NIBELUNGEN

Luc Cielen

geschreven voor de 6e klas in De Wingerd 1989

 

Printvriendelijke versie

 

Personages Sigurd
Brynhild
Gudrun
Grimhild
Gunnar
Regin
Odin
Hogni
Giuki
Guttorm
Wala
Budli
Budli's zoon
Budli's dochter
Vogels
Runen
Hofdame van Brynhild
Hofdame van Gudrun
 
Wala In lang vervlogen tijden
verwekte Odin
op aarde een zoon. 
Koninklijk was zijn aard, 
Volsung was zijn naam. 
Onder de machtige eik, 
de wijdvermaarde Barnstok,
bouwde hij zijn burcht. 
Sigmund, zijn zoon,
ontkwam het noodlot
dat de Gotenkoning
over Volsungs geslacht voltrok. 
maar zelf stierf hij
en Odins zwaard brak.
 
Sigurd, zoon van Sigmund, 
kwam toen ter wereld
en Elf de Viking, 
voedde hem op. 
Regin, de dwerg
was zijn meester 
in wijsheid en in wapenkunst. 
 
Sigurd Welke taak moet ik op mij nemen? 
Wat wordt er van mij verwacht? 
Welke daden moet ik volbrengen? 
 
Regin Ik zal je vragen beantwoorden,
maar niet zoals je verwacht. 
Luister naar mijn verhaal. 
Mijn vader Hreidmar had drie zonen:
Fafnir, Otter en Regin. 
Otter werd gedood door Loki
terwijl hij zwom in de rivier. 
Mijn vader eiste toen als losgeld
zo veel goud 
dat de huid van Otter
er helemaal mee gevuld was. 
Maar Fafnir werd verblind
door die grote schat 
en doodde zijn vader. 
Sindsdien vreest hij
dat ik de schat zal stelen. 
Dag en nacht waakt hij erover
op de Glinsterende Heuvel. 
Van hebzucht
is hij veranderd in een draak. 
 
Dit zwaard, Sigurd,
het gebroken zwaard van Odin,
heb ik voor jou gesmeed. 
ik weet dat het mij bedreigt, 
maar dit moet je doen:
Dood de draak. 
Je roem zal onsterfelijk zijn, 
ieder zal je noemen:
Sigurd de drakendoder. 
 
Odin Luister,
wie draken wil verslaan
moet eerst het pad zoeken
van de slaapplaats naar de bron
waaruit zij dagelijks drinken. 
en hij moet bedenken
dat hun huid
slechts daar kwetsbaar is
waar zij voortglijdt
over het pad. 
 
Wala Zo sprak Odin, de wijze god. 
En Sigurd deed zoals Odin zei:
Hij groef zich in 
op het pad van de draak
en stoote Gram
in de weke buik. 
Maar Regin eist wraak
nu Sigurd zijn broeder doodde. 
 
Regin Je hebt mijn broer gedood, 
daarom heb je schuld tegenover mij. 
Ik heb recht op je leven. 
Maar, al ben ik wapensmid, 
de wapens hanteer ik niet. 
Je leven zal ik sparen, 
maar vóór ik je laat gaan
eis ik van jou: 
Laat mij drinken van Fafnirs bloed. 
Braad zijn hart
en geef het mij!
 
Sigurd Ik ben schuldig tegenover jou
omdat ik Fafnir dooddde. 
ik zal zijn hart uitsnijden
en het je te eten geven. 
 
Regin Breng het me
zodra het gebraden is. 
 
Vogels Sigurd!
Sigurd!
Sigurd moet op zijn hoede zijn.
De oude, gerimpelde dwerg,
Regin is zijn naam, 
wil Sigurd doden. 
Regin wil wraak!
Regin wil je doden. 
En al het goud
wil hij nemen. 
Met niemand wil hij delen. 
Hebzucht overmeestert hem. 
Hij wil doden om het bezit van de schat. 
Wees op je hoede, Sigurd!
Regin wil je doden!
Dwaas is Regin!
 
