DRIEKONINGEN, 6 januari

Luc Cielen in Rinkkrant 816 van 23 december 2004


Als je JASPER heet, dan heb je veel te maken met een van de drie koningen. Welke? Dat lees je wel even verderop in deze tekst.

Het verhaal over het bezoek van de drie wijzen of koningen kon je al lezen in de vorige Rinkkrant. Dat is dus gekend.

 

Maar de vraag die velen bezig houdt is: Wie is wie en geeft wat? Wie is Melchior en wat schenkt hij aan het kindje?

Wie is Balthazar en wat is zijn geschenk? En wie is Kaspar en wat geeft hij aan de moeder van het kind? Er zijn al heel wat discussies daarover gevoerd, maar een afdoend antwoord schijnt niet zo voor de hand te liggen, dus keert de vraag jaarlijks weer.

 

Volgens de Winkler Prinsencyclopedie (en dus ook Encarta) is Kaspar de zwarte koning. Maar zijn geschenk wordt niet genoemd.

 

In de ‘Santenkraam der Roomse Kerk’ van Van Setten lees ik dat Melchior een man is van 60 jaar oud en goud geeft. Balthazar is 40 jaar en schenkt wierook; Kaspar is de zwarte koning, is 20 jaar oud en schenkt mirre.

 

Stijn Van der Linden in zijn boek ‘De heiligen’ gaat niet akkoord met de Santenkraam. Hij beweert dat Kaspar 20 jaar oud is en wierook schenkt. Dat klopt dus wel wat de huidskleur betreft, maar niet wat het geschenk aangaat. Melchior (en dus niet Balthazar) is hier 40 jaar oud en schenkt goud. Het geschenk klopt, de leeftijd niet. Balthazar is 60 jaar oud en schenkt de mirre. Opvallend is dat Balthazar hier een gele huidskleur heeft.

 

Wim Zaal in zijn boek ‘Alle Heiligen’ verkondigt nog iets anders over de koningen. Bij hem draagt Kaspar het goud, is hij afkomstig uit Afrika en dus zwart, en is hij een afstammeling van Cham, een van de zonen van Noach. Melchior is een afstammeling van Sem, ook een zoon van Noach, van wie trouwens alle Semieten afstammen. Hij draagt de wierook en is afkomstig uit Azië. Balthazar is een afstammeling van Japhet, ook een zoon van Noach, komt uit Europa en draagt de mirre.

 

Maar als ik in Keulen naar het schrijn van de Drie Koningen ga zien, dan ziet het er zo uit: Caspar (hier met een C geschreven) heeft een baard en een snor, is van middelbare leeftijd en draagt een kistje dat hoogstwaarschijnlijk het goud bevat. Melchior is in Keulen de jongste van de drie, is dan ook baardloos. Hij draagt het wierookvat. De oudste van het gezelschap heet Balthazar, heeft baard en snor en draagt een kelk waarin vermoedelijk de mirre zit.

 

En dan zijn er nog enkele andere versies te vinden in andere boeken en beelden.

Maar hoe was het dan écht?

Dat weet niemand. Matteüs, de enige evangelist die iets over het bezoek van de wijzen vertelt, zegt niets over namen, huidskleur en afkomst. Hij schrijft alleen dat er wijzen waren die 3 geschenken gaven. Net voldoende om de fantasie aan het werk te zetten.

 

Pas in de 8e eeuw duiken de namen van de drie koningen op. Jacobus de Voragine (13e eeuw) geeft ze in drie talen:

 

GRIEKS :          Apellios

  Amerios

  Damascos

 

HEBREEUWS:  Galgalat

   Malgalath

   Sarathin

 

LATIJN:             Gaspard

    Balthasar

    Melchior

 

De Voragine vertelt er verder bij dat ze alle drie Perzen waren, die elkaar hoogstwaarschijnlijk ook kenden. Uit zijn ‘Gouden Legende’ komt volgend verhaal:

 

‘Johannes Chrysostomos schrijft dat de verschijning van de ster als volgt gebeurde:

De drie koningen of wijzen waren astrologen die, van vader op zoon, elke maand drie dagen op een hoge berg doorbrachten om daar uit te kijken naar de ster die voorspeld was door de profeet Balaam. In de nacht dat Christus werd geboren verscheen de ster en ze had een bijzondere vorm: die van een wonderlijk kind met een kruis van vuur op het hoofd. Deze ster zei tot hen: “Ga snel naar het land Juda, ge zult er een pasgeboren kind vinden dat de koning is die gij verwacht.”’

