Luc Cielen       PRINTVERSIE

Donderdag 15 november 2012

De Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie

 

DE VERENIGDE OOST-INDISCHE COMPAGNIE

  

Eerste naamloze vennootschap ter wereld (NV) gesticht in 1602

Eerste multinational (onderneming over de grenzen heen).

 Waarom?

Omdat in Engeland de Oost-Indische Compagnie was opgericht.

Omdat Johan van Oldenbarnevelt  zag dat de Hollandse compagnieën elkaar beconcurreerden en spoorde de Staten-Generaal aan om al die kleine Hollandse compagnieën samen te smelten.

               

In Middelburg werd besloten tot oprichting van de VOC.

                Door:     kapitaal van Antwerpse kooplieden in Amsterdam en Middelburg

                                Inbreng van Staten-Generaal der Nederlanden

 

                Daardoor:            Mogelijkheid om kostbare reizen te organiseren.

                                                Beperkte winsten gedurende minstens 20 jaar

 

De verdeling van de portefeuille was zo dat Amsterdam bijna 60% inbracht, Middelburg 20% en andere steden de rest. (Enkhuizen, Delft, Hoorn, Rotterdam)

                               

De eerste jaren moesten de aandeelhouders uit eigen zak het personeel (boekhouders, kassiers, kantoorpersoneel) betalen.

 

                VOC zorgde niet alleen voor handel maar ook voor bestuur, rechtspraak, leger, vloot.

AZIE: Jemen, Perzië (nu Iran-Afghanistan) en dan Indië en zuid-Oost Azië, China en Japan.

Handel met Mokha (Jemen), Perzië, Gujarat, Malabar, Ceylon, Coromandelkust, Bangla-Desch, Thailand, Cambodja, Vietnam, Taiwan, China, Japan, Molukken.

 

In Nederland had de VOC rond het midden van de 17e eeuw 3.000 medewerkers in dienst. In het oosten: 25.000 medewerkers. Toeleveringsbedrijven niet meegerekend.

 

De VOC had een eigen leger en een eigen vloot. De helft van de medewerkers was soldaat.

Vele gevechten met de Portugezen in het oosten.

 

Jan Huygen van Linschoten

Heette gewoon Jan Huygen en was in dienst van de Portugezen naar Azië gevaren. Hij wist hoe Hollandse schippers de Portugezen konden ontwijken in Azië.

 

Kinderlied: Jan Huygen in de ton, met een hoepeltje erom. Naar aanleiding van het feit dat hij een eiland aanduidde met een ton op een paal, tijdens een van zijn reizen naar het noorden. 

Daardoor kon de VOC een min of meer veilige vaarroute nemen naar de specerijeneilanden.

 

 

In 1605 eerste schepen terug met rijke lading o.l.v. STEVEN VAN DER HAGEN (korte levensschets) Hij was in 1603 vertrokken met 10 schepen.

 

Was de eerste admiraal van de VOC.

Geboren in Amersfoort. Ouders op de vlucht naar Vlaanderen. Komt in Ieper terecht.

12 jaar: loopt weg van zijn oom in Ieper (kreeg slaag van zijn oom). Gaat naar Calais en zoekt een schip om mee te varen naar Spanje. Een schipper raadt hem aan om Antwerpse kooplieden aan te spreken. Komt een paar dagen later in Calais zijn neef tegen, die hem zegt dat hij terug naar huis moet, want men is al dagenlang op zoek naar hem. Hij vertrekt naar Spanje, komt in de buurt van Sevilla bij een lijnzaadverkoper. Diens vrouw is een kenau. 2 jaar later komt hij in Sevilla een van de Antwerpse kooplui tegen die hem in dienst wil nemen. Maar hij vlucht naar Jerez de la Frontera. Daar wordt hij opgevangen door Don Garcia d’Avila. Hij maakt stierengevechten mee op het marktplein en ziet ruitergevechten op straat. Ontmoet een schipper uit Holland en vaart terug naar Holland.

Hij wordt de eerste admiraal van de VOC. Bevel over 12 schepen.

Ze doen er 6 maanden over om tot Kaap de Goede Hoop te varen. Kapen een Portugees schip beladen met ivoor.

Heeft succes in India en de Oost-Indische eilanden.

Komt terug in Nederland, waar hij sterft aan de gevolgen van de pest.

--

Pas in 1610 eerste keer uitkering van dividend. Maar protest: want uitkering was in natura en de prijzen waren door de grote aanvoer gekelderd.

 

De participanten moesten na 1612 nog tien jaar wachten op de terugbetaling van hun inleggeld en kregen zolang geen dividend meer uitgekeerd, terwijl de directieleden (de heren XVII) zich hoge wedden uitbetaalden en rijk werden.

Pas vanaf 1634 werd er jaarlijks dividend uitgekeerd.

