RINKRANK

ADVENTSVIERINGEN

 

Er is een tijd geweest dat met Sint-Maarten de advent begon. Dat hield verband met het heilige getal 40. Sint-Maarten viel namelijk veertig dagen voor Kerstmis en in analogie met de echte vastentijd die veertig dagen voor Pasen aanvangt, werd de tijd tussen Sint-Maarten en Kerstmis de Sint-Maartensvasten of Kleine Vasten of Advent genoemd. Daar hing dan ook mee samen dat met Sint-Maarten het nieuwe (kerkelijke) jaar begon.

 

De Sint-Maartenstijd werd van oudsher gekenmerkt door uitbundige eet- en drinkgelagen. Dat was niet zo verwonderlijk aangezien de slachttijd in november viel en er dus overvloed was. Het was dan ook de tijd van het jaar dat de gilden en verenigingen hun jaarlijkse teerfeesten hielden. Dat laatste is nog niet helemaal verloren gegaan, al beperken vele verenigingen die teerfeesten tot een mosselsouper. Waarbij dan wel rijkelijk bier of wijn gedronken wordt.

 

Thanksgiving Day, op de vierde donderdag van november, is een feest dat ook al in deze tijd van het jaar valt en dat vooral in Amerika een rijke traditie heeft ontwikkeld. Het is van oorsprong een oogstdankfeest, een herdenking van de eerste oogst die de Pilgrim Fathers binnenhaalden. 

 

Sint-Cecilia (22 november) is verbonden met de feestdag van de muzikanten. Dat wil dus zeggen dat alle fanfares, harmonieën en andere muzikale verenigingen rond deze datum hun teerfeest houden. Het volgende lied, dat zeer goed weergeeft waar het hem om te doen is, klonk eertijds in elk kerkkoor, harmonie, fanfare en elk zich respecterend muzikaal ensemble:

 

Gildebroeders maakt plezieren,

Met muziek vroeg ende laat !

Laat ons nu de jaarfeest vieren

Van de maagd Cecilia !

Zingt, speelt ter ere van dees maagd,

la sol fa mi re ut,

fa sol la, Cecilia.

Broeders, wijl de snaren klinken,

Mag er niet vergeten zijn,

Eens op ‘‘t goed succes te drinken,

Een gelaasken bier of wijn !

 

Amper zijn de feesten rond Cecilia verstild of daar klopt op 25 november Sint-Catharina aan. Zij is de patrones van de naaisters en sinds jaar en dag leggen de naaisters op die dag dan ook het werk neer en vieren hun feest zeer uitbundig. In Parijs was het een halve eeuw geleden een dag waarop de straten vol liepen met naaisters en naaistertjes uit de bekende modehuizen.

In onze streken klonk het volgende lied:

 

Wij komen al rond om Sinte Katrien,

Wij hadden zo geerne wat boekweitbloem

Wij zullen ze luisterrijk vieren

Al op een zalige maniere,

gelijk wij verleden jaar hebben gedaan,

Huis voor huis afgegaan,

Ter ere van Sinte Katriene!

 

Op 30 november is het de feestdag van Sint-Andries en je kan je wel voorstellen hoe de vissers en vishandelaars ter gelegenheid van het feest van hun patroon te keer gingen.

 

Dan komt Sint-Elooi, amper 1 dag nadat de vissers hun kater verdronken hebben. Voor hem feesten de smeden, de ijzerbewerkers, de hoefsmeden, de koperslagers, de loodgieters, de slotenmakers, de wapensmeden, de goudsmeden, de diamantslijpers, de uurwerkmakers, de landbouwers, de soldaten en de knechten.

 

Dan volgt Sint-Barbara, die de patroonheilige is van de mijnwerkers. Dus die ook aan het feesten.

 

Sinterklaas komt twee dagen na Sint-Barbara de kinderen blij maken, zodat die ook een feest hebben.

Bij de aanvang van de advent is er ook nog een feest, waar de kinderen bijzonder geboeid naar uitkijken: Sinterklaas. In rood en goud gekleed komt hij naar de kinderen om hen geschenken te geven. Maar Sinterklaas is niet alleen de heilige man die geschenken brengt, hij komt ook iets halen. Hij komt de dankbaarheid van de kinderen halen om daarmee de komst van het kerstekind voor te bereiden.

