Luc Cielen

 

Openingsceremonie Olympische Spelen Londen 2012: uitbeelding van het landelijke Engeland vóór de industriële revolutie

Openingsceremonie Olympische Spelen Londen 2012: uitbeelding van de Industriële Revolutie

 

Wat is de Industriële Revolutie?

Het is de omschakeling van kleinschalig handmatig geproduceerde goederen naar grootschalig machinaal geproduceerde goederen.

Dit gebeurde eind 18e eeuw voor het eerst in Engeland.

Tot ver in de 18e eeuw was Engeland - zoals alle andere landen - een agrarische gemeenschap, waarbij landbouw de belangrijkste factor van het economische leven was. Alles was gebaseerd op handwerk en thuisarbeid: spinnen, weven, metaalbewerking enz., alles vond plaats in kleine huiselijke bedrijven, zowel op het platteland als in de stad.

Rond 1770 kwam daar verandering in: machines namen het handwerk over en arbeiders werkten niet langer thuis, maar werden samengebracht in 'fabrieken'.

 

Er waren begin 18e al enkele zaken veranderd: er waren pompen uitgevonden om het water uit de mijnen omhoog te pompen. Die pompen werden aanvankelijk bediend door trekdieren. De wevers beschikten al over een schietspoel.

 

Opdracht: waarom moesten er pompen geïnstalleerd worden in de mijnen?

 

DE STOOMMACHINE

Om water uit de mijnen omhoog te pompen werden er stoommachines ontwikkeld.

Een stoommachine werkt op de kracht van de stoom die opgewekt wordt door water onder druk te verhitten.

De eerste toepassing van de stoommachine gebeurde om de mijnpompen aan te drijven.

James Watt verbeterde in 1769 de reeds eerder ontwikkelde stoommachines (o.a. van Newcomen), waardoor die efficiënter werden.

 

Opdracht: zoek informatie op over JAMES WATT

Opdracht: waarvoor wordt de naam WATT nu gebruikt? Op welke producten vind je de vermelding "Watt"?

 

 

 

DE TEXTIELNIJVERHEID

 

1. De bevolking nam toe.

2. Grotere vraag naar textiel (geweven stoffen)

3. Kolonisatie (o.a. van Amerika): katoen begint wol te overtreffen voor de vervaardiging van textiel. Katoen wordt gekweekt in Amerika en verwerkt in Engeland.

4. De wevers kunnen de vraag naar katoenen kleding niet volgen.

5. De eerste vraag naar hogere productie komt dan ook vanuit de textielnijverheid en vooral van de wevers.

6. De eerste machinale bewerking gebeurt in de weverijen waar een machine wordt ingezet om de spoel halfautomatisch te laten werken.

7. De weefmachine werkte dan wel sneller, maar nu konden de spinners niet volgen. Dus moest er ook een machine uitgevonden worden om het spinnen sneller te laten verlopen. Hier ligt de ware oorsprong van de INDUSTRIËLE REVOLUTIE.

De eerste spinmachine waarmee meer dan één draad tegelijk kon gesponnen worden is de SPINNING JENNY.

 

 

SPINNING JENNY

1764: bedacht door James Hargreaves.

 

 

 

JAMES HARGREAVES

 

 

Hij groeide op in een kleine stad (+/- 5.000 inwoners) in het noordwesten van Engeland (Lancashire).

Hij leerde nooit lezen of schrijven.

Hij was wever en timmerman, werkte thuis en had een eigen spinnewiel en een weefgetouw.

Hij was erg geïnteresseerd in techniek.

De stoffen die in het stadje gemaakt werden waren gekend om hun menging van twee verschillende garens:

  de schering was van linnen (sterke draad)

  de inslag was van katoen (zwakke draad).

Het weven met de schietspoel ging zo snel dat het spinnen niet kon volgen.

Hij ontwikkelt in 1764 een spinnewiel met 8 klossen (in plaats van 1) en kon daarmee 8 draden tegelijk spinnen.

De buren-wevers zijn enthousiast over deze uitvinding en vragen ook zulke spinnewielen. Zelfs grotere weverijen vragen ernaar. Hargreaves begint meer en meer toestellen te maken. Hij maakt er al snel ook met 16 spoelen.

In 1768 is zijn uitvinding al zo wijd verspreid dat de spinners in opstand komen (want ze verliezen hun werk); Een woedende menigte komt naar zijn atelier en slaat alles kort en klein. Hargreaves was net aan 20 toestellen tegelijk aan het werk. De mensen verplichten hem om zijn eigen toestel te vernietigen.