 

Rond 1800 (na bijna 200 jaar gefunctioneerd te hebben) ging de VOC failliet.

Hoe kwam dat?

Iedereen (van hoog tot laag) hield zich met smokkel bezig om salaris aan te vullen.

Bewindslieden kochten de lading op nog voor ze de haven had bereikt en verkochten de goederen dan door. De winst staken ze in eigen zak.

De bewindvoerders en andere leidende figuren waren zeer corrupt

Engeland nam steeds meer van de handel  uit Azië in handen. Dit was de doodsteek voor de VOC.

 

Op die 200 jaar:

                4700 Reizen naar Azië

                Bijna 1 miljoen mensen vanuit Holland vertrokken.

                Per reis stierven er gemiddeld 300 tot 500 mensen

                1.772 schepen gebouwd.

                247 schepen gingen verloren. (hoeveel %?)

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vereenigde_Oostindische_Compagnie

Als gevolg van de VOC heeft Nederland lange tijd (tot kort na de Tweede Wereldoorlog koloniën gehad in Azië. -  Indonesië).

 

 

 

 

 

De West-Indische Compagnie

            Corporatieve instelling

            Leden waren afzonderlijk niet aansprakelijk voor daden van het bestuur

            Staatsmonopolie op handel:

                        Belangrijkst was de handel met West-Afrika, Caraïben, Noord- en Zuid-Amerika.

                         Doel: positie van Spanje en Portugal aantasten in Afrika en Zuid-Amerika.

Opzet van de Staten-Generaal: de aandacht afleiden van het vasteland naar de zee, zodat Spanje zich op zee zou concentreren en het vasteland met rust zou laten.

            Verdrag van Tordesillas : Spanje en Portugal. Weerstand van de protestantse landen.

Spaanse en Portugese havens gesloten voor Hollandse schepen. Dus schepen naar Venezuela voor zout (Spanje had genoeg voorraden zout in eigen land). Klompen aan, opscheppen en terugvaren.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Westindische_Compagnie

                        http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_zoutpannen_in_Venezuela

1621: oprichting WIC

Pas in 1623 is de financiering rond. Alle steden die met zoutwinning betrokken waren,onder druk gezet, deden mee.

1623: Zoutschepen keren leeg terug uit Venezulea. Spanje had zijn zoutpannen beschermd met forten en schepen.

Voornaamste doel: de kaapvaart. Daarom bewapenen van de schepen belangrijk + soldaten mee aan boord (40 à 50 per schip).

Cfr zilvervloot van Piet Hein

Investeerders mochten patroonschappen stichten (kolonies). Dit lukte alleen langs de Hudson.

De WIC investeerde liever zelf in Brazilië. In 1630 was een deel van Brazilië veroverd, maar ten koste van een bijna faillissement.

WIC blijft voortbestaan tot 1674. Dan ontbonden wegens te grote schulden. Maar de vraag naar handel met het westen was groot, daarom nieuwe oprichting van WIC: De Nieuwe West-Indische Compagnie. Opgericht in 1675.

De West-Indische Compagnie legde zich vooral toe op de slavenhandel en goudhandel. 75 % van de omzet werd verdiend met de goudhandel, de rest met o.a. slavenhandel (13%). Maar de slavenhandel bleef tot 1740 de belangrijkste scheepvaartactiviteit. (75 jaar lang).

            383 schepen namen daaraan deel.

De reis begon in één van de vele Nederlandse havens. Van daar voeren de Hollanders langs de Afrikaanse kust en stopten in een van de Nederlandse forten aan de Goudkust. De belangrijkste waren Elmina en Accra.

Aan de slaven werden nauwkeurige eisen gesteld. Voor leverbare slaven werden gehouden: degene die niet blind, lam nog gebroken zijn, en ook dewelke geen besmettelijke ziekte hebben. Verder werd bepaald welke leeftijd de slaven mochten hebben en wat hun marktwaarde was. Volwaardige slaven waren vijftien tot en met zesendertig jaar oud.

Slaven ouder dan zesendertig kwamen niet in aanmerking voor transport.

Slaven van zes tot vijftien jaar telden als drie voor de prijs van twee en van twee tot zes jaar twee voor de prijs van één.

Voor een slaaf moest volgens het contract tweehonderd gulden worden betaald. Planters van suikerplantages kregen korting.

De rekening moest voor een derde voldaan worden in suiker. De betaling diende te gebeuren veertien dagen na de ontvangst van de gekochte slaven, waarbij het deel suiker belangrijker was dan het geld, dat eventueel later betaald mocht worden.

De grootste schepen voor de slavenvaart waren tussen de 100 en 120 voet lang en vervoerden gemiddeld zeshonderd slaven per reis. Bij het vaststellen van de ‘toerbeurten’ hanteerden de Heren Tien de standaard van vijfhonderd slaven voor grote schepen. In de praktijk viel het aantal vervoerde slaven altijd hoger uit dan de standaard aangaf.

