SCHOOLFEESTEN in RINKRANK Op de schooljaarkalender staan 13,
soms 14 feesten en al die feesten hebben te maken met de jaarkring. De meeste
van die feesten hebben een christelijke betekenis maar zijn van oorsprong
natuurfeesten en als dusdanig veel ouder dan de christelijke feesten. Ze
kunnen dus door iedereen gevierd worden, of men nu christelijk is of niet. Op school zijn het in de eerste
plaats pedagogische feesten en ze worden steeds met de hele schoolgemeenschap
gevierd: kleuters, kinderen van de lagere school, leraren, ouders,
grootouders, familieleden, vrienden, kennissen en buren. Deze feesten zijn belangrijk: Het zijn grote ankerpunten in de
loop van het jaar. Dankzij die feesten ontstaat er een duidelijk ritme in de
jaargang. Voor kleine kinderen is dat een waardevol houvast. De tijd krijgt
er structuur door. In de klassen wordt er steeds naar een feest toe gewerkt.
En stilaan worden de kinderen zich bewust van de tijd en de opeenvolging van
de feesten. Bijvoorbeeld: Als het herfstfeest
gedaan is, beginnen we stilaan de liederen voor het volgende feest (Sint-Maarten)
te oefenen. Dankzij die liederen weten de kinderen al welk feest er zit aan
te komen. Dan komt het verhaal over Sint- Maarten. Vervolgens komen de
knutselwerkjes (lantaarns) tevoorschijn, sommige klassen beginnen het
toneelstuk te oefenen en de muziek wordt afgewerkt. Ten slotte is het grote
moment van het feest daar, het is het hoogtepunt. Maar de voorbereiding is in
feite veel belangrijker dan het feest zelf. Deze feesten zijn toonmomenten.
Omdat elk feest een pedagogische inhoud heeft, is er ook steeds een grote
inbreng van kinderen en leerkrachten. Omdat het kunstzinnige de basis is van
deze pedagogie zijn al deze toonmomenten ook kunstzinnig: koor, orkest,
toneel, verhaal, theater, poppenspel ... zijn mogelijke ingrediënten van het
feest. Waarom kunstzinnig? Omdat in het kunstzinnige
ieder kind zichzelf kan uiten. Ieder heeft wel op een of ander vlak een gave
en dankzij zang, muziek, toneel, knutselen, schilderen, tekenen, dansen kan
ieder zichzelf zijn en zich tonen. Het kunstzinnige is de meest directe weg
om gedifferentieerd te werken. Elk feest is een sociale
activiteit. De hele schoolgemeenschap is daarbij verbonden. De inbreng van de
ouders is dan ook groot. Samen plannen, samen versieren, samen aan tafel.
Daarom is er bij elk feest ook een culinair aspect. Feesten zonder eten en
drinken bestaan niet. Bijvoorbeeld het herfstfeest:
ouders van bepaalde klassen versieren de zaal met herfsttakken en vruchten.