Hargreaves vlucht naar Nottingham en begint er opnieuw.

In  1770 vraagt hij eindelijk patent aan op zijn uitvinding, maar te laat: zijn toestel is al door honderden timmerlui gekopieerd. Het is zelfs uitgebreid tot 80 spoelen. En Richard Arkwright heeft het verbeterd met het waterframe.

In 1778 waren er al meer dan 20.000 Spinning Jenny's in gebruik.

 

 

***

 

RICHARD ARKWRIGHT

 

 

Hij sloot in 1769 de Spinning Jennys aan op waterkracht (watermolen). Het toestel was zo groot dat het niet meer in een huiskamer paste en dus ook niet meer door thuiswevers kon gebruikt worden. Het werd opgesteld in watermolens.

Men kon er sterke katoenen draad mee spinnen die dan als schering kon gebruikt worden, maar niet als inslag.

 

Wie was Richard Arkwright?

  pruikenmaker (pruikentijd)

  samen met klokkenmaker John Kay bouwde hij een verbeterde spinning jenny die met waterkracht wordt aangedreven = waterframe.

  begint een katoenspinnerij in een soort 'fabriek', dus niet meer thuis. Er werd gewerkt met waterkracht in een watermolen bij een rivier in een smalle vallei.

  hij engageert vrouwen en kinderen (vanaf 6 jaar) om in zijn bedrijf te werken. Ze werken in een grote ruimte waarin de toestellen staan. Vanuit zijn bureau kan hij via een venster in de ruimte kijken om te controleren.

Hij richt verschillende van deze fabrieken op.

Maar de mensen (vooral de arbeiders en de financiers) vinden dat hij te snel van stapel loopt en steken zijn fabrieken in brand.

Toch waren er in 1788 al meer dan 200 fabrieken in Engeland. Ook in Duitsland en Frankrijk werden er fabrieken opgericht.

Op het einde van zijn leven was hij een van de rijkste mensen van Engeland!

 

 

Het oorspronkelijke gebouw van Cromford Mill opgericht door Arkwright in 1771.

 

 

 

Cromford Mill in een later stadium.

 

 

***

 

1779: Samuel Crompton vindt de Mule Jenny uit.

Het is een combinatie van de twee vorige machines.

Spinning Jenny kon alleen zwakke katoenen draad spinnen voor de inslag.

Waterframe kon alleen sterke katoenen draad spinnen voor de schering.

Mule Jenny kan de twee soorten draad spinnen.

 

Wie is Samuel Crompton?

 

 

 

Hij was 5 jaar toen zijn vader stierf en hij moest helpen om het gezin moest onderhouden. Hij deed dit door garen te spinnen. Zo begon hij te werken met de spinning jenny. Omdat er nogal wat gebreken waren aan het toestel begon hij het te verbeteren. Zes jaar lang werkte hij in het grootste geheim daaraan. Al zijn vrije tijd ging eraan, zelfs het viool spelen in het Boltontheater.

In 1779 had hij een toestel klaar: de mule-jenny (of spinning mule) dat garen kon spinnen dat geschikt was om stoffen te weven om kleding van te maken.

Hij nam geen patent op zijn  uitvinding.

Het toestel werd al snel nagemaakt en in 1812 waren er al tussen de 4 en 5 miljoen toestellen in gebruik.

Hij is er nooit rijk mee geworden. Hij stierf arm en had schulden. Maar vrienden onderhielden hem op het eind van zijn leven, terwijl zijn dochters hem verzorgden.

 

Toen er een dertigtal jaar later een biografie over hem verscheen in Frankrijk beseften de Engelsen dat hij eerherstel mocht krijgen. Er werd in 1862 een standbeeld voor hem opgericht in Bolton.

 

 

 

The spinning mule.

 

 

STEENKOOL

 

Was nodig voor de stoommachines

Oudste koolmijnen waren in Newcastle. Durham. Zuid-Wales. Schotland. Coalbrookdale.

uitdrukking: To carry coals to Newcastle.

 

 

 

 

STAAL

Coalbrookdale: de plaats waar voor het eerst ijzererts werd gesmolten door gebruik te maken van steenkool.

 

OPDRACHTEN:

1. kaart van Groot-Brittannië met daarop de plaatsen waar de industriële revolutie begon en aanduiden waarover het gaat: textiel (spinnerijen, weverijen), stoom, steenkool, staal.