Sigurd moet hem doden!
Sigurd moet hem slaan
met Gram het zwaard, 
dat Regin smeedde. 
 
Dood Regin!
 
Eet zelf het hart, 
het hart van Fafnir!
Eet Sigurd, 
drink het bloed. 
Moed en kracht
zal het schenken. 
 
Rijden moet Sigurd, 
rijden naar Hindarfjal, 
de burcht in de vlammen, 
want daar slaapt Brynhild, 
de Walkure!
Ze sluimert
in de kring van vuur. 
 
Rijd, Sigurd, 
Rijd naar Hindarfjal. 
 
Bevrijd Brynhild
en maak haar wakker. 
 
Alleen Sigurd, 
de drakendoder
zal haar wekken!
 
Pas op, Sigurd,
wees op je hoede, Sigurd, 
Regin wil je doden!
 
Dood hem, Sigurd,
dood Regin,
de dwaze dwerg. 
 
Haast je Sigurd, 
haast je toch!
 
Regin komt!
 
Wala Sigurd de drakendoder
rijdt op Grani, 
Grijsvel, 
naar Hindarfjal. 
Grani draagt hem 
door de kring van vuur. 
 
Brynhild Wie sneed mijn pantser open? 
Wie wekte mij uit mijn slaap? 
Wie heeft mijn boeien verbroken? 
 
Sigurd Sigurd, zoon van Sigmund,
is mijn naam. 
Ik verbrak het pantser waarin jij sliep. 
 
Brynhild Lang heb ik geslapen. 
Odin dompelde mij in een diepe slaap, 
tot straf omdat ik ongehoorzaam was. 
Eens was ik
een onsterfelijke Walkure
die op het slagveld de helden liet sterven. 
Odin wilde dat Hel-Gunnar zou winnen
maar ik liet hem sterven
in zijn strijd tegen Agnar. 
Toen was Odin zo boos
dat hij mij het verblijf in Walhalla verbood. 
Hij veroordeelde mij
tot een sterfelijk leven. 
Eéns zou ik moeten trouwen. 
Ik antwoordde hem
dat ik slechts zou huwen met de man
die geen vrees kende. 
Toen bouwde Odin deze burcht, 
omringde ze met vlammen
zodat alleen de moedigste
onder de strijders
mij uit de slaap zou wekken. 
 
Drink het bier van de overwinning
want nu moet je kiezen: 
aan jou is de beslissing:
als je zwijgt ga je weg zonder mij, 
als je spreekt zal ik je vrouw zijn. 
 
Sigurd Ik ben geen lafaard 
en ik ontvlucht mijn keuze niet. 
Ik heb je gewekt uit de slaap, 
nu wil ik je liefde ontvangen. 
 
Brynhild Zo zal ik je volgen, 
al is het leven van een held kort
en voor een vrouw vol smart. 
Ik zie nu al hoe een rampspoedige vete
ons beiden omringt. 
 
Sigurd Andvaranaut, 
de ring die ik van Fafnir nam, 
zal ik je schenken
als teken van mijn trouw. 
Hij is krachtig
en houdt kwade bedoelingen ver. 
Hij is volmaakt als een god
en zal onze liefde onwankelbaar maken. 
Nog eerder zal de zon aan de hemel sterven, 
nog eerder zal de dag vol duister zijn
dan dat ik je ooit vergeet. 
 
Brynhild De zon zal niet meer schijnen, 
de dag in duisternis vergaan
als ik niet meer aan je denk. 
 
Sigurd Mijn zwaard moet ik voeren
in menig gevecht. 
In de strijd moet ik gaan
maar steeds zul jij in mijn gedachten zijn. 
 
Brynhild Ik zal op je wachten
in de burcht waar ik geboren ben, 
in Lynsdale, 
waar mijn broer regeert, 
Heimir, die door zijn volk
ten zeerste wordt geëerd. 
 