Ouders van andere klassen krijgen bak- of kookopdrachten voor de 'tafel
van overvloed'. Iedere ouder kan zijn vaardigheden tonen: koude schotels,
soepen, noten- en vruchtentaarten en cakes. Het herfstfeest is een culinair
hoogtepunt, want de herfst schenkt overvloed. Ook dat maakt een diepe indruk
op de kinderen. Twee uitgangspunten staan bij elk
feest voorop: natuur en christelijke impact. De natuur omdat elk feest
in oorsprong een natuurfeest is. Er zijn dus elementen van oude
voorchristelijke culturen aanwezig. Christelijk omdat we nu eenmaal in dit
land een christelijke erfenis hebben, het behoort tot onze eigen cultuur. Bijvoorbeeld het pinksterfeest is
duidelijk een lentefeest met meiboom en reidansen en een overvloed aan
bloemen. Dat is het natuuraspect van dit feest. Het christelijke aspect komt
tot uitdrukking in het talenfeest dat daarbij hoort want de apostelen spraken
in 'talen' zoals Lukas vertelt in De handelingen van de apostelen. Het
christelijke ligt er echter niet vingerdik op, het is eerder een
inspiratiebron voor de inhoud van het feest. Elk feest is drieledig in zijn
opzet INHOUDELIJK-PEDAGOGISCH: een verhaal (bijvoorbeeld een
stapelverhaal met Lichtmis), een toneelstuk (bijvoorbeeld een legende ter
gelegenheid van het herfstfeest), een poppenspel of een ander spel
(bijvoorbeeld een schimmenspel bij Sint-Maarten). Elk feest is ruim omkaderd
met zang en instrumentale muziek door de kinderen. Dit is de belangrijkste
pedagogische inbreng bij elk feest. Het is ook het meest beschouwelijke deel
van het feest. ACTIVITEIT: een wandeling (bijvoorbeeld de
lantaarntocht bij Sint-Maarten), vliegeren
tijdens het herfstfeest, volksspelen bij het midzomerfeest. Zo komen
we in beweging. We zetten de ledematen in werking. Het aspect DOEN is hier de
hoofdzaak. CULINAIR: bijvoorbeeld het herfstbuffet bij
het herfstfeest, pannenkoeken met Lichtmis, groenten en dipsausjes bij het
pinksterfeest, aardbeien en ijs bij het midzomerfeest, paasbrunch bij het
palmpasenfeest. Dit is het meest sociale element in elk feest. De buik wordt
hier het meest aangesproken, en daardoor ook ons gevoelsleven. Wie verzadigd
is ervaart een soort geluksgevoel. En dat hoort toch zéker op een feest. Dankzij de drieledige aanpak kunnen
we telkens de hele mens bij elk feest betrekken. Tot slot mogen we niet vergeten dat
elk feest mooi moet zijn. En dat is dan weer het religieuze element in elk
feest. Schoonheid geeft ons de meest religieuze ervaring. En dat is de rode
draad doorheen elk feest. Hierdoor stimuleren we eerbied en respect en dat
werkt door in de hele pedagogie en in de ontwikkeling van elk kind. Ook belangrijk: Elk feest wordt door de hele
schoolgemeenschap gevierd, van de kleinste kleuter tot de grootste
zesdeklasser, dikwijls ook nog met oud-leerlingen. Ouders, grootouders, vrienden,
kennissen en buren mogen aan elk feest deelnemen. ------------------------------------------------------------------------------------------------------ DE SCHOOLFEESTEN IN DE LOOP VAN EEN
SCHOOLJAAR DE EERSTE SCHOOLDAG Feestelijke verwelkoming van de
kinderen en samenzang. Twee korte verhalen (keuze uit de
verhalen die in de cultuurbeschouwing van 3e-4e klas en 5e-6e klas aan bod
komen) De nieuwe eersteklassers worden in
de bloemetjes gezet. Verhaal door de leerkracht van de
eerste klas: een sprookje, bij voorkeur van Grimm. Poppenspel door de kleuterleidsters Samenzang
De eerste
schooldag van het schooljaar 2005-2006 HET HERFSTFEEST Op de eerste vrijdag van oktober,
in samenhang met het feest van Sint-Franciscus Samenzang Toneelspel door de kinderen van de
2e klas Concert door kinderen van de 4e, 5e
en 6e klas Verhaal door een leerkracht Concert door beroepsmusici Middagmaal klaargemaakt door de
ouders onder het thema: de Hoorn des Overvloeds Vliegeren met tussendoor cake,
taart enz.
HET SINT-MAARTENFEEST (40 dagen voor Kerstmis)
Op 10 november, de avond voor de
feestdag van Sint-Maarten. Het is het eerste winterfeest. Voor de kinderen van de lagere
school is dit de 'langste schooldag van het jaar', want ze blijven van 's morgens tot 's avonds laat op
school. Om 17 uur begint het feest: Samenzang Schimmenspel Samenzang Lantaarnstoet doorheen de velden Sint-Maartensvuur met soep, warme
wijn (voor de ouders) en rozijnenbrood. Met veel muziek en zang door kinderen, leerkrachten en
ouders.
