Kleine Aap maakt het nu ook in The Big Apple Vlaams prentenboek van Leo Timmers in top 10 van 'The New York Times'
Een tekening uit Timmers' geprezen kinderboek Aap op straat. © leo timmers Aap op straat, of in het Engels Monkey on the Run, van de Limburgse illustrator Leo Timmers (49) is
een van de tien beste prentenboeken van het voorbije jaar. Dat vinden The New
York Public Library en The New York Times, die al sinds 1952 zo'n top tien
opstellen. Timmers is de eerste Vlaming die de eer te beurt valt. MARJOLIJN VANSLEMBROUCK "Uiteraard is dat geweldig nieuws", zegt Leo Timmers.
"Als ik zie wie de voorbije decennia op die lijst stond, krijg ik koude
rillingen. Daar staan zoveel van mijn helden tussen, illustratoren wier werk
ik zeer grondig bestudeerd heb, zoals Maurice Sendak
en Tomi Ungerer. Die
boeken staan hier nog altijd in de kast, maar ze vallen wel bijna
uiteen." Aap op straat vertelt het verhaal van Kleine Aap die met Papa Aap
onderweg van school naar huis in een file terecht komt. Het duurt allemaal te
lang, dus kruipt het aapje uit de banaanvormige auto en slingert zich een weg
voorwaarts, langs kranen, brandweerladders en ijskarretjes. 'Een verhaal met
vaart in, waarin de details je constant dwingen terug te kijken en steeds
nieuwe dingen te ontdekken', weet het juryrapport van The New York Times. "Aap op straat is mijn meest visuele boek", zegt Timmers.
"Het oorspronkelijke idee was om er tekst bij te zetten, maar dat heb ik
laten varen. Het verhaal moest zonder woorden verteld worden. Kinderen vinden
dat super, het wakkert hun fantasie aan. Ik streef naar eenvoud, naar een
helderheid in tekeningen en tekst. Alles wat overbodig is, laat ik weg.
Ouders weten vaak niet wat ze met een compleet tekstloos boek moeten, ze
hebben geen houvast. Misschien is Aap op straat wel te moeilijk voor
volwassenen." (lacht) Timmers benadrukt
het belang van voorlezen: "Voor die jonge kinderen is het een eerste
kennismaking met verhalen en beelden, verbeelding is zo belangrijk in hun
ontwikkeling. Voorlezen gaat ook niet enkel over het verhaal op zich, maar
ook over de aandacht die je je kind geeft, over samen kunnen lachen. Het zijn
de mooiste mails die ik krijg: ouders die me bedanken voor de mooie uren die
ze dankzij mijn boeken met hun kinderen spendeerden." Zelf las hij
dagelijks aan zijn twee dochters voor, soms als testpubliek voor zijn eigen
dummy's. Het bewijst zijn punt: "Intussen zijn ze 14 en 17, het zijn
echte lezers geworden, ze zijn allebei erg talig." Van 2D naar 3D Timmers doet alles zelf: het verhaal bedenken, eventueel tekst
schrijven en vervolgens de beelden uitwerken, manueel met acrylverf. Eerst
werkte hij vooral in opdracht, als illustrator voor onder meer Humo, Knack en De Morgen en
tekende hij jeugdboekencovers en advertenties. Tot in 2000 Blij met mij verscheen, zijn allereerste boek waarvoor
hij ook het verhaal schreef en hem meteen een Boekenpluim opleverde. Een
nieuwe start, vanaf dat moment ging hij inhoudelijk zelf bepalen wat hij
tekende. Vijf jaar later publiceerde hij Wie rijdt?, het eerste prentenboek
dat ook op de Engelstalige markt uitgegeven werd. Intussen worden zijn boeken
in 25 talen vertaald. Als tiener al tekende hij stripverhalen, maar die lange verhalen
gingen hem snel vervelen. Vandaag is elk boek een experiment, nooit maakte
hij een vervolgverhaal of een reeks. "Ik ben telkens op zoek naar nieuwe
technieken, naar een nieuwe uitdaging." Bewegend beeld bijvoorbeeld. Vorig jaar zond Ketnet
het eerste seizoen van de tekenfilm Ziggy & The
Zootram uit, naar een idee van Timmers. Het tweede
seizoen volgt begin volgend jaar. Bovendien werkt hij samen met een Iers
productieteam aan een kortfilm van Meneer René (2011). Een stop-motion
animatie als teaser voor een volwaardige
langspeler. Dus worden er van zijn 2D-tekeningen nu 3D-popjes gemaakt.
Daarvoor werkt hij samen met Marina Ralph, die ook de figuren voor Wes
Andersons Isle Of Dogs
maakte. Topniveau dus, en toch heeft Timmers het moeilijk om los te laten. "Ik sta zo dicht bij mijn werk, bij zo'n productie kunnen de
goeie ideeën bijna van niemand anders dan van mij komen." (lacht) |