Maar vóór je weggaat, 
drink met mij
zodat de kracht van het bier, 
en de macht van de runen
je mogen beschermen. 
 
Runen Dit zijn de boekrunen,
dit zijn de bergrunen, 
de beste bierrunen, 
bekende krachtrunen
voor wie onvervalst
en onverstoord
ze zelf kan bezitten tot heil,
tot nut van wie ze verneemt,
tot de wereld van de goden vergaat. 
 
Dit raad ik ten eerste:
eer je vrienden
zonder valse zinnen; 
begeer geen wraak
al werd je gesmaad: 
dit noemt men nuttig om te doden. 
 
Dit raad ik ten tweede: 
dat geen eed jij zweert
wanneer die geen waarheid bevat.
Gestraft wordt bitter
wie breekt zijn woord. 
Wee, de geloftenwolf. 
 
Dit raad ik ten derde:
dat jij op het ding
niet twist als een domme dwaas; 
want een onwijs man
laat vaak zich ontgaan
gevaarlijker woord dan hij weet. 
 
Wala Sigurd rijdt op avonturen uit. 
Brynhild keert terug naar Lynsdale, 
de burcht van haar vader
waar Heimir koning is. 
 
In de burcht der Nibelungen
heeft Gudrun een kwade droom. 
Zij gaat daarom naar Brynhild
die haar droom zal verklaren
maar zelf het onheil ziet gebeuren. 
 
Grimhild Waarom kijk je zo somber, Gudrun?
Is er iets dat je verontrust
of voel je niet goed?
Zal ik een dokter voor je laten komen
en een kruidendrank voor je klaarmaken? 
 
Gudrun Ik had vannacht een droom
en de herinnering daaraan
jaagt me angst aan. 
 
Grimhild Vertel me je droom, 
misschien ben je dan van je angst verlost. 
 
Gudrun Ik zat bij de deur van de hal. 
Een valk kwam aangevlogen, 
hij had gouden veren. 
Hij vloog het huis in
en vloog naar één kant. 
Hij keek me met zijn scherpe ogen aan. 
Toen vloog hij op 
en zette zich op mijn knieën, 
maar ik had geen schrik voor hem,
nee, ik omarmde hem
en drukte hem tegen me aan
en hield van hem. 
 
Grimhild Een echte meisjesdroom!
Daarvan moet je geen angst hebben. 
Weet je wat het betekent? 
Een prins zal komen
en je ten huwelijk vragen. 
 
Gudrun Hoe weet je dat? 
 
Grimhild Ik weet wel meer
van wat voor anderen verborgen blijft. 
Maar wil je echt je zorgen kwijt, 
ga dan naar Lynsdale
de koninklijke burcht. 
daar leeft Brynhild
van wie men zegt
dat zij eens een Walkure was. 
Zij zal je droom verklaren. 
En zie dan
of ik je de waarheid heb gezegd. 
 
Budli Welkom aan mijn hof, 
edele Gudrun
uit het geslacht der Nibelungen. 
 
Gudrun Brynhild, ik wil je spreken
over een droom die ik had. 
Grimhild, mijn moeder, 
stuurt me naar jou
omdat jij de gave hebt
dromen te verklaren. 
 
Brynhild Vertel me de droom
die je ertoe aangezet heeft
een verre reis te maken
om van mij 
de verklaring te horen. 
 
Gudrun Een valk zag ik in mijn droom
die zich vleide aan mijn hart. 
Ik streelde hem
en was helemaal niet bevreesd. 
 
Brynhild Angst is hier niet nodig,
vreugde zal je vervullen: 
een groot koning zal je liefhebben
en jj zult zijn liefde beamen. 
 
Gudrun Maar de droom was nog niet gedaan, 
wat verder kwam, dat vervulde me met angst. 
Mijn borst was rood gekleurd, 
ik legde mijn hand erop
en ik zag dat ze bevlekt was met bloed. 
En de valk was verdwenen. 
 
