellen, al had hij in hun ogen een haast goddelijke status. ‘Er is’, volgens Patrick Lateur, ‘wel duidelijk één hand geweest die een structuur heeft aangebracht. Misschien is hij ook de eerste geweest die zijn tekst op schrift heeft gesteld. Daarmee zou hij de eerste Europese schrijver zijn. Met de nadruk op misschien, want het is ver terug in de nevelen van de tijd en dus zijn er veel vraagtekens.’ Tweehonderd jaar na Homeros, in de tweede helft van de 6de eeuw voor Christus, kregen zijn epen, de Iliasen de Odyssee, een eerste definitieve schriftelijke neerslag, naar aanleiding van voordrachtwedstrijden in het Athene van ­Peisistratos, een tiran met een hart voor kunst. Die teksten bleven een rol spelen in de opvoeding, het onderwijs en de cultuur. Niet dat daar iets van is overgebleven. Wat wel bewaard bleef, zijn zowat 1.500 fragmenten op papyrus, variërend van een paar verzen tot een van de 24 zangen waarin het epos is ingedeeld. Die fragmenten dateren uit verschillende perioden, van de 3de eeuw voor tot de 7de eeuw na Christus. Zo rooskleurig zag de toekomst van het complete epos er dus niet uit.

 

Gelukkig was er de legendarische bibliotheek van Alexandrië. Daar sloegen geleerden in de 3de eeuw voor Christus aan het puzzelen. Ze reconstrueerden de tekst en maakten tekstedities voorzien van commentaren, wat de verspreiding van de Ilias ten goede kwam.

 

Editio princeps

 

Bent u nog mee? Houd u goed vast aan uw strijdwagen, want we gaan stevig fastforwarden. In Constantinopel, hoofdstad van het Byzantijnse rijk, werd rond 950 een handschrift van de Ilias vervaardigd. Dat kwam in 1420, kort voor de val van Constantinopel, samen met vele andere Griekse geschriften in Venetië terecht. Het wordt er nog steeds bewaard in de ­Biblioteca Marciana op het San Marcoplein. Het vreemde is dat dit fameuze handschrift pas meer dan drie eeuwen ­later in boekvorm verscheen: in Parijs in 1788, net voor de Franse Revolutie. Dat was meteen het startpunt van wetenschappelijke studies en edities.

 

Maar het zou te simpel zijn als onze tijdreis hiermee klaar was. We keren op onze stappen terug om nog een zijweg in te slaan: in Firenze verscheen in 1488 de zogenaamde editio princeps, de eerste uitgave van de Ilias, samengesteld op basis van talloze fragmenten van het epos bewaard op papyrus en perkament. Die editie had een enorme impact, ook omdat er vanaf 1500 nogal wat vertalingen werden gemaakt. De eerste Nederlandse vertaling dateert uit de 16de eeuw en staat op naam van de Vlaming Carel van Mander, de auteur van het Schilder-Boeck. Hij vertaalde de helft van het epos op ­basis van een Franse vertaling, die op haar beurt weer gebaseerd was op een ­Latijnse versie.

 

Vandaag beschikken we over een ­relatief betrouwbare wetenschappelijke uitgave van de Ilias, op basis van het werk van filologen uit de 19de eeuw en later. Dankzij hen en vele generaties vertalers hebben wij nog altijd weet van de helmboswuivende Hektor en de snelvoetige Achilles.

 

 

 

 

https://www.cielen.eu