RINKRANK

LICHAMELIJKE OPVOEDING

 

 

 

Vanaf de kleinste kleuters tot de grootste zesdeklassers wordt er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van een goede motoriek. Dat gebeurt niet alleen in de lessen LO, maar is een voortdurende zorg doorheen alle facetten van het schoolleven. Daarom zijn er veel bewegingsmomenten ingebouwd in de pedagogische aanpak van Rinkrank.

 

Naast de dagelijkse bewegingsmogelijkheden zijn er dan nog dans, zwemmen en LO.

Elke klas - in de kleuterklassen worden de groepen gesplitst - heeft minimaal één lesuur specifiek LO; daarnaast is er veel mogelijkheid tot sport: lopen, voetballen, atletieknamiddagen, tennissen, schaatsen, sportdagen, volksspelen enz.

 

Sommige activiteiten geven ook gelegenheid tot extra sportieve aanpak. Denk maar aan toneelspelen, waar heel wat beweging komt bij kijken; aan de schoolfeesten waar steeds een deel van het programma op beweging is gefocust; aan rekenlessen waar de kinderen voortdurend in beweging worden gezet.

 

De lessen ritmiek in de onderbouwklassen van de lagere school zorgen voor dagelijkse gerichte beweging. Ritmiek is in die zin een facet van LO.

 

Volksdansen gebeurt zowel spontaan, als bij de aanvang van elke turnles, als in voorbereiding op bepaalde schoolfeesten.

 

Nu en dan trekken klassen erop uit voor een stevige wandeling op de heide.

 

Tijdens de meerdaagse bos- of zeeklassen is de belangrijkste activiteit: wandelen. Niet alleen omwille van de beweging, maar ook omwille van het sociale aspect dat daarmee samen hangt.

 

De zesdeklassers lopen minstens tweemaal per week een parcours van 2 km.

 

De weg naar het zwembad is 2 km lang. Heen en terug stappen kinderen van vierde, vijfde en zesde klas dus 4 km in een flink tempo.

 

1 lesuur LO per week lijkt op zich weinig, maar gezien het feit dat er zoveel andere mogelijkheden tot gerichte beweging voorhanden zijn, is het totale pakket goed gevuld.