Luc Cielen
TAALPERIODE
DE VERVOEGING VAN HET WERKWOORD
dag 1: het persoonlijk voornaamwoord
dag 2: stam en noemvorm van het werkwoord.
dag 3: de onvoltooid tegenwoordige tijd.
dag 4: de onvoltooid verleden tijd.
dag 5: de onvoltooid toekomende tijd.
dag 6: de vervoeging (o.t.t., o.v.t. en o.tk.t.)
dag 7: de hulpwerkwoorden (zullen, zijn en hebben) en het voltooid deelwoord
dag 8: de voltooid tegenwoordige tijd.
dag 9: de voltooid verleden tijd.
dag 10: de voltooid toekomende tijd.
dag 11: de vervoeging in zes tijden (3 onvoltooide en 3 voltooide)
dag 12: de stamtijden van het werkwoord
dag 13: sterke werkwoorden
dag 14: zwakke werkwoorden
dag 15: onregelmatige werkwoorden