Deze grote slavenschepen werden bewapend met vijftien tot twintig stukken geschut en hadden een bemanning van vijfenveertig tot zestig man. De gemiddelde reisduur van een slavenschip was 516 dagen, inclusief de wachttijd in Afrika en Amerika en de terugreis naar de Republiek.

De slaven werden voor 200 gulden (ongeveer een jaarloon voor een arbeider) verkocht aan tussenhandelaren en deze brachten ze onder andere naar Suriname of Sint Maarten, waar ze aan plantage-eigenaren verkocht werden.

De WIC nam suiker mee terug naar Nederland, waarna ze weer naar West-Afrika gingen. Dit noemde men de driehoeksvaart.

 

 


 

NIEUW-NEDERLAND

Tussen de 38e en 45e breedtegraad (NB) in Noord-Amerika

In het Latijn: Nova Belgica.

 

Nieuw-Amsterdam = zuidpunt van Manhattan.

Langs de Hudson nog nederzettingen. Ten noorden van Manhattan werd Haerlem gesticht (Nu Harlem)

           

In 1609 ging het Verenigde Oost-Indische Compagnieschip Halve Maen met als schipper de Engelsman Henry Hudson op een ontdekkingsexpeditie.

Het was het jaar van het Twaalfjarig Bestand.

Hudsons wilde naar het westen te varen om de kust van Noord-Amerika te verkennen in de verwachting een doorgang te vinden naar de Grote Oceaan. De VOC-expeditie vond een grote baai en voer de rivier op die we nu kennen als de Hudson.

 

Hudson ontmoette indianen van de Lenape en Mahicanstammen. Hij deed aan ruilhandel: kleine metalen voorwerpen en kralen voor beverhuiden. Bont was heel waardevol omdat dit de periode van de kleine ijstijd was met zéér koude winters.

 

De rivier de Hudson werd daarna verder geëxploreerd. Vele reizen volgden.

 

Cornelis May, naar wie Kaap May in het zuidoostelijke puntje van de staat New Jersey is vernoemd.

 1624:   De eerste kolonisten waren protestanten (calvinisten) uit de Nederlanden, inclusief Wallonië.

De man die Manhattan kocht van de Indianen was de Waal Pierre Minuit. De indianen kenden niet het bezit van grond en werden in feite misleid.

            Anderen waren afkomstig uit o.a. Engeland en Zweden.

 

1626: bloedige oorlog met de indianen. 1.600 indianen (onder hen vrouwen en kinderen) worden door de kolonisten gedood.

 

1652: Peter Stuyvesant sticht een kolonie die hij Beverwijck noemt (bevers kwamen er veel voor en waren belangrijk voor de bonthandel). Nu heet dit Albany  in de stad New York.

 

In 1664 voer een Engelse vloot de haven binnen en nam de provincie in.

In 1667 werd, na de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, bij de Vrede van Breda overeengekomen dat Nederland de gebieden in Zuid-Amerika mocht behouden (Suriname), maar dat Nieuw-Amsterdam aan de Engelsen moest afgestaan worden.

In 1673 wordt het weer veroverd door de Nederlanders, maar dat duurde slechts enkele maaden.

In 1674 wordt het definitief aan de Engelsen gegeven. Zij noemen het New York.

 

Nederlandse nederzettingen en hun namen

De meeste nederzettingen in voormalig Nieuw-Nederland zijn tegenwoordig onderdeel van New York City of de agglomeratie daarvan:

 

Op Manhattan

Nieuw-Amsterdam, heet nu New York.

Nieuw-Haarlem. Het dorp groeide uit tot de wijk Harlem.

Noortwijck, ook wel bekend als Greenwijck (van de houtsoort grenen. De nederzetting begon als een tabaksplantage. Het staat tegenwoordig bekend als Greenwich Village.

Stuyvesants bouwerij was een gebied ten noorden van Nieuw-Amsterdam. Stuyvesant, die een gezin had, vestigde zich er. Hij bouwde een boerderij, een herenhuis en een kapel en kocht land zodat zijn plantage een gebied van ruim een vierkante kilometer besloeg. De bouwerij (oud-Nederlands voor boerderij) groeide snel uit tot een nederzetting. Op de plaats waar Stuyvesant een kapel had gebouwd staat tegenwoordig de kerk Saint Mark's-in-the-Bowery. Stuyvesant zelf ligt begraven in deze kerk. De nederzetting is de naamgever aan de beroemde straat Bowery in New York City.

 

In The Bronx

Jonas Broncks bouwerij, de bouwerij of plantage van Jonas Bronck werd in 1639 gebouwd en is de naamgever van het hedendaagse The Bronx.