Brynhild De koning zal je huwen
en je zult gelukkig zijn met hem. 
Maar dan komt de dag
waarop het zwaaard tegen hem geheven wordt
en hij zal sterven in je armen. 
Je zult in grote droefheid achterblijven, 
maar je zult je dagen met hem
met vreugde herinneren. 
Je droom vertelt me
dat je hem zult bezitten
van het begin tot het einde
en alleen jou zal hij beminnen. 
Maar ook zie ik
dat hij die dag
niet alléén zal sterven. 
 
Gudrun Maar nog was mijn droom niet gedaan:
Ik zat in de tuin, 
een hert kwam dichterbij; 
het legde zijn kop op mijn knie. 
En een koningin
die ik nog nooit had gezien
zat naast me. 
Toen werd het plots duister
en een hand bedekt met gouden ringen
stak het hert neer. 
Het bloed stroomde omlaag. 
Wolven liepen om me heen. 
Maar ik sprak tot hen
in een taal die ik niet kende
en ik noemde hen mijn vrienden. 
Ik riep op tot strijd en haat
en mijn hand was nat. 
 
Brynhild Ik kan je niets meer zeggen. 
Je zult liefhebben. 
Je zult je liefde ook verliezen. 
Oorlog en strijd zullen je deel zijn. 
Geniet van de vreugde
die je hier geschonken wordt
en vergeet de sombere toekomst. 
 
Wala Na vele heldendaden
komt Sigurd in Lynsdale. 
Maar zijn tijd is nog niet gekomen. 
Nieuwe heldendaden wachten hem. 
Op Grani, Grijsvel, rijdt hij
naar de burcht der Nibelungen. 
 
Dochter Zie hoe snel de zon beweegt
tussen bomen en rotsen. 
Vlug! Weg!
De zon komt hierheen!
 
Zoon Dat is de zon niet!
Véél stralender is dit. 
Het is Odin, 
of Baldur misschien!
 
Dochter en zoon Moeder!
Baldur komt!
 
Budli Ik hoor zijn paard
over de brug gaan. 
Open de poort!
 
Welkom, vreemdeling, 
kom binnen in Lynsdale, 
het hof van Heimir. 
Zeg me je naam en afkomst. 
 
Sigurd Ik ben afstammeling van koningen
uit het geslacht der Volsungs
waarvan men zegt dat het
van goddelijke afkomst is. 
Ik kom van de Glinsterende Heuvel
waar ik Fafnir de draak versloeg. 
Ik zocht je woning 
om er mijn bruid Brynhild te ontmoeten. 
 
Brynhild Niet vergeefs heb ik op je gewacht, 
maar ik vrees dat je leven van zwerven 
nog niet voorbij is. 
Je moet nog vele heldendaden verrichten
vóór ik je echt de mijne mag noemen. 
Maar ooit komt de dag
dat wij samen naar je land
zullen rijden
en ik naast je heersen zal
in de burcht onder de Barnstok. 
 
Sigurd Zo is het, 
onze dagen zijn nog niet aangebroken, 
al verlang ik naar de dag
waarop ik de erfenis
van mijn geslacht
op mij kan nemen. 
Dan zal de schat
die ik van Fafnir verwierf
ons dienstbaar zijn. 
In vrede en geluk zullen we onze dagen slijten
en onze landen zullen verenigd zijn. 
Maar eerst zal ik uitrijden
en heldendaden volbrengen, 
zoals Odin het oplegt 
aan zonen uit koningshuizen. 
 
Brynhild Vaarwel, Sigurd. 
Je ring Andvaranaut draag ik trouw. 
Elke dag, elk ogenblik, denk ik aan jou. 
 
Sigurd Wie is de heerser van deze burcht? 
Wiens hof mag ik betreden? 
 