 

De middeleeuwers vroegen zich wel af hoe het mogelijk was dat de drie wijzen op 2 weken vanuit het oosten in Jeruzalem konden zijn. De heilige Remigius, de bisschop van Reims die Clovis doopte, opperde dat het goddelijke kind hen zelf had geleid, maar het kan ook zijn, beweert De Voragine, dat ze gekomen waren zittend op dromedarissen, en die leggen per dag een afstand af waar paarden gewoonlijk drie dagen over doen.

 

De middeleeuwers hadden ook problemen met de ster. Wat was dat voor een ster? Volgens sommigen was het de Heilige Geest zelf die deze vorm had aangenomen. Volgens anderen was het een engel en volgens de meer nuchteren was het een nieuw geschapen ster (een nova) die na haar verschijning weer werd opgenomen in de baarmoeder van het universum. Bovendien had men vragen over de plaats van die ster aan de hemel. Men dacht dat de ster niet aan het firmament stond, maar in de lucht hing, dicht bij de aarde. Ze was bovendien zo schitterend en stralend dat ze zelfs overdag te zien was en lichter was dan de zon. En ten slotte ging ze voor de drie koningen uit, net zoals een levend wezen dat zou doen. Ze volgde dus niet de dagelijkse kringloop van de sterren.

 

En dan de geschenken. In de Middeleeuwen dacht men dat het de gewone geschenken waren die de Perzen en de Chaldeeën aan goden gaven. Men ging trouwens nooit naar een god zonder deze geschenken. Sint Bernardus (naar wie de berg op de grens tussen Zwitserland en Italië werd genoemd) beweerde dat het goud diende om de armoede van Maria te lenigen. Wierook gaven de drie koningen om de stank van de stal te verdrijven en de mirre gaven ze om het kind mee in te wrijven, tegen de wormpjes in de buik. Hij zegt ook dat het goud symbool stond voor het koningschap van Jezus, de wierook voor zijn goddelijkheid en de mirre voor zijn stoffelijkheid. Goud staat bovendien ook symbool voor de liefde, wierook voor het gebed en mirre voor de sterfelijkheid en dus ook nederigheid.’

 

Na vele, vele jaren - het schijnt dat ze net lang genoeg bleven leven om door de apostel Thomas bekeerd te worden en om zelfs nog te gaan missioneren in Indië - ondergingen de drie koningen het lot van ieder mens: ze stierven. Hun lichamen werden zo’n drie eeuwen later teruggevonden door de heilige Helena die de stoffelijke resten overbracht naar Constantinopel. Helena was specialiste in het terugvinden van plaatsen en voorwerpen die te maken hadden met Jezus. De heilige Eustorgus, bisschop van Milaan, bracht ze later over naar zijn stad. Maar keizer Hendrik Barbarossa van het Heilig Duitse Rijk liet ze overbrengen naar Keulen, waar ze sindsdien rusten en een grote verering genieten (genoten). Als je in Keulen en omgeving, of zelfs in heel Duitsland het volgende op een deurlijst ziet staan: C+M+B, dan gaat het om Caspar, Melchior en Balthasar en niet om de Compagnie Maritime Belge, waarvan de afkorting CMB tot voor kort opvallend op de Meir te zien was.

 

De namen van de drie koningen hebben, al zijn ze dan verzonnen, toch een betekenis.

 

Kaspar is van het Perzische woord voor schatbewaarder afgeleid. Eigenlijk logisch dus dat hij het goud draagt. In Keulen is dat alleszins zo.

 

Melchior betekent ‘God is Licht’. Maar daar kan je ook een vraagteken bij zetten. Afgaande op de betekenis van de naam zou hij dan de wierook moeten dragen. Dat is ook zo op de Keulse afbeelding.

 

Balthazar zou betekenen: ‘God bescherme zijn leven.’ Vermits mirre iets met dood en eeuwig leven te maken heeft, zou het wel kunnen dat deze koning de mirre geeft. Mirre werd namelijk gebruikt als ingrediënt bij het balsemen. Op het schrijn in Keulen is dat ook zo. Dus als je nog eens twijfelt, kijk dan naar de betekenis van de naam, dan heb je enig houvast.

 

Worden de namen van deze drie koningen nog gebruikt?

 

Zeker en vast. In België alleen al zijn er 8.440 families die een naam dragen die afgeleid is van deze heiligen.

 

Een kort overzicht. Er zijn mensen die gewoon Drikoningen (1) heten of Drijkoningen (413) of Drykoningen (64). Je vindt ze vooral in de Limburgse Kempen. Met 478 zijn ze.