ADVENT Elke ochtend in de advent vanaf
8.15 uur tot 9.00 uur: Verzamelen bij de vuurmand op de
speelplaats (die in een speciaal adventskleedje is gestoken met sparren,
dennen en versieringen). Bij het vuur musiceren ouders,
leerkrachten en kinderen: adventsliederen en kerstliederen. De kinderen krijgen warme chocolademelk,
de ouders krijgen koffie of thee.
SINTERKLAAS Het 'heiligste' feest van het jaar. De zaal wordt verlicht met
tientallen kaarsjes. Samenzang. Sinterklaas en Zwarte Piet komen
binnen. Samenzang. Sinterklaas vertelt het verhaal. Zwarte Piet beeldt het verhaal uit
en speelt tussendoor een klein theaterstukje. De kinderen geven geschenken aan
Sinterklaas (tekeningen, knutselwerkjes enz.). Concert door de kinderen van 4e, 5e
en 6e klas. Sinterklaas en Zwarte Piet gaan
weg. Samenzang. Naar de klassen, waar overal de
geschenken van Sint en Piet staan uitgestald. Bij die geschenken liggen ook
de 'mikmannen', die 's ochtends vroeg door kinderen van de zesde klas zijn
gebakken.
KERSTMIS Een feest in twee delen:
Deel 1: Op een avond in de week
voorafgaand aan de kerstvakantie speelt de zesde klas het middeleeuwse
kerstspel uit Oberufer. Concert kerstmuziek door enkele
kinderen. Na afloop: soep. Deel 2: De laatste dag voor de
kerstvakantie: Alle kinderen verzamelen in de
zaal, het feest begint met samenzang en aansteken van kaarsjes bij de kribbe. Toneel door de kinderen van de
eerste klas met instrumentale begeleiding door de kinderen van de tweede
klas. Kerstconcert door de kinderen van
4e en 5e klas. Toneel door de kinderen van de
derde klas. Samenzang. Receptie door de Ouderraad: warme
chocolademelk, warme witte gekruide wijn voor de ouders en cake enz.
DRIEKONINGEN Dit feest wordt alleen gevierd als
het na de kerstvakantie valt. In elke klas is er 's middags een
driekoningentaart. De kinderen trekken in groepen (per
klas of andere samenstellingen) langs de huizen om er te gaan zingen en de
mensen een gelukkig nieuwjaar te wensen. Het is niet de bedoeling om geld op
te halen.
LICHTMIS (40 dagen na Kerstmis, 2 februari
= pannenkoekenfeest). Het 'omkeringsfeest' (het wordt 's
morgens gevierd in tegenstelling tot het Sint-Maartensfeest dat 's avonds
gevierd wordt). Alle kinderen brengen hun pop mee
naar school (herinnering aan Maria die het Jezuskindje meenam naar de
tempel). Een veldloop (herinnering aan het
Romeinse Lupercaliafeest, dat aan de basis ligt van
Lichtmis). Pannenkoeken (op voorhand gebakken
door de kinderen van de zesde klas). Lichtmisvuur (kerstboomverbranding).
Het wordt aangestoken door de zesdeklassers, die daarvoor fakkels hebben
gemaakt. Zij zorgen er ook voor dat ieder kind wat op het vuur mag gooien
(takjes van kerstbomen en
kerstgroen). Samenzang in de zaal, die omgebouwd
is tot een aula (verwijzing naar de Alma Mater - universiteit) met typische
lichtmisliederen: stapelliederen en ballades.
Verhaal door een leerkracht (stapelverhaal of kleutersprookje).
Samenzang.