 

In Yonkers

Colen Donck, ook wel Het Jonkers Land genoemd. Het gebied besloeg 24 hectare (97 km) noordelijk van The Bronx, en was aan Adriaen van der Donck gegeven door directeur Willem Kieft in juli 1645 als dank voor zijn medewerking bij de vredesonderhandelingen met lokale indianen. Tijdens zijn verblijf in Nederland verwierf hij bij de Staten-Generaal het erfschap voor zijn kolonie, waardoor zijn nakomelingen het land zouden beërven. Mede hierdoor werd hij lokaal gezien als jonkheer of jonker, wat de naam gaf aan de huidige stad Yonkers.

 

In Queens

Ondanks de Nederlandse namen (die waren opgelegd door de gouverneurs van Nieuw-Nederland) werden de nederzettingen in het hedendaagse Queens voornamelijk bewoond door Engelsen die om diverse redenen (religieus, justitieel of anderszins) New England (Nieuw-Engeland) waren ontvlucht:

 

Heemstede, gesticht in 1644. De nederzetting staat tegenwoordig bekend als Hempstead.

Vlissingen, gesticht in 1645. De nederzetting staat tegenwoordig bekend als Flushing. (Flushing Meadows – tennis)

Middelburgh, gesticht in 1652. De nederzetting staat tegenwoordig bekend als Newtown.

 

In Brooklyn

De nederzettingen in hedendaags Brooklyn waren voornamelijk Nederlands

's-Gravesande, gesticht op 19 december 1645 door Engelse anabaptisten die in het eigen New England (Nieuw-Engeland) vervolgd werden. De nederzetting is tegenwoordig bekend als Gravesend.

Breuckelen, gesticht in 1646. Breuckelen is de naamgever aan de borough Brooklyn in New York City. Het originele Brooklyn staat tegenwoordig bekend als Brooklyn Heights.

Nieuw-Utrecht, gesticht in 1657. De stad staat tegenwoordig bekend als New Utrecht.

Boswijck, gesticht in 1661. De nederzetting staat tegenwoordig bekend als Bushwick.

Staten Island (verwijzend naar de Nederlandse Staten-Generaal)

Coney Island (konijneneiland)

De Amerikaanse stad Hoboken in de staat New Jersey verwijst naar het huidige district Hoboken van de stad Antwerpen

Bridgestreet (toen brugstraat genoemd, want aan het einde liep een brug over een gracht)

Wall street (toen de Walstraat, hier liep de vestingmuur die Nieuw-Amsterdam moest beschermen tegen de Indianen en de Engelsen)

Broadway (Breede Wegh),

Bowery Lane (genoemd naar de bouwerijen, zoals een boerderij toen genoemd werd, die er stonden)

Gowanus-baai bijvoorbeeld, ten westen van Brooklyn, komt van Owanus, de Latijnse vertaling van Ohain, een dorp in Waals-Brabant

 

De vlag van de stad New York, blauw, wit en oranje naar de kleuren van de Prinsenvlag van de Republiek der Nederlanden, met in het embleem het jaartal waarin de stad gesticht is, namelijk 1625, is een herinnering aan de Nederlandse historie in het gebied.

Lied bij de vlag van New York

Once again a flag is flying

O'er Manhattan, old and new,

And it tells the city's story

In the Orange, White and Blue.

 

 

Roosevelt (afkomstig van Zeeland)

Van Buren

Vanderbilt: afstammelingen van de Nederlander Jan Janse van Haerlem-Salee. Piraat op de Middellandse Zee, bekeerd tot de islam. Zijn zoon Anthony emigreerde naar Gravesend, Manhattan. Daar werd hij wegens wangedrag verdreven en  vestigde zich op Coney Island, dat daarom lange tijd Turks’ Island heette. Nakomelingen uit deze familie zijn o.a. Jackie Kennedy en Humphrey Bogart.

 

Het tegenwoordige Amerikaans-Engels kent een aantal Nederlandse leenwoorden, zoals Yankee, dat van de Nederlandse naam "Jan-Kees" zou zijn afgeleid.

 

Een andere belangrijke bijdrage van de Nederlanders van Nieuw-Nederland aan de Amerikaanse cultuur is Santa Claus, een verbastering van Sinterklaas. Aanvankelijk vierden alleen de Nederlanders Sinterklaas. In de loop van de tijd namen ook andere kolonisten dit kinderfeest over maar verschoven het naar Kerstmis. 

 

  de  5 Borroughs (stadsdelen) van New York

1 = Manhattan (Indiaanse naam)

2 = Brooklyn  (Breuckelen)

3 = Queens (Engelse koningin)

4 = The Bronx (Jonas Bronck)

5 = Staten Island (Staten-Generaal)

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuw-Nederland