Giuki Het huis en het hof dat jij betreedt
behoren toe aan Giuki
uit het geslacht der Nibelungen
ui het volk van de Boergondiërs. 
Wees welkom, 
maar zeg me eerst je naam en afkomst. 
 
Sigurd Ik ben Sigurd, de Volsung. 
Niets zou mij liever zijn
dan een korte tijd
onderkomen te vinden
in deze koninklijke burcht. 
 
Giuki Vier de komst van Sigurd, 
de edele held. 
 
Grimhild Welkom in onze burcht. 
Al wat het onze is behoort je toe. 
 
Gunnar Een steekspel wil ik met je voeren. 
Laat ons je moed en dapperheid zien!
 
Hogni In het edelste van alle spelen, 
het koninklijke schaak, 
wil ik me met je meten. 
 
Guttorm Laten wij onze krachten meten
in een eerlijk tweegevecht. 
 
Gudrun Dapper zijn je daden, Sigurd, 
je bent een ware held. 
 
Wala Vele maanden blijft Sigurd
in de Nibelungenburcht. 
Veel wordt hij geprezen
vele heldendaden worden er verricht. 
Maar in de stilte van de avond
denkt hij aan Brynhilde. 
Gudrun echter, herinnert zich haar droom
en verlangt Sigurd tot man. 
Grimhild, de trotse koningin, 
bekwaam in het bereiden van toverdrank, 
ziet het verlangen van haar dochter. 
En Sigurd vergeet …
 
Gudrun Sinds de dag dat Sigurd kwam
is de zon hierbuiten gedoofd. 
Hij is het nu die mij verblindt. 
Zou Sigurd de koningszoon zijn
die ik in mijn droom heb gezien? 
Mocht die droom dan eeuwig een droom blijven,
want deze ridder mag niet sterven. 
Hoe verlang ik ernaar
aan zijn zijde te mogen leven
en te zetelen in zijn burcht, 
de wijdvermaarde Barnstok; 
Sigurd heb ik lief. 
Hij is als het licht van mijn ogen. 
Hoe hoffelijk is hij, 
geen ander kan hem overtreffen. 
Nooit een onvriendelijk woord, 
nooit een strenge blik. 
Zijn gebaren zijn zacht en liefdevol. 
Mocht hij maar voor mij voelen
wat mijn gevoelens zijn voor hem. 
 
Sigurd Maandenlang houden spelen
en vriendschap mij
op deze burcht gevangen. 
Hoe zou Brynhild het stellen
op de burcht Lynsdale? 
Maar weldra komt de dag
dat ik deze burcht zal verlaten
en naar mijn bruid zal rijden. 
 
Grimhild Geen beter man 
zou ik kunnen wensen
voor mijn dochter Gudrun. 
Ik weet dat Gudrun hem bemint, 
maar hij is met zijn gedachten bij een ander. 
Zal hij haar vergeten
en Gudrun als bruid begeren? 
 
Of zal ik voor hem
de drank van vergetelheid brouwen? 
 
Dat moet ik doen!
Geen ander dan Gudrun
mag hem bezitten. 
 
Deze beker bezit de kracht
dat al wie ervan drinkt
vergeet waaraan hij dacht. 
Ook schenkt hij kracht tot liefde
voor wie hij eerst onmoet. 
 
Sigurd We zagen elkaar alle dagen, 
mijn lieve Gudrun. 
Ik heb je lieflijkheid
al zo dikwijls mogen bewonderen. 
Schenk mij, 
met alle kracht die in je is, 
je liefde. 
Ik zal deze burcht niet verlaten, 
zolang jij er bent!
 
Gudrun Sinds de dag dat jij hier kwam
heb ik je bemind. 
Je was hoffelijk en minzaam, 
maar ongenaakbaar. 
Ik heb de hele tijd gevreesd
dat jij iemand anders beminde. 
 