CARNAVAL De vrijdag voor de krokusvakantie Het feest dat volledig door de
kinderen in elkaar gestoken wordt. In de voormiddag is er in elke
afdeling (kleuterschool - onderbouw lagere school - bovenbouw lagere school)
een eigen programma. Tussendoor helpen de kinderen mee met
het bakken van de pruimentaartjes. 's Namiddags: Samenzang in de zaal. De kinderen brengen hun sketches,
toneeltjes, dansjes enz.., afgewisseld met samenzang. Kleuterklas: elke klas brengt een
kinderdansje. Eerste en tweede klas brengen ook elk een
kinderdans. Derde tot en met zesde klas: kleine
groepjes (klasoverschrijdend) brengen eigen stukjes die in de loop van de
voorafgaande dagen zijn gemaakt en ingeoefend.
PALMPASEN Op de zondag het dichtst bij 21
maart (begin van de lente), meestal 1 week voor de paasvakantie. In de kerk van Kalmthout, in de
voormiddag. Samenzang. Palmpasenconcert door kinderen
(alle klassen in verschillende combinaties) afgewisseld met ouders. Samenzang. Palmpasenstoet: alle kinderen en
ouders trekken door de velden van de kerk naar de school met versierde
palmpasenstokken. Op school: paasontbijt, verzorgd
door de Ouderraad. Uitdelen van paaseieren.
PASEN Op de vrijdag voor de paasvakantie,
's namiddags. Samenzang Verhaal door een leerkracht Samenzang Toneel door de vierde klas. Samenzang PINKSTEREN Op de vrijdagnamiddag voor
Pinksteren. In de zaal: De kinderen van 4e, 5e en 6e klas spelen
nationale hymnen en muziek uit verschillende landen. Samenzang. De schoolrijpe kleuters komen op
het podium en worden een voor een voorgesteld. Zij zijn de pinksterbruiden en
-bruidegoms). Samenzang Verhaal in een vreemde taal, door
een leerkracht, of een ouder of een gastspreker. Kwamen al aan bod: Frans,
Engels, Duits, Portugees, Zwitsers-Duits, Chinees, Spaans. Andere talen komen
aan bod naargelang er ouders of kennissen zijn die de taal beheersen.
Volgende keer: Arabisch. Samenzang. Op de weide: De schoolrijpe kleuters gaan onder
feestelijk versierde bogen van de zaal naar de weide, waar een podium voor
hen staat. De meiboom wordt rechtgezet door de
kinderen van de zesde klas. Volksdansen: Elke klas brengt een
volksdans. De instrumentale begeleiding wordt verzorgd door kinderen, ouders
en leerkrachten. De Ouderraad biedt tot slot frisse,
jonge groente aan met dipsausjes.
MIDZOMER Op de vrijdag, het dichtst bij 24
juni (Sint Jan) in tegenstelling tot het Kerstfeest dat op 24 december
(Kerstavond) wordt gevierd. Het feest begint 's morgens en
duurt de hele schooldag, voor de vijfde en zesde klas zelfs nog de hele
daaropvolgende nacht. Samenzang. Toneel door de vijfde klas. Samenzang. Wandeling door de rozentuin (in de
vorm van 4 spiralen die de 4 seizoenen voorstellen). Al zingend en
musicerend. Grote rondedans (Rosa-dans) met
alle kinderen van de school. Paalklimmen. Middagmaal met zelfgebakken brood. Bellen blazen. Volksspelen. Touwtrekken. Vuursprong (met tussendoor
aardbeien). Zelfgemaakte papieren
luchtballonnen oplaten. Ballonnenwedstrijd. IJsjes. Om 23.00 uur komen kinderen van 5e
en 6e klas (en ouders die mee willen gaan) weer naar school voor een
nachtwandeling tot 's morgens 06.00 uur.
Einde met Sint-Jansvuur en ontbijt
aangeboden door enkele ouders.
TONEEL ZESDE KLAS
Op een avond in de loop van de
laatste week van het schooljaar. De kinderen brengen een toneelstuk dat
speciaal voor hen werd geschreven. Meestal wordt het onderwerp daarvoor
gekozen uit de mythologieën. LAATSTE SCHOOLDAG Op de speelplaats (bij mooi weer)
groot toneelspel door de kinderen van 1e, 2e en 3e klas. Uitreiking van rapporten en
getuigschriften Receptie aangeboden door de
Ouderraad.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|