Om die reden vieren we het sinterklaasfeest in Rinkrank op een totaal andere manier dan in het reguliere onderwijs. In Rinkrank is de Sint niet de figuur die plots de deur opengooit en koekjes en snoep in het wilde weg rondstrooit. Hij is niet die enigszins carnavaleske figuur omringd met uitgelaten Zwarte Pieten die de kinderen angst inboezemen. Hij is nu een eerbiedwaardige grijsaard, van wie goedheid en heiligheid afstralen. Hij is de man die de ouders en de volwassenen inspireert om de kinderen met goedheid te omringen en dat tastbaar te tonen onder de vorm van geschenken. Het sinterklaasfeest is dan ook een zeer ingetogen feest, dat al volledig de sfeer van de kersttijd ademt. Het is een sfeer zoals die vroeger nog in de kerken te vinden was.

Maar waar een heilige sfeer hangt, moet ook plaats zijn voor luim en ontspanning, en dat brengt Zwarte Piet; kort en eenvoudig, zodat hij voor de kinderen niet langer de boeman is. Hij is eerder de figuur die de volwassene nog eens even op zijn plichten komt wijzen, maar dan zo, dat de kinderen er plezier aan beleven.

 

In feite is de goede Sint zowat de laatste in de rij om iemand een feest te bezorgen, al komt er na hem toch nog iemand met lichtjes aandragen: Sint-Lucia.

 

Je ziet het, de vasten tussen Sint-Maarten en Kerstmis is niet echt wat je een vasten kan noemen. Het is het ene feest na het andere. Echt ingetogen zijn die donkere dagen voor Kerstmis niet bepaald, het lijkt eerder het tegendeel.

 

Wij kennen het kerstfeest, als laatste in de rij van de winterfeesten, als een ingetogen feest. Weliswaar met heerlijke tafelgenoegens, maar toch, het blijft liefst binnen in huis. Maar dat is een eerder modern verschijnsel, dat samen met ‘‘Stille Nacht, Heilige Nacht'' in onze samenleving is doorgedrongen.

 

Er zijn tijden geweest dat Kerstmis een bijzonder uitbundig feest was. Een afspiegeling daarvan vinden we nu in onze manier van Nieuwjaar vieren: knallend vuurwerk en iedereen naar buiten de straat op. Zo was het vroeger ook: tussen Sint-Maarten en Kerstmis zat men niet steeds gezellig binnen bij de haard - dat is romantiek à la Conscience - maar nam men even ijverig aan het sociale buiten-leven deel als op andere momenten van het jaar. Zo beleefden de mensen en ook de kinderen de seizoenen. Men voelde de koude, men schaatste als het vroor, men ging baantje glijden op ijs en sneeuw, en zo meer. Neen, men zat niet binnen in de ‘‘gezellige'' huiselijke kring, men was buiten. Actief. Vrolijk. Uitbundig.

 

Iets daarvan wilde ik weer wakker maken door in Rinkrank in deze donkerste dagen van het jaar naar buiten te komen. Niet haastig van de warme auto naar binnen in de warme klas. Neen, eerst buiten de koude ervaren, opwarmen bij het vuur, spelen als op andere dagen en blozende, gezonde kaken krijgen. Ook het licht ervaren, het daagt pas rond acht uur. En mag dat in die drie vier donkerste weken van het jaar wat feestelijk zijn ? Toch wel zeker, wat koffie en warme thee erbij, dan kunnen ook de ouders meedoen. En met elkaar praten. En misschien mee muziek maken. Of gewoon maar wat in het vuur staren en de koude wind in de nek voelen. Maar warm in het gezicht en warm binnenin. Zo wil Advent in Rinkrank ook het sociale aspect wakker en levendig houden. Het is toch maar pas in deze sociale context dat een kerstfeest zinvol kan zijn. Want op de kortste dag van het jaar wordt hij geboren die de mensen tot elkaar brengt. Bereid zijn komst dan ook voor. Wij, in Rinkrank, doen het op deze, onze manier.

 

Advent begint niet meer met het feest van Sint-Maarten. Advent begint nu reeds sinds lang op de vierde zondag vóór Kerstmis en deze zondag is dan tevens de eerste dag van het nieuwe kerkelijke jaar. In de Oosterse Kerken is de veertigdaagse advent (of vasten) wel behouden gebleven.

 


 

Enkele foto's uit de adventsvieringen van december 2004