Sigurd Hoe kan ik een ander beminnen
als jij zo dicht bij me bent?
Ik begrijp niet dat ik zo lang verblind was
en jou niet werkelijk zag
zoals ik je nu mag zien. 
 
Gudrun Je maakt me blij. 
Ik verlang niets anders
dan aan jouw zijde te mogen leven. 
Blijf hier, Sigurd
en wordt één van de onzen. 
 
Sigurd Ik zie geen andere weg dan deze: 
jij wordt mijn vrouw
en in lengte van dagen zal dit mijn woning zijn. 
Ik wil je vader dienen
en hem later opvolgen op de troon. 
Geef me je hand, 
en laat ons bruiloft houden. 
 
Wala In het verre Lynsdale
weet Brynhild wat er gebeurt. 
 
Brynhild Zo wordt trouw beloond. 
Slechts korte tijd was er nodig
om plechtige eden te verbreken.
Sigurd heeft op laffe manier
zijn liefde vergeten. 
Andvaranaut, 
onderpand van liefde en trouw, 
jij zult mijn troost zijn. 
Nu hoef ik niet langer meer te wachten, 
ik ben niet meer gebonden door de eed. 
Opnieuw zal ik Odins straf ondergaan
en slapen in de vlammende burcht. 
Weer zal ik wachten
tot de dapperste ridder
mij zal verlossen. 
 
Wala Vele jaren gaan voorbij. 
Van Brynhild, 
de slapende Walkure
in Hindarfjal
bestaat nog slechts een verhaal. 
Grimhild weet ervan
en verlangt Brynhild tot bruid
voor haar zoon Gunnar, 
die na de dood van zijn vader
koning is van de Nibelungen. 
 
Grimhild Het is voor een koning noodzakelijk
dat hij een vrouw zoekt
zodat hij nakomelingen zal hebben. 
 
Hogni Het zijn de wetten van ons volk
dat een koning zijn macht
alléén kan overdragen 
aan zijn nakomelingen van het mannelijk geslacht. 
 
Guttorm We zullen rondtrekken
en een bruid voor je zoeken,
mooi en waardig
en van edele komaf. 
En wil ze ons niet volgen, 
dan zal ik voor je strijden
en in jouw naam
je bruid verwerven. 
 
Grimhild Ik ken slechts één bruid
geschikt voor de koning der Nibelungen: 
maar om haar te bereiken
is moed en durf nodig. 
Het is Brynhild, 
uit de koningsburcht Lynsdale. 
Kort na jullie bruiloft
is zij uit haar vaders burcht verdwenen. 
Maar men zegt
dat zij slaapt
in een burcht, 
Hindarfjal genaamd, 
omgeven door een kring van vuur. 
Zij heeft plechtig beloofd
alléén met hem te huwen
die haar uit de vuurkring redt. 
 
Rijd erheen Gunnar 
en vrees niet: 
drink de beker die ik voor je klaargemaakt heb: 
hij zal je ontembare moed geven. 
 
Gunnar Dat is de bruid die ik wil. 
Moed is mij niet vreemd
en om haar te krijgen
wil ik mijn leven wagen. 
Maar ik wil niet alleen gaan, 
daarom vraag ik jou
om mij te vergezellen. 
 
Hogni In de strijd heb ik weinig ervaring, 
maar door overleg 
en wijs beraad
heb ik al vele gevaren overwonnen. 
Is het niet beter 
dat ik op deze tocht 
met je meega? 
 
Gunnar Jij moet hier mijn plaatsvervanger zijn. 
En mocht ik niet terugkeren, 
dan wacht jou hier een belangrijke taak. 
 
Guttorm Als het op moed en durf aankomt, 
eis ik dat ik ook mee mag gaan. 
 
Gunnar Jij moet dit huis en de burcht bewaken. 
 
Sigurd Ik zal meegaan. 
Op mij en mijn zwaard kun je rekenen. 
 
Grimhild Drink nu maar. 
 