 

Balthasar schonk zijn naam aan 951 families. Onder verschillende vormen: Balthasar, Baltasar, Balthasart, Baltazar, Balthazar, Balthazard, Balthazart, Baltazart en Baltzar.

 

Kaspars naam ging over naar 6.319 families en is daarmee de meest succesvolle. En dan te bedenken dat het net die zwarte koning is wiens naam zo populair is geworden, ook bij de voornamen. Zijn naam wordt op verschillende wijzen gespeld: Caspar, Gaspar, Gaspard, Casper, de Casper, Caspers, Gaspars, Gaspart, Gasper, Jaspar, Jaspard, Jaspart, Jaspaert, Jaspars, Jaspaers, Jaspers, Jasperse, Jasper, Jaspert, Jaspers, Jespers, Jespersien, J’ Espère, Kasper, Kaspers, Gaspari, Gasperi, Gasparin, Gasparini, Gasparon, Gasperin, Gasperini, Gasparoni en Gasparotto.

 

De naam Melchior had het minste succes, of de Melchiors hebben niet zo vlijtig aan hun nageslacht gewerkt. Ze zijn met 692 families, die de naam op een van de volgende manieren schrijven: Melchior, Melchiorre, Melkior, Melchor, Melcher, Melchers, Melchert, Melcherts, Melger, Melgers, Milcher, Milchers, Melkert, Melleker, Melgar en Meldgaard.

 

Anders gezegd, bijna 1 op 10.000 Belgen heeft zijn familienaam te danken aan de heilige Drie Koningen. Zouden ze dat allemaal beseffen?

 

Kaspar is net als bij de familienamen ook bij de voornamen de meest succesvolle gebleken. Volgende versies van zijn naam zijn in ons land bekend: Jas, Jaspars, JASPER, Cas, Caspari, Caspers, Kas, Kasius, Kaspar, Kasper, Kesper en nog enkele andere minder bekende varianten. Ook de dames kregen hun deel, want als meisjesnaam werd Kaspar omgedoopt tot : Jasperina, Caspara, Casparina, Cassie, Jasperijntje, Jesprina en Jaspertje.

 

Als voornaam scoort Melchior iets beter dan de familienaam. Je vindt jongens (geen meisjes) die zijn naam dragen onder de vormen: Melchior, Melcher, Melchers, Melchert, Melching en Melger, en enkele afgeleiden van deze laatste voornaam.

 

Balthazar kent maar enkele varianten als voornaam: Balthasar, Balster en Balte.

 

Zijn er bekende personen die een van deze namen dragen?

Op school hebben we natuurlijk enkele Jaspers rondlopen. Het is nog steeds een geliefde voornaam. De meest bekende Kaspar is Kaspar Hauser, de Duitse jongen die in de negentiende eeuw plots in Nurenberg opdook, daar enkele jaren leefde en er vermoord werd. Zijn bestaan is met zoveel raadsels omgeven dat enkele tientallen auteurs en historici er zich hebben aan gewaagd om op onderzoek te gaan. Tot op vandaag blijft hij velen intrigeren, en verschijnen er boeken over hem.

 

De tekenfilmfans kennen een geestje dat Kasper heet. De stripliefhebbers kennen natuurlijk Kasper en Hobbes (het tijgertje), en de muziekliefhebbers komen aan hun trekken met Kasper Van Kooten, zoon van Kees.

Bij de Melchiors vinden we Melchior Wathelet, een Belgisch politicus.

Balthasar: zo heette de vorige gouverneur van Oost-Vlaanderen; zijn zoon is een vertrouwd tv-figuur die toerisme- en filmprogramma’s presenteert. Maar natuurlijk zullen de meesten wel Balthazar Boma kennen uit ‘De Kampioenen’.

En nu even terug naar de Drie Koningen: Kaspar zou ik beschouwen als de baardloze jongste. Hij is zwart, en draagt het goud. Zie hem maar als symbool van Afrika. Naar mijn gevoel is Melchior, die de wierook draagt de oudste. Hij zou geelbruin kunnen zijn met snor en baard en symbool kunnen staan voor Azië. Balthasar is dan de man van middelbare leeftijd die de mirre draagt. Je kan hem een blanke huidskleur geven zodat hij symbool kan staan voor Europa. Maar zoals gezegd: niemand weet wie wie is en wat hij geeft, je mag dus gerust je eigen voorkeur volgen. Er is er maar één over wie bijna iedereen het eens is, en dat is Kaspar.