ATHANASIUS, 2 mei
Luc Cielen in Rinkkrant 829 van 29 april 2005
De naam Athanasius (in de vrouwelijke versie Athanasia) betekent: de onsterfelijke.
Athanasa en Athanasie (Frans), Atanasio en Atanasia (Italiaans en Spaans), Atanáz en Atanázia (Hongaars), Atanazy en Atanazja (Pools), Afanasi en Afanasia (Russisch).
Omstreeks 296 werd Athanasius geboren in Alexandrië in Egypte.
Over zijn jeugd is niets bekend. We weten slechts dat zijn omgeving helemaal vergriekst was, wat echter niet belette dat Athanasius Koptisch sprak en schreef.
In 325 is hij diaken bij bisschop Alexander, die hij vergezelt naar het Concilie van Nicea (waar het credo - de geloofsbelijdenis - werd afgekondigd als de kern van het christelijke geloof). Hieruit kunnen we afleiden dat hij al vroeg een tegenstander was van Arius. Dat zou hij zijn hele leven blijven en daar ook de gevolgen van dragen.
In 328 volgt hij Alexander op als patriarch van Alexandrië, een ambt dat hij bijna veertig jaar lang zal bekleden. De keizer beveelt hem Arius weer op te nemen in de christelijke kerk. Maar Athanasius weigert. Dat levert hem een reeks vijanden op die niet nalaten hem het leven zuur te maken. In 335 slagen ze er zelfs in om Athanasius te laten verbannen. Hij zoekt en krijgt een onderkomen in Trier, in die dagen de grootste Romeinse stad ten noorden van de Alpen.
In 337 vinden we hem in Rome. Daar werkt hij ijverig onder de christenen en wordt door velen bewonderd. Door zijn inzet verkrijgt hij de steun van de massa in zijn strijd tegen Arius.
In 346 mag hij eindelijk naar Alexandrië terugkeren, maar amper tien jaar later moet hij weer op de vlucht. Hij verbergt zich dan bij monniken in de woestijn.
In 361 kan hij weer in het openbare leven verschijnen dankzij keizer Julianus, maar helaas, amper een jaar later moet hij weer een tijd lang onderduiken. Daarna gaat het beter. Hij kan vanaf 365 (een jaar waarin hij toch nog even op de vlucht moet) zijn taak van patriarch opnemen tot aan zijn dood in 373.
Athanasius is een van de vier grote Griekse kerkvaders. Dat heeft hij vooral te danken aan zijn geschriften. Zijn grootste werk heet ‘Tegen de arianen’. Dan zijn er een reeks brieven en verweerschriften, gericht tegen zijn vijanden. Zijn meest bekende werk is de biografie van de abt Antonius (de Antonius die in de Noorderkempen zo sterk vereerd wordt - die met het varken). Deze levensbeschrijving van de eerste abt is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de kloosters in het Westen.
De andere Griekse kerkvaders zijn: Basilius de Grote, Gregorius van Nazianze en Johannes Chrysostomos.
Omdat Athanasius een van de vurigste pleitbezorgers was van de ware geloofsbelijdenis, waarin Christus als goddelijk wordt beschouwd, wordt hij ook wel ‘de vader van de orthodoxie’ genoemd. Zijn versie van de geloofsbelijdenis is bekend geworden onder de naam ‘Quicumque’. Hij is een van de grondleggers van de leer over de Heilige Drie-eenheid en over Maria als moeder van God.
In 367 schrijft Athanasius een paasbrief waarin hij de canon van christelijke geschriften vastlegt - hij bepaalt welke geschriften uit oud- en nieuw testament als christelijk kunnen worden beschouwd. Deze canon wordt in de oosterse kerk nog gehanteerd. Hij bepaalde in een dergelijke brief ook de paasdatum voor de Griekse kerk.
Een van de uitspraken van Athanasius heeft gevolgen gehad voor de uitbeelding van de engelen. Over de cherubijnen, een engelenorde van een hoge graad - zei Athanasius dat ze ‘veelogig’ waren. Daarom worden ze sindsdien en tot de renaissance afgebeeld met pauwenveren en zes vleugels die boordevol ogen staan. Vanaf de renaissance worden cherubijnen afgebeeld als engelenkopjes met twee of meer vleugels.
Athanasius is degene die ons enige informatie verstrekt over Servatius, de eerste bisschop van Tongeren. Over hem kon je meer lezen in Rinkkrant 729 (7 mei 2004).