https://www.cielen.eu |
HERHALINGSOEFENINGEN
4e KLAS (schriftelijk)
Luc Cielen |
Dit zijn voorbeelden van herhalingsoefeningen die je kunt inlassen
tussen de andere opgaven in taal- en rekenperiodes. Sommen
voor hoofdrekenen.
Steeds de vier hoofdbewerkingen door elkaar. Zo mogelijk zorgen voor een
tweede laag in de uitkomsten Bijvoorbeeld: Eerste
reeks van 4 sommen (boven links): de uitkomsten zijn 10 15 20 25. Dit zijn opeenvolgende getallen uit
de tafel van 5. Tweede
reeks sommen (boven rechts): de uitkomsten zijn: 39 21 7 18. De uitkomst is steeds het getal
waarmee de volgende opgave begint. De laatste uitkomst = het eerste getal. Derde
reeks sommen (onder links): de uitkomsten zijn 80 83 82 81. De getallen volgen elkaar op, maar
niet perfect. 80 staat bovenaan in de plaats van onderaan. Vierde
reeks sommen (onder rechts): de uitkomsten zijn 12 12 12 11. Steeds dezelfde uitkomst, behalve
de laatste. De
klok lezen Tekening van analoge klok laten
schrijven als uur en minuten (nog geen seconden) Uur en minuten opgeven en laten
tekenen als analoge klok Tekening van digitale klok geven
en laten tekenen als analoge klok Tekening van analoge klok laten
omzetten in digitale klok Herhaling
van de tafels Maaltafelvierkant Deeltafelvierkant
Tellen
aan de hand van verpakte voorwerpen (Speciaal voor kinderen die het nog
moeilijk hebben met de tafels). In doe-het-zelfzaken vind je vrij goedkoop
voldoende materiaal om de rijen van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 te
oefenen. Voor de getallenrij van 2
bijvoorbeeld zakjes met bouten (als je 10 zakjes hebt, kun je de kinderen
heel goed de getallenrij van 2 laten oefenen tot 20). Ik gebruik voor elke
getallenrij (tafel) heel specifieke materialen die erg verschillend zijn,
zodat de kinderen aan de hand van het materiaal al onmiddellijk de
betreffende tafel of getallenrij herkennen. Voorbeelden van telmateriaal: Tafel van 2
tafel
van 3 tafel
van 4 tafel
van 6 tafel van 7
tafel van
8 Tafel
van 9. De tafel van 7 kun je bijvoorbeeld
op deze manier oefenen: 28 dagen =
weken 70 dagen =
weken De tafel van 4 kun je bijvoorbeeld
op deze manier oefenen: 12 seizoenen =
jaar 36 seizoenen =
jaar De tafel van 11 kun je bijvoorbeeld
op deze manier oefenen: 33 voetballers =
ploegen De tafel van 12 kun je bijvoorbeeld
op deze manier oefenen: 24 maanden =
jaar De tafel van 6 kun bijvoorbeeld op
deze manier oefenen: 36 eieren verpakt in
doosjes van 6 =
6 doosjes Dicteer 6 woorden van 7 letters en
vraag daarna: Hoeveel letters heb je geschreven? Even
en oneven getallen oefenen
aan de hand van huisnummers in een straat; oefenen
aan de hand van bladzijden in een boek. Aftrekken een
willekeurig boek nemen en jaar van uitgave opzoeken. Hoe lang is het geleden?
het
aantal bladzijden van 2 boeken vergelijken: wat is het verschil? Tijdverschil: het is nu
(bijvoorbeeld) 13 uur. Om 16 uur kom ik thuis. Hoe lang is dat nog? Geboortedatum en sterfdatum van
bekend persoon (of van familielid of van leerkrachten of kinderen of ouders enz. ): hoe oud is hij/zij geworden? Hoeveel bladzijden heb ik gelezen
(of moet ik lezen) als ik van blz 85 tot 125 heb
gelezen? Trek steeds 3 (bijvoorbeeld) af. Begin
bijvoorbeeld bij 102. Dat wordt dan: 102 → 99 → 96 → 93
→ enz. Ken je de hoogste bergen van de
wereld? Hoe groot is het verschil in hoogte tussen
en
(kan ook voor
gebouwen enz.) Kijk op de kilometerteller van de
fiets, moto of auto. Noteer de beginstand als je thuis vertrekt en de
eindstand als je op school aankomt. Wat is het verschil? (= wat is de afstand
thuis school). Wat is het leeftijdsverschil tussen
de leerkracht en een kind? Tussen kind en vader of moeder enz. Een boek kost 21 euro, maar je
krijgt 3 euro korting. Hoeveel betaal je voor het boek? Optellen steeds
eenzelfde getal (bv. 8) bijtellen. beginnen bij
(bijvoorbeeld) 9. Dat wordt: 9 → 17 → 25 →
33 → enz.. Hoe oud zijn alle jongens
(meisjes) van de klas samen? Hoe oud is de hele klas samen? Welke klas van de school is het
oudste? Kassabonnetjes en facturen optellen
(controleren of de winkel geen fouten heeft gemaakt). Doen: 8 stappen naar voren, 2 naar
links, 3 naar achteren, 7 naar rechts. Hoeveel stappen in totaal? Wereldoriλntatie
en rekenen Hoeveel dagen in januari, enz
. Hoeveel dagen hebben januari,
februari en maart samen? Hoeveel dagen telt de
zomervakantie? Hoeveel stappen zet je van de poort
van de school tot aan de deur van de klas? Vergelijk het aantal stappen met
het aantal stappen van iemand anders. Vermenigvuldigen Ik heb 3 stukken van 2 euro.
Hoeveel euro heb ik? Ik heb 5 briefjes van 5 euro.
Hoeveel euro heb ik? Ik heb 3 briefjes van 5 euro en 4
muntstukken van 2 euro. Hoeveel euro heb ik? Verdubbelen Het dubbel van 7 = ; het dubbel van het
dubbel van 6 = ; ga
steeds voort met verdubbelen. Begin bij 1, of begin bij 3 of 5 enz.; zet het
dubbel om in een tafel van 2 en in een optelling. Bijvoorbeeld: Het dubbel van 6 = 6
x 2 = 6 + 6 = 12; het
dubbel van de helft van 12 = ; Halveren De helft van 8= ; de helft
van de helft van 8 = ; de helft
van 12 = 12 : 2 = 6; steeds
halveren: 24 → 12 → 6 → 3 →
(wie verder kan, mag
dat doen); de helft
van het dubbel van 8 = . Taalkundige
ontleding en rekenen De woordsoorten aanduiden. Bijvoorbeeld: acht
en twaalf is twintig; acht:
telwoord (bepaald hoofdtelwoord); en: voegwoord; twaalf: telwoord (bepaald hoofdtelwoord); is: werkwoord zijn (aanvullen met stamtijden enz.); twintig: telwoord (bepaald hoofdtelwoord); |
|
https://www.cielen.eu |
|