https://www.cielen.eu |
HET BOS IS ÉÉN GROOT ONDERGRONDS NETWERK Terug naar https://cielen.eu/vakken/wereldorientatie/schimmelkunde.html#linken |
1842016 De Standaard Paddenstoelen
leveren voedselsnelwegen Pieter
van Dooren Tot veertig procent van
de koolstofverbindingen in het wortelstelsel van bosbomen komt eigenlijk van
de buren. Zwamdraden van paddenstoelen maken de uitwisseling mogelijk. Zowat alle
landplanten, van kruiden over struiken tot bomen, gaan 'symbiotische
associaties' aan met schimmels. De
ondergrondse zwamdraden van de schimmels en de wortelharen van de planten
kronkelen innig om elkaar heen, of vergroeien zelfs met elkaar, tot
wederzijds voordeel. Beide partners leveren voedingsstoffen waar de
tegenpartij anders lastig aan zou kunnen komen. Dat weet de wetenschap al
lang. Minder bekend is dat
zo’n zwam met zijn uitgebreide stelsel van draden verbintenissen aangaat met
meerdere bomen en struiken – die zelf ook weer met verschillende zwammen in
contact staan – en dat die verbindingen belangrijk zijn. Bij het 'grootste
organisme op aarde' denken wij al snel aan walvissen of sequoia's, terwijl de
records, zowel voor volume als voor massa, stevig in handen zijn van zwammen.
Dat komt omdat wij zwammen enkel bovengronds ontmoeten, via hun seksuele
organen, de paddenstoelen. Hun gigantische ondergrondse netwerk van draden
zien we daarbij over het hoofd. Via die draden leveren
ze tot tachtig procent van de stikstof en fosfor aan hun plantenpartners, en
ontvangen ze zelf hun koolstofverbindingen. Het was de wetenschappers weleens
opgevallen dat die koolstofverbindingen ook doorgespeeld werden aan de andere
plantenpartners van dezelfde zwam, maar een goed beeld had men daar niet van.
Ging het om wat toevallige lekkage, of speelden de zwammen misschien echt
voor pijplijn? Hoe wijdverspreid was de uitwisseling? Of was 'uitwisseling'
een veel te groot woord voor een marginaal fenomeen? Geperforeerde
slangetjes Tamir Klein
(Universiteit Basel) en twee Zwitserse collega's zochten het uit en rapporteren
in de jongste Science dat het om een echt transportnetwerk gaat, dat
koolstofverbindingen op grote schaal tussen planten over en weer brengt. In
onze gematigde bossen gaat het om zo’n 280 kilogram koolstof per hectare per
jaar, pakweg veertig procent van alle koolstof in de haarwortels van de
bomen. De biologen en chemici
pakten het groot aan, met een techniek die ontwikkeld werd voor onderzoek in
het Amazonewoud. Met een platform kunnen ze zich boven de boomkruinen
verplaatsen en waarnemingen doen in de toppen van de bomen, die anders
onbereikbaar zijn – in hun geval ging het om veertig meter hoge fijnsparren
in een gemengd bos in Zwitserland. In de bovenste takken van vijf fijnsparren
brachten ze geperforeerde slangetjes aan, die voortdurend CO2 in de kruin van
de boom bliezen. Geen gewoon CO2, maar een variant die met de juiste
apparatuur relatief gemakkelijk te herkennen is. Bomen nemen CO2 op en zetten
dat om in allerlei stoffen waaruit ze zijn opgebouwd. Als de fijnsparren die
stoffen zouden doorgeven aan de zwammen, en via de zwammen aan bomen en
struiken in hun omgeving, zou dat via de afwijkende koolstof te meten zijn.
De onderzoekers volgden de bomen vijf jaar lang. Gulle fijnsparren En jawel, al snel
bulkte het hele bos van de bewuste stoffen. De fijnsparren stonden zo’n vier
procent van hun productie af aan hun omgeving, wat er op wortelniveau op
neerkwam dat zowat veertig procent van de koolstofverbindingen in de
nieuwgevormde haarworteltjes afkomstig was van een spar. Maar kun je in zo’n
warboel van boomcellen en zwamcellen eigenlijk wel zeker zijn dat de koolstof
effectief naar de boomcellen was overgedragen? Niet helemaal, geven de
vorsers toe, maar ze vonden de specifieke koolstof tot in de stam van hun
bomen. Daar zijn echt geen zwamcellen meer te vinden. Dat de fijnsparren zo
gul omspringen met hun koolstofverbindingen, moet betekenen dat koolstof geen
beperkende factor is voor hun groei en dat ze er ruim voldoende van
beschikbaar hebben. Hetzelfde geldt voor de beuken, lorken en dennen in de
omgeving: de koolstofsamenstelling van hun wortels was identiek aan elkaar en
aan die van de sparren, wat moet betekenen dat de bomen heen en weer koolstof
uitwisselen. Terug naar https://cielen.eu/vakken/wereldorientatie/schimmelkunde.html#linken |
https://www.cielen.eu |