Wala Zo rijden Gunnar en Sigurd uit
en komen bij de kring van vuur. 
Gunnars paard durft de sprong niet wagen, 
en Grani Grijsvel weigert hem te dragen. 
 
Gunnar Mijn paard weigerde 
over het vuur te gaan, 
ook al spoorde ik het nog zo aan. 
En jouw paard
  weigerde mij te dragen. 
 
Dan zie ik nog maar één middel: 
jij moet door de vuurkring breken. 
Maar hoe moet het dan met Brynhild? 
Jij bent al getrouwd
en zij zal me niet als haar verlosser erkennen. 
Heel deze onderneming is vruchteloos. 
Tenzij …
Tenzij jij met mij wilt ruilen
van gedaante en gestalte
en zo Brynhild
voor mij wilt winnen. 
 
Sigurd Hoe kan dat? 
 
Gunnar Grimhild gaf mij een drank
die het ons mogelijk maakt. 
Als jij ervan wilt drinken
tezamen met mij, 
dan zullen wij elkaars
gedaante aannemen. 
Zo kun jij Brynhild bevrijden
en zij zal denken dat ik het ben. 
Als je opdracht geslaagd is, 
zullen we opnieuw drinken
en onze echte gestalten
weer aannemen. 
 
Sigurd Ik ben bereid om dit te doen
om jou te helpen. 
 
Brynhild Wie sneed mijn pantser open? 
Wie wekte mij uit mijn slaap? 
Wie heeft mijn boeien verbroken? 
 
Sigurd Gunnar is mijn naam
uit het geslacht der Nibelungen. 
 
Brynhild Zo heeft Odins macht gefaald. 
Niemand anders dan Sigurd
zou mij bevrijden. 
Nu moet ik mijn belofte houden
en huwen met jou, Gunnar, 
van wie nooit iemand heeft gezegd
dat hij uitblonk
in moed en dapperheid. 
 
Ik zal je bruid zijn, 
koningin van de Nibelungen. 
Maar blijf hier drie dagen en nachten
aan mijn zijde. 
Dan zal ik je vergezellen
naar je burcht
en bruiloft houden. 
 
Nooit zag ik een overwinnaar
die zijn buit niet begeerde. 
Waarom plaats je
het scherpe zwaard
tussen ons beiden? 
Waarom die afstand, 
waar liefde zou moeten zijn? 
 
Sigurd Ooit zwoer ik de goden de eed
dat ik mijn bruid niet zou bezitten
vóór zij mijn burcht heeft betreden. 
Ik vraag je, 
laat me trouw blijven aan mijn woord.
 
Brynhild Ik wil je
als onderpand van mijn gegeven woord, 
als onderpand van mijn trouw
je deze ring geven: 
Andvaranaut. 
Over tien dagen 
zal ik je bruid zijn. 
 
Sigurd Over tien dagen 
wordt je bruiloft gevierd. 
Je opdracht is volbracht. 
 
Wala Zo won Sigurd Brynhild
tot bruid voor Gunnar de koning. 
Het noodlot zal zich nu voltrekken. 
 
Gudrun Gunnar is moediger dan ik had verwacht, 
wie had ooit van hem gedacht
dat hij deze opdracht tot een goed einde
zou brengen?
 
Sigurd Aan moed ontbrak het hem niet. 
Toch was hij het niet
die Brynhild verloste. 
 
Gudrun Wie dan wel? 
 
Sigurd Ik heb in zijn gestalte
Brynhild uit de slaap gewekt. 
Zo komt het dat zij gelooft
dat Gunnar haar bevrijder is. 
 
Gudrun Maar jij bleef drie dagen en nachten
bij haar in de burcht. 
 
Sigurd Toch bleef ik je trouw
want 's nachts lag het scherpe zwaard
tussen ons beiden. 
Tot afscheid schonk ze mij
de ring Andvaranaut
als teken van trouw. 
Nu schenk ik de ring aan jou, 
want mijn trouw komt alleen jou toe. 
 
