HET GEHEIM VAN DE ROOS
printversie
Luc Cielen
Het begint met de vijfhoek.
***
In de vijfhoek kun je diagonalen tekenen zodat je een
vijfster krijgt.
Je begint bij punt 1, tekent de diagonaal naar punt 2, en
zo verder tot je terug bij 1 uitkomt (zie tekening hieronder).
De vijfhoek is de kleinste regelmatige veelhoek waarin je
de diagonalen kunt tekenen zonder het potlood van het papier op te lichten.
(In een vierkant heb je twee diagonalen, maar je kunt ze niet in één trek
tekenen. In een driehoek heb je geen diagonalen).
Om de vijfster te tekenen moet je telkens 1 hoek overslaan
(= diagonaal tekenen).
Deze vijfster zit ook in de roos en wel op dezelfde manier
als we de vijfster tekenen, namelijk van punt 1 naar 2 enz.
Het geheim zit ‘m in de KELKBLADEN. Omdat de roos vijfdelig
is, heeft de bloem 5 kelkbladen.
Die 5 kelkbladen zijn niet alle even groot en zien er ook
niet allemaal hetzelfde uit.
De 5 kelkbladen zijn gerangschikt van groot naar klein. Als
je het grootste kelkblad nummer 1 geeft, en van daaruit verder gaat zoals in
de vijfster, dan zie je dat het vijfde kelkblad het kleinste is. Als je daar
een vijfster op tekent, zie je dat ook in de vijfster:
Punt 1 van de vijfster is het grootst, punt 2 wat kleiner,
punt 3 nog kleiner, punt 4 nóg kleiner en punt 5 is het kleinst.
Wat doen de kelkbladen van de roos dus?
Ze volgen hetzelfde stramien als je gebruikt om een
vijfster te tekenen, maar zij schikken zich ook van groot naar klein.
Dat is het eerste geheim.
***
Het tweede geheim.
De kelkbladen rangschikken zich niet alleen van groot naar
klein volgens de vijfster, maar ze zien er ook ieder een beetje anders uit.
Kelkblad 1 is het grootst en heeft het meest vergroeiingen
(insnijdingen of uitsteeksels), en heeft die aan de beide zijden.
Kelkblad
2 heeft ook vergroeiingen (insnijdingen of uitsteeksels) aan weerszijden, maar
die zijn kleiner dan bij kelkblad 1.
Kelkblad 3 heeft maar aan 1 kant vergroeiingen
(insnijdingen of uitsteeksels) (is moeilijk te zien op de foto hiernaast). De
vergroeiing zit aan de zijde waar je aankomt als je vanuit punt 2 naar punt 3
gaat, terwijl de andere kant (richting punt 4) géén vergroeiingen heeft.
Kelkblad 4 heeft géén vergroeiingen (insnijdingen of
uitsteeksels)
Kelkblad 5 heeft géén vergroeiingen (insnijdingen of
uitsteeksels)
Schematisch ziet dat er zo uit:
Albertus Magnus heeft dit ontdekt en er een gedicht over
geschreven.
Enkele episodes uit het levensverhaal van Albertus Magnus
kun je vertellen.
Meer over Albertus Magnus vind je hier
LATIJN
VERTALING (LC)
Quinque sunt fratres
Vijf broeders zijn bijeengeschaard
Duo sunt barbati
Twee zijn met een baard geboren
Duo sine barba nati
Twee zijn echter glad geschoren
Unus e quinque
En één
non habet barbam utrimque
Draagt slechts een halve baard.
Klik hier om het Latijnse gedicht te beluisteren
De kinderen in de steinerscholen hebben normaliter (als
alles goed gegaan is) enige ervaring met vijfhoek en vijfster via ritmiek (of
euritmie) en vormtekenen.
Je laat de plantkundeperiode in de vijfde klas voorafgaan
door een meetkundeperiode, waarin de kinderen onder andere een reeks
regelmatige veelhoeken leren tekenen en de daarin passende stervormen (vijfhoek-vijfster,
zeshoek-zesster, zevenhoek –zevenster, achthoek-achtster, tienhoek-tienster,
twaalfhoek-twaalfster). Zo hebben ze meer inzicht in de stervormen en krijgt
dit punt over de roos in de plantkundeperiode ook meer betekenis.
|