Wala Het bruiloftsfeest vangt aan. 
Brynhild kijkt naar Sigurd 
met zo'n grote haat
dat Sigurd
zich plots
alles herinnert. 
 
Brynhild Trouweloze lafaard!
 
Sigurd Hoe is het mogelijk
dat ik je die hele lange tijd
vergeten heb? 
 
Brynhild Jarenlang heb ik op je gewacht, 
en nu vind ik je hier
aan de zijde van een ander. 
Is dat de trouw 
die je mij gezworen had? 
 
Sigurd Ik begrijp het niet. 
Ach, kon de tijd maar teruggedraaid worden, 
zodat ik mijn gelofte aan jou kon houden. 
 
Brynhild Te laat. 
Wat gebeurd is, is gebeurd. 
Ik zal nu als koningin heersen
en jou haten.
 
Brynhilds hofdame Maak plaats voor de koningin!
Zij mag voorgaan!
 
Gudrun Wat matigt deze vreemde gans zich aan? 
Mijn man is de dapperste aan dit hof. 
Als zijn echtgenote
heb ik het recht om voor te gaan. 
 
Gudruns hofdame Opzij, 
laat de edele Gudrun als eerste gaan. 
 
Brynhild Wat matigt die zich aan!
Mijn vader is machtiger dan die van haar. 
Odin verhief mij ooit 
tot Walkure. 
En Gunnar, mijn man, 
is de dapperste van allen, 
want hij reed door de vlammen
en wekte mij uit de betovering. 
 
Gudrun Goedgelovige dwaze!
Zo dapper is je Gunnar niet!
Niet Gunnar reed door de vlammen, 
Sigurd was het die dit deed. 
Drie dagen en nachten was hij aan je zijde
en wilde jij hem je liefde geven
en bij het afscheid
gaf je hem de ring Andvaranaut
die ik van Sigurd heb gekregen. 
 
Brynhild Dat kan niet! 
Ik gaf de ring aan Gunnar!
 
Gudrun Kijk dan! 
Hier is hij!
 
Brynhild Die valse Sigurd!
Nooit heb ik iemand meer gehaat dan hem!
Sigurd! 
Ik haat je!
 
Sigurd Ik kan het uitleggen. 
Ik handelde zonder te weten wat ik deed. 
 
Brynhild Ik haat je!
Nooit wil ik nog met jou te doen hebben!
 
Gunnar!!
 
O, ik haat Sigurd. 
Ik wil niet
dat hij nog langer
hier blijft!
Dood hem!
 
Gunnar Sigurd is mijn dank en eer waard. 
Hij is mij altijd trouw geweest, 
ook toen hij in mijn plaats
door de kring van vuur ging
en bij jou kwam. 
 
Brynhild Je bent al even erg en onbetrouwbaar. 
 
Hogni!
 
Jij, die alles begrijpt en verstaat!
Jij begrijpt mijn haat!
Dood jij Sigurd!
 
Hogni Het is niet aan mij 
om haat in daden om te zetten. 
Ik begrijp je gevoelens, 
maar Sigurd doden
wil ik niet!
 
Brynhild Guttorm! 
Je broers zijn lafaards, 
dat zijn geen zonen van koningen!
Laat mij niet in de steek, 
dood Sigurd!
 
Guttorm Verraad en ontrouw moeten 
inderdaad gewroken worden. 
 
Brynhild Dood hem!
 
Gudrun Sigurd!
 
Brynhild Sigurd!
 
Wala Jij, Brynhild, 
Budli's dochter, 
hebt Giuki's zonen
te gronde gericht, 
hun heerlijk huis verwoest. 
 
Mannen en vrouwen
moeten nog lang
tot bitter leed
geboren worden. 
Maar Sigurd en jij
vonden in vete de dood
en zullen alleen daar
verenigd zijn.